Leestijd: 5 minuten

Leren van eigen fouten en ook van die van anderen maakt de sport veiliger.

Een ongeluk zit in een klein hoekje, ook in de duikwereld, bij sportduiken, freediven een technisch duiken. Van kleine misstappen en grotere fouten kunnen we leren, maar alleen als we die ongevallen ook in kaart brengen, er over durven praten en vaardigheden vervolgens verbeteren.

 

In 2003 ontstond DOSA uit een werkgroep van de Nederlandse Onderwatersport Bond. Onafhankelijk van elke duikorganisatie dan ook, gingen ze in Nederland aan de slag. Met een missie: hoe maak je de duiksport in al haar facetten veiliger? Een dubbelinterview met scheidend voorzitter David Wassing en zijn opvolger Patrick van Rooij.

 

De meldingen die duikers doen, worden allemaal anoniem verwerkt door DOSA

 

David Wassing was de afgelopen jaren, van 2017 tot begin 2022, de kartrekker van de groep bevlogen mensen die DOSA oprichtten en vorm gaven. Als nieuwe voorzitter trof hij een situatie aan waarin er geen financiële middelen waren, de website in handen was van een buitenlandse partij en er geen contacten waren met ziekenhuizen en andere organisaties die bij het duiken betrokken zijn. Hij vertelt: ‘We hadden een structuur, geld en contacten nodig. De basis moest ik samen met de anderen op orde krijgen.’ Dat is gelukt. ‘Het mooiste dat ik nu bereikt heb is dat we een eigen website hebben, dat we financiering hebben en sponsoring van bijna alle grote duikorganisaties. Er is balans, samen werken we aan het doel: veiliger duiken.’

 

DOSA verwerkt de gegevens over duikongevallen van alle duikers van welke nationaliteit dan ook in Nederland en van alle Nederlands in het buitenland. ‘Zo zorgen we ervoor dat we samen met onze internationale partners, zoals NELOS en BSAC geen dubbelingen tellen.’ In 2016 waren er 13 meldingen, uitsluitend van direct betrokkenen. Door contacten aan te knopen met duikmedische centra, de KNRM en zelf de media af te stropen naar berichten over ongevallen hebben we het aantal meldingen kunnen verhogen. ‘Nu krijgen we zo’n tachtig meldingen per jaar. Van duikers, maar ook grotendeels derden-meldingen: ziekenhuizen rapporteren trouw en ook andere instanties geven het door als het even niet ging zoals het moest en wat de gevolgen ervan zijn geweest.’

 

Leren van meldingen

Die meldingen op zich zijn niet het doel. ‘Maar wel wat we daar uit kunnen leren’, zeggen Van Rooij en Wassing beiden, bijna in koor. ‘Een duiker waarbij iets mis gaat, zou zich nooit schuldig moeten voelen, of zich moeten schamen’, zegt Van Rooij. ‘Duiken is een stoere sport, dat maakt het af en toe ook moeilijker om het toe te geven als er eens even wat mis ging tijdens een duik. Dat taboe, wat het toch een beetje is, willen we graag doorbreken. Het belang dat iedereen daarbij heeft is een betere veiligheid.’

 

Als de duiker of de omstanders zelf melding maken, kunnen we beter onderzoek doen

 

Met de basis van structuur, financiering en netwerk in zijn achterzak gaan Van Rooij in de komende tijd aan de slag: ‘De komende jaren staan in het teken van het verder voortborduren op het fundament dat mijn voorganger zo mooi heeft neergezet. Een van mijn doelen is bijvoorbeeld dat van de vele meldingen die binnen komen er meer eersten-meldingen gaan zijn dan derden-meldingen. Als de duiker of de omstanders zelf melding maken, kunnen we beter onderzoek doen en betere aanbevelingen geven aan instanties zoals ontwikkelaars van opleidingen. die deze zaken kunnen voorkomen.’

 

Artikel gaat verder na afbeeldingen

Weet jij hoe je je masker weer terug op krijgt als je het bent verloren tijdens de duik?

  • Foto: Rob Aarsen
  • Foto: Jos Broere
  • Foto: Jos Broere

 

Makkelijker melden

Om dit te bereiken is het nodig om het voor duikers makkelijker te maken om een melding te doen. ‘Daarvoor moeten we meer zichtbaar zijn, moet een melding doen makkelijker worden en moeten we het de normaalste zaak van de wereld maken om het over je fouten te hebben’, zegt Van Rooij. De meldingen die duikers doen, worden allemaal anoniem verwerkt door DOSA. ‘Je laat wel je gegevens achter, als je dat wilt, maar die komen bij maar twee mensen terecht en gebruiken we alleen als we echt nog vragen hebben, als we een completer beeld willen krijgen voor analyse.’

 

De analyses worden beter bij meer input. Hiervoor begint Van Rooij met DOSA met het benaderen van instructeurs en Dive Masters en duikbegeleiders. ‘Elke duiker is ooit een keer opgeleid door een instructeur, daar moet iedereen langs. En de Dive Masters en duikbegeleiders zien veel mensen en maken veel mee. Als die mensen elke duiker op de hoogte brengen van het bestaan van DOSA, de doelstelling om met zijn allen duiken veiliger te maken, zijn we alweer een stuk op weg.’

 

Dive Masters en duikbegeleiders zien veel mensen en maken veel mee

 

De verenigingen, instructeurs en zwembadtrainers zijn ook de spil in nog weer een volgende stap. Als je weet wat vaak toch fout gaat en potentieel voor gevaarlijke situaties zorgt bij een duik in Nederland of het buitenland, kan je specifiek inzetten op oefeningen die dat misschien kunnen helpen voorkomen, zo is het idee. ‘Je zou bijvoorbeeld tijdens instructiemomenten of bijvoorbeeld bij een “APK” of andere vorm van herhaalinstructie aandacht kunnen besteden aan de dingen die vaak fout blijken te gaan. Kleine dingen als een vin verliezen of een masker dat kwijt raakt. Maar ook grotere zaken als een decoboei oplaten of een inflatorslang die maar blijft blazen.’

 

Van Rooij is zelf lid van Discovery Divers (PADI) en de Alphense Duikvereniging Atlantis (NOB), waar hij ook voorzitter was. Hij organiseert bij beide verenigingen een ‘evenement met DOSA-oefeningen’. ‘Een dag waarop elke duiker allerlei skills kan opfrissen, en waar je ook zelf kan aangeven welke handelingen of vaardigheden je zou willen oefenen. Zo’n puntjes-op-de-i-dag zou in elke vereniging elk jaar kunnen plaatsvinden.’

 

Meer zichtbaarheid

Verder gaat Van Rooij aan de slag met meer zichtbaarheid. Hij wil via social media meer aandacht voor het meldpunt op de site, en de rapporten en inzichten die DOSA deelt, maar ook vooral op de duikstekken zelf zou het volgens hem mooi zijn als de organisatie meer aanwezig is. ‘Ik wil meer met flyers en banners gaan werken bij drukke duikstekken en de winkels die daar zijn, zoals bijvoorbeeld duikstekken als Vinkeveen Eiland 4, Tolenburg en nog zoveel andere plassen waar veel instructie wordt gegeven. En ook een qr-code (zie hiernaast.) kan mensen helpen om meteen melding te doen.’

 

____________________________________________________________

Melding doen

Een melding doen bij DOSA kan via www.duikongevallen.nl/incidenten. Hier kan je kiezen uit drie verschillende takken van de duiksport: technisch duiken, sportduiken en freediven. In een duidelijk formulier vul je alles in wat je weet en kan je zaken toelichten in opmerkingen. Ook als derde kan een melding worden aangemaakt. Je kan dat bijvoorbeeld doen als je niet direct betrokken was, of als je in de media of op social media een incident hebt langs zien komen. Dat heet een ‘Melding door derden’. DOSA gaat dan op zoek naar meer informatie over het gemelde incident. Bij het invullen van de formulieren is privacy heel belangrijk. Het is niet verplicht om persoonsgegevens in de formulieren te geven. Het helpt wel in het geval dat DOSA nog contact op wil nemen voor meer duidelijkheid.

 

  • Foto: Rob Aarsen
  • Foto: Jos Broere