Leestijd: 3 minuten

Een duikplas met een nogal groot extraatje. Als je er niet te veel stof maakt is het zicht uitstekend. Er zijn platformen, drijvende eilandjes, wrakken en mooi veel vissensoorten. En dan opeens zwem je oog in oog met een meervalmonster. Machtige, indrukwekkende beesten, waarvan de grootste met zijn tweeënhalve meter je automaat uit je mond doet vallen. Ze lijken in de Kempervennen volledig in hun nopjes in deze natuurlijke habitat, waar duiken mag, maar vissen verboden is.

Zou het echt waar zijn dat je vroeger met alle duikspullen vanaf de parkeerplaats naar de duikschool moest lopen? Het is minstens tien minuten te voet, maar gelukkig staan er anno 2015 grote bolderkarren klaar om de duikspullen mee te vervoeren. Dat scheelt, al is het nog steeds een hoop gesjouw. Een van de duikinstructeurs van Dive Company verwelkomt ons met koffie en thee en geeft uitleg over de duikstek en over het verloop van de dag. Deze duikplaats ligt op het terrein van Center Parcs De Kempervennen. Vrij duiken, zonder begeleider van de duikschool, is toegestaan mits je vooraf reserveert en de briefing bijwoont. Je betaalt vijftien euro per persoon per duikdag (inclusief vulling). Het park is gebouwd rondom twee kunstmatige plassen die zijn ontstaan door zandwinning.

 

In de duikplas liggen meerdere platforms om oefeningen op te doen, waarbij het zicht optimaal blijft. Dat is fijn, maar vandaag boeit het weinig. Hoezo oefenen, als je meervallen zo groot als dolfijnen kunt zien? De verhalen die we vooraf horen zijn indrukwekkend. De 2,5 meter lange Big Mama zou overal in de plas een oogje in het zeil houden maar is meestal te vinden onder de kunstmatig gecreëerde eilanden (vlotten) van takken, die in het water aan de oppervlakte liggen. Nog een belangrijke boodschap: niet onder het vlot komen en daar bellen uitblazen, en geen stof maken. Want in deze plas heb je daar de hele dag last van.

 

Tachtig jaar

Vanaf de duikschool loop je zo het water in. In 1984 heeft de bioloog van Center Parcs in het meer op De Kempervennen een meerval van twintig centimeter uitgezet. Europese meervallen (Silurus glanis) kunnen wel tachtig jaar oud worden en ‘kleine meisjes worden groot’, zo luidt het gezegde niet voor niets. De meervallen zijn gewend aan de duikers dus niet al te schuw, soms schijnen ze zelfs nieuwsgierig naar je toe te komen bij een ontmoeting. Er is echter onder water meer te zien.

 

Het is een redelijk grote plas met een vlakke zandbodem. Het diepste punt ligt op achttien meter en het zicht is ongeveer vijf meter. Als we het water induiken komen we als eerste de wrakken en de grote buizen tegen. Nieuwsgierig schijn ik overal naar binnen met de lamp, maar geen meerval te zien. Jammer, alhoewel… Je zult net zo’n monster zien als je nieuwsgierig je hoofd om de hoek steekt. Dan langs het kunstmatig rif op weg naar het eerste zwevende eiland. Dat missen we helaas (onder water vanaf de bodem slecht te zien) en bij het tweede zwevende eiland zijn helaas ook geen meervallen thuis. Als we weer langs het rif zwemmen zie ik een grote snoek. Tja, geen meerval maar wel een leuke bonus. Iets later is het wel raak. Nauwelijks zichtbaar, verstopt onder het hout zie ik iets donkers bewegen. Raak, al is deze meerval hooguit dertig centimeter.

 

Little Sister

Bij het andere drijvende eiland hebben we meer geluk. Twee meervallen verschuilen zich onder het hangende takkenbos. Wow, even denk ik Big Mama te zien, maar een grove berekening leert dat de grootste van de twee ongeveer anderhalve meter is. Snel doop ik haar Little Sister en de meerval voert een ware show op. Even wegzwemmen als ze duikers ziet, keren als ze het uiteinde van het drijvende eiland bereikt en dan weer keren, alsof ze continu baantjes trekt in een zwembad. Eenmaal boven blijkt dat andere duikers Big Mama wel hebben gespot, verstopt tussen de takken, naar hun zeggen op een paar meter afstand van het verste eiland. Na de lunch snel kijken dan, maar helaas, ook nu geen geluk. Dan maar weer naar het tweede vlot als ik een kleine meerval sierlijk zie zwemmen, de snorharen mooi in de plooi. Door alle duikers (van wie een aantal in opleiding) is het zicht wel minder geworden; zo’n drie meter nog. Junior is alweer snel uit het zicht. Maar gelukkig is Little Sister netjes blijven wachten op de plek waar ze ’s ochtends ook zat. Ja, lijkt ze te denken, waarom zou ik hier ook weggaan. Dit eiland is mijn huis, gaan jullie maar. Dat doen we dan en nogmaals kijken we in de buizen en langs de wrakken of we vis zien, er moet dankzij een visverbod ook een steur en veel baars in de plas zwemmen. Baars en snoek zien we genoeg en de enorme meerval maakt de hele duik goed. Big Mama mag me dan niet netjes komen begroeten, gelukkig heeft haar zus meer fatsoen.