De Noordzee, de Waddenzee, de Zeeuwse stromen, het IJsselmeer, Nederland Waterland: zo staat ons land in de wijde wereld bekend. Daarbij moet we niet vergeten dat in het binnenland ook genoeg water te vinden is: rivieren, kanalen, sloten en niet te vergeten de vele grote plassen. Afgegraven voor veen, zand of kiezel. Niet alleen dat vele water maar ook de verdediging tegen dit water maakt Nederland beroemd. Dijken zorgen ervoor dat we droge voeten houden en menige buitenlandse toerist kent onze waterkeringen.
Veel (buitenlandse) duikers weten de Zeeuwse Delta te vinden. Natuurlijk, het is geen Rode of Middellandse Zee, het water is kouder, het zicht minder en met een beetje pech heb je veel stroming. Toch gaan we hier duiken, zoveel zelfs dat in een ’s zomers weekend parkeren wel eens problemen kan opleveren. Het zegt genoeg over de kwaliteit van het onderwaterleven, kreeften, krabben naaktslakken, anemonen en ga zo maar door.
Mensenwerk
Toch zouden veel dieren en planten niet aanwezig zijn als de mens niet had ingegrepen. De stenen van de dijk, de reefballs, de wrakken en objecten, allemaal mensenwerk: ook en vooral op de populaire zoetwaterduikplaatsen. Want hoewel de tropische wateren hier en daar ook voorzien zijn van objecten, moeten ze het vooral hebben van wrakken.
Verreweg de meeste duikplaatsen hebben hun vaste instapplaats of afdaallijn en voor boten is er een afmeerboei. Dit houdt in dat alle duikers op dezelfde plaats te water gaan, wat voor- en nadelen heeft. Zeeland is op veel duikplaatsen voorzien van duiktrappen. Rond deze duiktrappen is ‘s zomers de vegetatie zo goed als verdwenen. Horden duikers die hier hun vinnen aan- en uitdoen zorgen ervoor dat wieren geen kans krijgen. Duikers die al héél lang duiken zullen zich de barrière van Japans bessenwier nog herinneren. Deze moest eerst doorgeploegd worden voordat de duik kon beginnen. Na afloop was het mes, dat toen nog om het onderbeen gedragen werd, gegarandeerd weg. Natuurlijk, er werd niet zoveel gedoken als nu en de instapplaats werd naar believen gekozen, daar waar men dacht zonder kleerscheuren in het water te geraken.
Veel zoetwaterplassen kennen hetzelfde fenomeen. Kon je in het verleden te pas en te onpas duiken, worden nu veel zoetwaterplassen geëxploiteerd, met openingstijden. Buiten het entreegeld dat betaald moet worden zijn er allerlei regels waar men zich aan dient te houden. Ook hier een of meerdere instapplaatsen met dezelfde gevolgen als in het zoute water. Totaal geen begroeiing rond de instapplaats maar de gemiddelde zoetwaterplas kent nauwelijks of geen stroming. Daarbij bestaat de bodem vrijwel altijd uit zand.
Opdwarrelend zand
Bij populaire zoetwaterplassen gaan er tijdens de openingstijden zoveel duikers te water dat het opdwarrelende zand in de wijde omgeving verspreid wordt, ook op de planten die iets verder weg staan en wel enigszins de kans krijgen om te groeien. Hoe verder je wegzwemt van de instapplaats, hoe stofvrijer de planten. En het valt meteen op dat de plantengroei daarbij steeds uitbundiger wordt. Hiermee is duidelijk dat het stof dat duikers opdwarrelen zeer nadelig is voor de plantengroei.
We kunnen als duikers proberen aan de bovenwaterwereld te laten zien welke magische wereld zich onder die grijze wateroppervlakte bevindt.
Dan zijn er nog de duikers die denken te kunnen duiken, ze vinnen nog steeds in plaats van de frog kick te gebruiken. Gevolg is dat met iedere vinslag grote hoeveelheden zand opdwarrelen en dat niet alleen bij de instapplaats maar op de gehele duikroute! Hier is een taak weggelegd voor de opleiders. De frog kick zou tot de standaard vaardigheden moeten behoren.
Onderwaterfotografen moeten het ook vaak ontgelden. Natuurlijk, er zijn duikers die met vijftig duikjes al een camera in de handen hebben. Jammer, want voor onderwaterfotografen zijn ultieme trimvaardigheden een eerste vereiste. Zo niet, is het zelfgemaakte stof meteen terug te zien op de foto. De verplichte instapplaatsen hebben ook hun voordelen. Juist omdat iedereen in een klein gebied te water gaat, blijft de grootste schade beperkt tot dat gebied. De minder ervaren duikers die de frog kick nog niet onder controle hebben redden het vaak niet tot de ‘schone gebieden’, waardoor deze ook schoon blijven.
Prooi vangen met hulp van duikers
Op plaatsen waar veel (nacht)duiken gemaakt worden doet zich een ander opmerkelijk fenomeen voor: vissen wennen aan duikers. Duikers die in tropisch water een nachtduik maken zullen vaak vergezeld worden van koraalduivels. Ze hebben geleerd om in het lamplicht hun prooi te zoeken en te verrassen. Ook in zoet water kennen we dit fenomeen. In duikplassen waar veel nachtduiken gemaakt worden hebben de baarzen geleerd om met de duiker mee te zwemmen en hun prooi in het lamplicht te vangen. Opvallend hierbij is dat er toch erg vaak mis gegrepen wordt. Ook de snoekbaars kan dit kunstje aanleren. In een plas waar veel snoekbaarzen zitten is het vaker voorgekomen dat er een stuk of acht snoekbaarzen langszij van de duiker meezwommen om naar voren te schieten als zich in het lamplicht een prooi aandiende. Behoorlijk schrikken voor prooi en duiker, zeker als er meerdere snoekbaarzen tegelijk naar voren schieten. Jagende vissen weten het lamplicht van een duiker in hun voordeel te benutten, de prooi heeft er alleen maar nadeel bij.
Objecten
Inmiddels liggen er bij veel duikplaatsen objecten. Van echte wrakken tot reefballs tot oefenplateau’s, noem maar op. Natuurlijk zijn objecten onder water leuk, maar het verschil tussen een object en ‘rommel’ is af en toe wel erg vaag. Onderwaterobjecten, mits geen ‘rommel’, hebben grote voordelen voor zowel duikers als het onderwaterleven. Wrakken worden benut als schuilgelegenheid en al het natuurlijke materiaal kan gebruikt worden als aanhechtingsplaats voor vastzittend leven, mosselen, sponzen, hydra’s en meer. Meervallen houden van schaduw en onder een ondiep oefenplateau is het prima uit te houden. Staan de objecten op de bodem dan is hier een uitstekende gelegenheid voor gravende dieren om holletjes te graven. Voor snoeken zijn onder water geplaatste bomen een prima uitvalsbasis voor een verrassingsaanval. In diezelfde takken hangen baarzen hun eislingers op en jonge vis vindt tussen de takken een schuilgelegenheid.
Bescherm het onderwaterleven
Verreweg de meeste duikers weten het onderwaterleven op waarde te schatten. De niet duikende medemens heeft meestal geen idee wat zich onder water afspeelt. Afbeeldingen van het Zeeuwse onderwaterleven en zelfs uit zoetwaterplassen worden vaak toegekend aan tropische oorden. Terwijl boven water nieuwe natuurgebieden gemaakt of hersteld worden, worden de Nederlandse wateren nog te vaak gebruikt als dump. Zeeland ligt inmiddels vol met staalslakken, vervuild havenslib wordt weggewerkt onder een laag zand. Het is niet schadelijk, zegt men. Feit is dat dat spul daar gewoon niet thuis hoort. Niet één Nederlander die het in zijn hoofd haalt om de Veluwe vol te gooien met staalslakken. Veel boten lozen hun sanitaire afvalproducten nog in het water en grote gedeelten van de bodem worden omgeploegd door vissersboten.
We kunnen als duikers proberen aan de bovenwaterwereld te laten zien welke magische wereld zich onder die grijze wateroppervlakte bevindt. Gelukkig kunnen de eerste serieuze onderwaterfilms al bekeken worden. Het gros van de duikers heeft inmiddels een camera in de handen. Laten we duidelijk maken dat de Nederlandse wateren niet als dump gebruikt moeten worden, niet leeggevist moeten worden en op dezelfde manier als de natuurgebieden boven water beschermd moeten worden. Daar hebben we als duikers het meeste voordeel bij.