Op 31 maart 1966 richt de Koninklijke Marine het Duikmedisch Centrum (DMC) op als opvolger van de duikmedische dienst die stamt uit 1954. Volgens Luitenant ter zee arts Thijs Wingelaar, algemeen militair arts en duikerarts in opleiding, was daar alle reden voor: ‘Na de Tweede Wereldoorlog kwam duiken steeds meer op de kaart te staan bij de marine. Voor het zoeken naar mijnen, onderhoud aan schepen en het opleiden van militairen van andere eenheden voor werk op en onder water. In de beginperiode stond het duiken nog in de kinderschoenen. Het was een gevaarlijke onderneming.’
Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw was het bijna wekelijks raak met duikongevallen. ‘Er werden in onze decompressietank zeker vijftig ongevallen per jaar behandeld,’ weet Thijs Wingelaar, ‘soms met meerdere duikers tegelijk. Vooral beroepsduikers uit de offshore. Door veranderende wetgeving, betere tabellen en moderne apparatuur is dat aantal flink verminderd.’ Nu behandelt het DMC gemiddeld per jaar ongeveer vijf à tien duikers van wie één militair. Door de komst van decompressietanks in andere ziekenhuizen (met name Goes) is het aantal behandelingen door het DMC ook afgenomen.
Bij de opening van het DMC was de opdracht nog: ”Duik diep, diep in de problemen, want alleen dan kunnen ze worden opgelost”. Dit was een verwijzing naar de kennis die het DMC nog moest opbouwen over het duiken en de medische kant van de onderzeedienst. In vijftig jaar produceerde het DMC een lange lijst van rapporten, publicaties en proefschriften. Zo onderzocht het DMC tijdens de bouw van de Stormvloedkering de effecten van een hogere zuurstofdruk op de longen van de beroepsduikers, werd onderzoek gedaan naar luchtbellen in de hersenen en is er een nieuwe methode ontwikkeld om het effect van een hoge zuurstofdruk op de longen te meten. Beide onderzoekslijnen blijven de belangstelling houden van het DMC en hebben tot diverse wetenschappelijke promoties geleid. Maar het onderzoek naar meer aardse zaken zoals de luchthuishouding en gemengd varen (mannen en vrouwen samen) aan boord van onderzeeboten waren minstens zo belangrijk voor de veiligheid van het defensiepersoneel dat onder water werkt.
Op dit moment werken vijftien mensen bij het DMC. Vier duikerartsen, twee longfunctie-assistenten, vier militair verpleegkundigen, een duikmedisch technicus en drie administratieve krachten. Hun motto is inmiddels “Bene Emergas”: kom veilig boven. Kapitein luitenant ter zee arts Dave Koch, het huidige Hoofd Duikmedisch Centrum, legt uit: ‘Wat ons betreft is dat het einddoel van iedere duik. Iedereen kan dieper en langer bedenken als motto voor een duik. Maar een veilige terugweg wordt daarbij steeds meer de beperkende factor. Als wij die terugweg beheersen, beter kunnen voorspellen en goed kunnen uitvoeren, dan hebben wij ons werk goed gedaan.’ Als voorbeeld geeft Wingelaar het onderzoek dat het DMC doet naar de werking van de duiktabellen. ‘Nu zijn dat rekenkundige modellen en voor iedereen hetzelfde. Maar iedere duiker is anders. Ik verwacht dat we in de toekomst voor iedere duiker een “persoonlijke tabel” ontwikkelen, op basis van metingen van bellen in de bloedbaan.’
Veilig bovenkomen geldt net zo goed voor sportduikers. Toch ziet Thijs Wingelaar uit eigen waarneming nog genoeg kansen om het veiligheidsdenken onder sportduikers te bevorderen: ‘Als je met een boot twee uur moet varen naar een wrak, betekent dat ook dat je twee uur moet varen om bij medische hulp te komen. Wie checkt op vakantie waar de dichtstbijzijnde decompressietank is? Wanneer je een eind weg bent dan moet je misschien niet de uiterste grenzen van de duiktabel opzoeken. Als je conservatiever duikt heb je minder kans op decompressieziekte. Toch zie ik weinig duikers die daar rekening mee houden. Een tweede aspect van veiligheidsdenken is het materiaal. Het controleren van je materiaal en dat van je buddy wordt aangeleerd in de opleiding, maar ik zie het aan de waterkant bijna niemand doen. Ook de instructeurs niet. Ik vind dat er onder sportduikers meer oog mag zijn voor de – potentieel levensbedreigende – risico’s van het duiken. Het DMC wil daar graag bij helpen door voorlichting te geven over duikersziekten en hoe je ze voorkomt. Veiligheidsdenken begint met de bewustwording dát er een risico is. Alleen als je de risico’s kent zijn ze te beheersen.’
_____________________________________________
Spreekuur
Iedere sportduiker kan het DMC bellen kan met duikmedische vragen. Van maandag tot en met donderdag tussen 13.00 en 14.00 uur is er een telefonisch spreekuur. Het telefoonnummer is: 0223-653076.
Voor duikongevallen is het DMC tijdens kantooruren bereikbaar op 0223-653076 en daarbuiten via 0223-68220 (stafofficier van dienst). U wordt dan doorverbonden met een duikerarts.