Leestijd: 9 minuten

Op het zonnige bloemeneiland Madeira is geen koraal, maar wel een overdaad aan vissen. Het eiland staat bekend om de enorme baarzen waarvan sommige al 50 jaar oud zijn. Marion Haarsma ging ze knuffelen in het National Park Garajau. Daarnaast hoopte ze ook nog een vlinderrog te spotten; helaas lukt dat niet, maar ze ziet wel lipvissen, een goudstreep zeebrasem en een sepiapaartje. En als verrassing kwamen tijdens een boottocht ook nog grienden en tuimelaars voorbij!

Eens was Madeira het bloemeneiland waar de Europese elite overwinterde. Nu is het eiland in de Atlantische Oceaan voor iedereen bereikbaar. Volgens de duikschool is het een zomerbestemming en zijn september en oktober de beste maanden. Dan is het water nog lekker warm. Maar ik moest zo nodig in december komen, ik had toch zo’n behoefte aan een uitstapje in de winter? Dus staan we na aankomst in een enorme plensbui! Gelukkig is het niet koud, alleen maar nat, en is het Four Views Oasis hotel vlakbij. Het hotel ligt aan het strand. Op mijn kamer hoor ik de kiezels heen en weer rollen in de branding. Ojee, daar moet ik morgen in duiken… Maar als ik de volgende ochtend de duikschool opzoek schijnt de zon en is de temperatuur heel aangenaam; niet te warm en niet te koud. Er zijn ook zwemmers in zee, misschien erg enthousiast? Hier en daar is een trap voor de zwemmers om erin en eruit te komen. Op het kiezelstrand staan parasols maar zo zonder zand wordt dat vast een hard bedje. Er zijn geen zandstranden op Madeira, alleen kiezels tussen vulkanische rotspartijen.

 

Een zee van rust

Bij de duikschool wacht gids Filipe me op. Na in alle rust te hebben omgekleed lopen we naar de pier met de trap. Voor we gaan duiken krijg ik instructie in hoe ik veilig te water moet gaan. Filipe helpt door de camera vast te houden tot ik m’n vinnen aan heb. Dat is nog eens service – ik besluit om gewoon te genieten van deze verwennerij. En 77 minuten later, als we eruit komen, weer dezelfde service. Er zijn nu meer golven en Filipe gaat op de trap staan en plukt me uit het water alsof ik een veertje ben. Ook onder water is Filipe een zee van rust. Langzaam zwemmen, alles aanwijzen, vissen voeren (zee-egels genoeg). Mijn zorgen van de avond ervoor waren voor niets want na de eerste duik heb ik al een waslijst aan leuke foto’s. Barbelen, een anemoon, borstelworm, hengelaarsvisje, juffertjes, een kogelvis, lipvis, murene, pijlkrab, spinkrabben, sepia’s, trompetvis, een goudstreepzeebrasem en een grote baars. En dit is nog maar het begin! De baars komt vlak voor me langs en ik kan heel snel een foto maken van de kop en nog een van de staart. Filipe reageert opgewonden en vertelt later dat je deze soort niet vaak ziet. Het is de Mycteroperca fusca, in het Engels de “Island grouper” of “Comb grouper”. Later ontdek ik dat de vis op de rode lijst staat als een zeer bedreigde soort. Deze baars heeft een relatief klein verspreidingsgebied en komt voor van de Azoren tot Kaapverdië, bij Madeira en de Canarische eilanden. De Island grouper verzamelt zich in grote groepen om zich voort te planten aan de noordkant van Madeira. De vissers weten precies wanneer en waar dat gebeurt en hebben zó succesvol gevist dat de soort nu bijna is uitgeroeid.

 

Het Madeira Diving Center waar ik te gast ben is een Duitse duikschool. De eigenaar Felix Waschkewitz heeft al zes jaar de leiding en zo te horen spreekt hij ook nog een aardig mondje Portugees. Zijn Engels is erg goed, dus het is makkelijk communiceren. Hij legt uit dat de duikschool drie verschillende duikplaatsen heeft op het huisrif vlak voor de deur. De luie klanten, zoals ik, brengt hij met een elektrisch golfkarretje een paar honderd meter verder. Dus Filipe en ik worden met het karretje naar de volgende duikplek gebracht: de Blue Hole. Die ligt precies voor mijn hotel. Daar is ook weer een piertje in zee met een trap waar we te water gaan. Op 20 meter diepte ligt een grot. We zijn niet van plan lang te blijven want we zwemmen onder water terug naar de eerste instap. Ik begin voor de duik al te piepen dat ik misschien niet genoeg lucht zou hebben, maar Filipe herinnert mij eraan dat we de vorige duik 77 minuten hebben gedoken en dat ik toen nog genoeg lucht over had.

  • De baarzen zijn reuze vriendelijk.
  • Gestreepte poon, Chelodonichthys lastoviza.

Nieuwe aanwinst

Er is dan geen koraal op Madeira, de overdaad aan vissen maakt veel goed. Onderweg naar de Blue Hole komen we grote scholen vis tegen. En een eenzame poon die op pootjes (eigenlijk vinstralen) over het zand loopt. De ronde zijvinnen staan uitgespreid en hebben een mooi blauw randje, de duik begint goed. De ingang van de Blue Hole ligt hoger dan de uitgang op zo’n 20 meter diepte. We laten ons door een groot gat naar beneden zakken. Meteen rechts zit een grote anemoon. Het is dezelfde als op het huisrif, alleen de kleur verschilt. In een hoek zitten rode kardinaalsbaarsjes en weer wat verderop een zwarte murene met een wit oog en een vervaarlijke grote bek. Hij schuilt achter zwarte zee-egels met heel lange stekels. Thuis op de computer blijkt de murene niet zwart maar donkerbruin en zie ik de poetsgarnaal, ook verstopt achter de diadema zee-egels. Beneden bij de uitgang zie ik een schooltje vissen. Ze draaien mooie rondjes voor me. Ik dacht dat we haast hadden maar Filipe gaat de vissen voeren, wat niet alleen de lipvissen aantrekt maar ook twee grijze trekkersvissen. Ze vinden Filipe erg leuk en blijven met hem meezwemmen – is hij is een soort “vissenfluisteraar”? In de buurt van ons eigen huisrif zien we het eerste zeepaardje. Het lijkt een vrouwtje te zijn en ze is geel met witte vlekjes. Gelukkig ben ik met genoeg lucht terug bij de trap en kan nog even zoeken naar de grote blennies. Die had ik de eerste duik al gezien, maar ze zijn heel schuw en schieten steeds weg. Ik kan een paar foto’s schieten en zie later op de laptop dat ze ook kleine hoorntjes hebben op de kop. Ze zijn niet alleen heel mooi maar voor mij ook een nieuwe aanwinst: weer een nieuwe soort gezien! Filipe vist me na de duik uit het water en we staan weer veilig aan de kant.

 

Rare mix

De middagduik is verder weg en Felix neemt ons weer mee in het golfkarretje. Hier is wel een trap naar het kiezelstrand, maar daarna is het nog een eind strompelen over de keien. Gelukkig kan ik me aan Felix vasthouden want ik kan geen houvast vinden op die rollende kiezels. In het water vergeten we het gehannes aan de kant. Felix vindt iets onder het donkere zand. Ik zie twee oogjes en denk aan een platvis. Dan komt ineens een grote kop met een enorme bek uit het zand en zwemt snel weg. Een sterrenkijker, die had ik hier helemaal niet verwacht! Het water is een aangename 19 graden, dat lijkt me veel te koud voor een tropische vis. Weer wijst Felix iets aan. Een poetsgarnaal verstopt zich achter de stekels van een zee-egel. Ik had die ochtend al kennisgemaakt met wat stekels, dwars door mijn vijf millimeterpak in mijn been! Dus voorzichtig probeer ik dichterbij te komen. Ondertussen schieten kogelvisjes langs me heen en zie ik overal de blennies wegvluchten tussen de rotsen. Ik probeer toch een foto te maken van de scholen vis met Felix als model, ook al zwemt hij met weinig fotogenieke witte vinnen… Weer vind Felix iets bijzonders. Een steekmossel (Pinna squamosa). Deze schelp ken ik van de Middellandse zee, het is hier een rare mix van zeeleven!

 

Felix is een “soortenverzamelaar”. Terwijl ik bedenk dat hij geen model zal worden, dartelen de papegaaivissen om ons heen. Ik ken ze van Lanzarote. De vrouwtjes zijn mooi rood en de mannetjes zijn een beetje saai grijs. Helaas zijn ze op deze plek erg schuw en moeilijk benaderbaar. Ineens zie ik drie mannetjes op de rotsen liggen maar zodra ik dichterbij kom, schieten ze weg. Er liggen hier enorme keien op de bodem. De plek heet daarom “Canyons”. De rotsblokken liggen schots en scheef alsof iemand ze als dobbelstenen door elkaar heeft gegooid. Waarschijnlijk is het allemaal vulkanisch gesteente, het zand is ook bijna zwart. Na de duik weer aan de kant komen is opnieuw een uitdaging. Felix neemt mijn camera en ik moet mijn vinnen uitdoen en dan met de golven mee het kiezelstrand oplopen. Als de golven terugstromen moet ik blijven staan en wachten. Dat gaat aardig, maar eenmaal uit het water omhoog klimmen is geen doen. Gelukkig is Felix sterker dan hij eruit ziet en hij sleurt me zowat het strand op… Daarna nog het hele strand oversteken met de kiezels pijnlijk onder mijn voeten. Terug bij de duikschool noem ik de pijn aan mijn voetzolen. En hoor ik dat we de volgende dag naar het nationale park gaan, en dat daar een nog veel groter kiezelstrand is. Stomverbaasd vraag ik naar de mooie boot die ik op de website van het duikcentrum had gezien. Blijkt dat die tot november wordt gebruikt.

  • Er liggen enorme keien op de bodem.
  • Octopus, Octopus vulgaris.
  • Deze grijze trekkersvis bleef bij Filipe.
  • Deze sterrenkijker (Uranoscopus faber) kwam plots uit het zand.

Garajau National Park

Niet alleen boven water is een groot deel van Madeira beschermd natuurgebied. Ook de zee rond Madeira is grotendeels beschermd. Ter hoogte van Garajau vind je het National Park, een onderwaterparadijs om te duiken en te snorkelen. Met de boot is het een kort stukje varen, maar met de auto moet je flink omrijden. Eerst omhoog en dan van een steile berg afdalen. En ja hoor, een enorm kiezelstrand ligt aan mijn voeten! Gelukkig zien we drie grote baarzen tijdens de duik. De eerste is reuze vriendelijk en laat zich aaien. In eerste instantie ben ik zeer onder de indruk van de omvang van het dier, pas bij een tweede blik zie ik allemaal kleine parasieten op z’n huid. De tweede is een enorm beest, misschien wel anderhalve meter lang en een beetje verlegen. Deze baars blijft in de buurt van zijn grot hangen. Het water is erg helder en tussen alle vissoorten door zie ik steeds een rozerood gekleurde vis die overal tussendoor zwemt. Eerst denk ik aan een papegaaivis, die kunnen ook zo mooi gekleurd zijn. Aan de snuit te zien is dit een lipvis, Bodianus scrofa, in het Engels “hogfish”. Op de terugweg vinden we opnieuw een baars, maar het zou zo maar weer de eerste kunnen zijn. Ze zijn allemaal bruin met witte vlekjes en erg groot! Deze baars is net zo vriendelijk als de eerste. Hij of zij blijft me mooi aankijken, een beetje voor me ronddraaien en zo leuk z’n bek opendoen! Een Duits meisje dat met ons mee duikt wil de baars graag aaien en die twee kunnen het goed met elkaar vinden. Dankzij de sterke arm van Felix kan ik me na de duik door en over de kiezels heen worstelen, en ik ben erg blij weer terug bij de auto te zijn. We zijn met elkaar eens dat dit een eenmalige actie was, maar het is een National Park om trots op te zijn.

 

Op de terugweg vertelt Felix dat hier in totaal zes baarzen leven. De oudste is al bij de duikers bekend sinds 1980 want sommige baarzen zijn tussen de 40 en 50 jaar oud! In de zomer, wanneer ze met de boot gaan, worden altijd twee duiken achter elkaar gemaakt met een uur tussenpauze. Het park heeft vier officiële duikplaatsen waaronder een grote onderwaterberg met vier verschillende soorten murenes. En een plek met een grot waar een monniksrob woont. Ik ben wild enthousiast en erg blij met mijn foto’s. Ik kan het belang van beschermde gebieden niet genoeg benadrukken. Op Madeira is te zien dat die alleen maar voordelen bieden; voor de natuur (het welzijn van de dieren), voor de duikers (een ontmoeting om nooit meer te vergeten) en op de lange duur ook voor de vissers (die er baat bij hebben als de visstand zich kan herstellen).

 

Sepiapaartje

We maken nog drie duiken op het huisrif. Met de macrolens op de camera vinden we geen zeepaardjes en met de groothoeklens wel vier tegelijk! Ik heb steeds de groothoek mee omdat we op zoek zijn naar de vlinderrog. Tijdens een eerdere duik zagen we in het zand de afdruk waar de rog had gelegen en die was groot! Met een Nederlandse buddy maak ik een duik van 97 minuten. We blijven hangen bij de trap. In het ondiepe water, op nog geen twee meter, kijken we naar de vissen. Er zwemt zoveel om je heen: lipvissen, goudstreep zeebrasem en soms zelfs een sepiapaartje! Mijn interesse gaat steeds meer uit naar de supergrote blennies. Ik laat me met de deining meedrijven en na een paar keer wegzwemmen hebben ze er zo genoeg van dat ze maar blijven liggen terwijl ik dichterbij sluip om foto’s te maken. Soms gaat het mis en lig ik in de golven te spartelen met mijn vinnen uit het water. Later hoor ik dat de omstanders het wel leuk vonden!

 

Ineens heb ik een vrije dag. De duikschool is een dagje dicht. Nu had ik bij de receptie van het hotel al folders gezien dus er is een back-up plan. Met de gratis shuttlebus van het hotel ga ik naar Funchal, de hoofdstad van Madeira. Naar de haven gewandeld en daar ga ik aan boord van een grote catamaran voor een dag walvis- en dolfijnkijken. Ik maak me geen illusies over de vraag of we dolfijnen gaan zien, dus ik zit heerlijk aan boord een boekje te lezen totdat iemand zegt: ‘Sorry dat ik u moet storen mevrouw, maar er zijn dolfijnen rond de boot.’ Deze zijn echt razendsnel en moeilijk te fotograferen. De grienden zijn even later al veel beter te volgen en als klap op de vuurpijl komen de echte dolfijnen: de tuimelaars. Ze blijven spelen rond de puntige boeg van de catamaran, sierlijk en snel. Intussen zijn we vanuit de haven van Funchal helemaal naar het vliegveld gevaren. Op de terugweg komen we langs het hotel en daarna langs het strand van Garajau. Ik besluit dat de boottocht een goede investering en een echte aanrader is.

  • We maken nog drie duiken op het huisrif.
  • Kortsnuit zeepaardje, Hippocampus hippocampus.
  • Bruine tandbaars, Epinephelus marginatus. Ze worden wel 50 jaar oud.

Levadas

Madeira is een prachtig vulkanisch eiland met steile rotsen en bont gekleurde begroeiing. De laatste dag ga ik op stap met mijn Hollandse duikvrienden. Zij nemen me mee naar de levadas, de irrigatiekanalen waarmee het regenwater over het eiland wordt verdeeld en waarlangs je mooie wandelingen kunt maken. We sluiten de dag af in een origineel Portugees restaurant waar we visjes eten. Ik bedenk me dat er nog veel is te zien op Madeira. Ik zou nog dolgraag naar de noordkust willen. Op een winderige dag moet de zee echt spectaculair zijn! En meer duiken maken in het Nationale Park en een vlinderrog zien. Voor mij heeft Madeira maar een nadeel en dat is het kiezelstrand!

 

___________________________________________________

 

Madeira praktisch

MADEIRA is een eiland in de Atlantische Oceaan, op ongeveer 700 kilometer ten westen van Afrika en 1000 kilometer ten zuidwesten van Portugal. Met Porto Santo en de Ilhas Desertas en Ilhas Selvagens vormt het de archipel en autonome regio Madeira van Portugal. De grootste stad en hoofdstad is Funchal. Madeira is ongeveer 50 kilometer lang en 20 kilometer breed en telt 270.000 inwoners. De meesten wonen aan de zuidkust. Het eiland is door de natuur, de vele bossen en de bergen populair bij wandelaars en natuurgenieters. Omdat de kust uit steile rotswanden bestaat en er geen zandstrand is, kent Madeira geen massatoerisme. Door de vele exotische bloemen die er in het wild groeien wordt Madeira ook het bloemeneiland genoemd.

KLIMAAT: Subtropisch. De beste reistijd is van februari tot november. De temperatuur van het zeewater varieert van 18 graden in de winter tot 22 graden in de zomer.

REIS: Met Transavia vlieg je in ongeveer vier uur rechtstreeks van Amsterdam naar Funchal.

VALUTA: Euro. Er zijn overal geldautomaten die creditcards en bankpassen accepteren, ook in de hotels.

VACCINATIES: Niet nodig.

PASPOORT en VISA: Wel paspoort of identiteitsbewijs, maar geen visum nodig.

TAAL: Portugees. Er wordt veel Engels en Duits gesproken.

ELEKTRICITEIT: 220 Volt. Geen adapters nodig. Gratis wifi in de meeste hotels.

Meer informatie: www.visitmadeira.pt/en-gb/madeira/madeira of www.madeira-vakantie.com. Duikschool: www.madeiradivingcenter.com. Four Views Oasis hotel: www.fourviewshotels.com