Kogelvissen (Tetraodontidae) zijn langzame maar vaardige zwemmers. Net als de koffervis kunnen ze op de plaats draaien en zelfs achteruit zwemmen. In korte tijd kunnen kogelvissen hun lichaamsomvang sterk vergroten. Dat doen ze om aanvallers af te schrikken. Om zich op te blazen, zuigen ze water op in een zijdelingse maagkamer. Lang geleden vonden we het leuk om ze te vangen zodat ze zich zouden opblazen. Dan konden ze nauwelijks nog zwemmen en dat was heel interessant en grappig voor een foto. Maar dat is “zo vorige eeuw”! Tegenwoordig weten we beter en mogen we niets meer aanraken en verstoren. En dat is maar goed ook want de dieren hebben duidelijk stress van zo’n behandeling. Toch kom ik nog weleens een “hangbuik” tegen. De kogelvissen zwellen soms een beetje op terwijl ze gepoetst worden; misschien is het de ontspanning? En ook als ze slapen zie ik ze met een prachtig buikje, elegant gedrapeerd over het rif.
Het opblazen is een indrukwekkend fenomeen.
Kogelvissen leven in rustige, beschutte riffen en schijnen honkvast te zijn. Ze worden solitair of in kleine groepjes gezien. De meeste kogelvissen leven bij de bodem waar ze zich voeden met schaaldieren en andere visjes. Over de voortplanting is weinig bekend. Na een hofmakerij van enkele uren zetten ze hun eitjes onder rotsen en in zandkommen af. Bij de zadelvlek spitskopkogelvis heeft het mannetje een harem die uit twee tot zeven vrouwtjes bestaat. Net als de koffervissen zijn de kogelvissen giftig. Ze slaan een gif (tetrodotoxine) op in de ingewanden, de geslachtsorganen en de huid. Ze krijgen het gif binnen door roodalgen (Jania sp.) met giftige bacteriën te eten. Het is hetzelfde gif dat je aantreft in sommige grondels, zeeslakken, schaaldieren, zeesterren en de blauwgeringde octopus.
Mappa Kogelvis (Arothron mappa)
Deze kogelvis lijkt op een aardrijkskundig kaart met zijn stippen en strepen op een lichte ondergrond. Rond de ogen heeft de mappa altijd straalvormige strepen. Het is een schuwe vis, hij blijft altijd in de buurt van schuilplaatsen. Kogelvissen hebben grote tanden die ze moeten slijpen. Ze eten daarom hard voedsel zodat de tanden kort blijven. Doen ze dit niet dan groeit het gebit dicht en kan de vis niet meer eten. Met hun sterke gebit kunnen kogelvissen een vinger afbijten, oppassen dus! Het voedsel van de mappa kogelvis bestaat uit lagere dieren zoals garnalen, schaaldieren, krabben en kleine visjes. Ook vreten ze sommige soorten koraal aan. Bij Pescador Eiland (Cebu) zag ik hoe een trompetvis met een mappa kogelvis meezwom. De trompetvis wilde duidelijk schuilen achter de kogelvis, maar die was daar niet van gediend.
Reuzen kogelvis (Arothron stellatus)
Deze prachtige reus kan tot 1,20 meter worden en is daarmee de grootste soort van deze groep. Gemiddeld zijn ze 54 centimeter. Deze schuwe vis heeft een langwerpig, ovalen lichaam met zwarte stippen. De ogen zijn groot en rond. De stevige bek bevat scherpe tandplaten. Hij leeft op buitenriffen en in heldere lagunes tussen 2 en 58 meter diepte. Hij leeft op een vaste plaats en is solitair. Jonge dieren zijn ook te vinden op zeegrasvelden of zandvlakten. De juveniele dieren zijn geelbruin met zwarte strepen, later gaan die over in stippen. De reuzen kogelvis is erg giftig. Hij komt voor in de Indische Oceaan van Oost-Afrika tot de Westelijke Pacific.
Masker kogelvis (Arothron diadematus)
Deze kogelvis is vaak te vinden bij zandbodems tussen koraalriffen of zeegrasvelden in de Rode Zee. Hij heeft een bolvormig wit lichaam met zwarte vlekken. De ogen zijn groot en rond en omrand met een opvallende zwarte band. Het lijkt alsof de kogelvis een een masker draagt. In het paringsseizoen vormt deze vis soms grote groepen. Het dieet bestaat uit schelpen, garnalen, zeeanemonen en koralen. Ook met deze kogelvis hebben we vroeger (in de vorige eeuw dus) gespeeld. Dat heeft tot interessante foto’s geleid. Het opblazen is een indrukwekkend fenomeen. Duidelijk zijn de korte stekeltjes en kleine tandjes van de vis te zien. Daarna hebben we het dier weer gauw losgelaten. Er bestaat een verwante soort, Arothron nigropunctatus, die er precies op lijkt maar vooral in de Indische oceaan voorkomt.
Zwartvlek kogelvis (Arothron nigropunctatus)
De zwartvlek kogelvis is een massieve ronde vis met een snuit, waardoor hij lijkt op een hond of zeehond. Hij is in veel kleurvarianten te vinden. Meestal is hij grijs/beige van kleur, maar ze zijn er ook in het zwart en geel. De rug is meestal een fractie donkerder gekleurd dan zijn buik. Over het gehele lichaam zijn een aantal zwarte vlekken te vinden, zonder enig patroon. Er gaan verhalen dat de zwartvlek kogelvis van kleur verandert naarmate hij ouder wordt. Bijna alle varianten hebben een bleke, witte streep tussen hun snuit en ogen. De volwassen dieren leven vaak in paartjes. Deze kogelvis eet kreeftachtigen, sponzen, zakpijpen, algen, zeeanemonen en ook harde koralen. Vooral de Acropora koralen, waar ze de levende puntjes vanaf bijten.
Oogvlekspitskop kogelvis (Canthigaster salandri)
Het kogelvisje dat ik in het noordoosten van Bali tegenkwam, is een kleine tropische schoonheid. Voor de rugvin heeft het visje een “vals oog”: de vlek waarnaar de naam verwijst. Het visje houdt van lagunen en beschutte buitenriffen tot een diepte van 36 meter. Het leeft gewoonlijk paarsgewijs en het voedt zich met algen en koralen. Het lichaam is bruinachtig van kleur met veel kleine blauwe stippen en strepen. De buik is wit wat overgaat in oranje. Het valse oog op de rug is oranje en wordt geaccentueerd met een lichtblauwe ring. De rugvin is klein en kort. De oogvlekspitskop wordt geïmiteerd door een vijlvisje: de Pukhet vijlvis.
Papoea spitskop kogelvis (Canthigaster papua)
Dit visje is bijna nog mooier dan de oogvlekspitskop, maar iedereen mag zelf kiezen! Ik heb het gevonden in de wateren rond Cebu en bij Bali. Het leeft op koraalrijke riffen en bij drop-offs tot vijftig meter diepte. Het komt wijdverspreid voor van de Filipijnen en Indonesië tot aan Nieuw-Guinea. Het is nauw verwant aan de oogvlekspitskop en lijkt er ook op. De bruine basiskleur wordt bij de bek en rond het oog oranje. De oogvlek bij de rugvin is donker met een lichtblauwe ring. Ook het staartuiteinde heeft een oranje zweem. De lichtblauwe stippen en strepen maken het geheel helemaal af!
Grijskop kogelvis (Canthigaster capistrata)
Dit kleine kogelvisje kom je tegen bij Lanzarote, Madeira en Kaapverdië. De grijskop kogelvis leeft op rotsachtige bodems tot veertig meter diep. Het visje leeft verspreid over de eilanden in de Oostelijke Atlantische oceaan. De grijskop kogelvis is te herkennen aan een langwerpig lichaam, grote ogen en een vooruitstekend snuitje. De rug is groen/bruin en de buik is wit. Het heeft donkere lengtestrepen, een soort scheiding, met veel blauwe stippen. De stippen lopen door tot rond de ogen en de snuit. Tijdens nachtduiken kom ik ze ook tegen. Dan zijn ze lichter van kleur, maar gelukkig wel met de blauwe stippen! De huid van deze vis is erg giftig.
Spitsneus kogelvis (Canthigaster rostrata)
De spitsneus kogelvis leeft voor de kust van South Carolina tot aan Venezuela, inclusief de Bermuda-eilanden en de Caribische Zee. Het visje heeft een voorkeur voor ondiepe riffen waar het kan schuilen tussen gorgonen, vuurkoraal en zweepkoraal. Het heeft een compact model met een puntig snuitje. De kleuren verschillen. Ik heb een bruin/oranje visje gefotografeerd op Curaçao, weer met prachtige blauwe punten en strepen. En van Statia een foto van het visje met een donkere rug, lichtere zijkant en buik, ook weer met de blauwe accenten van streepjes en puntjes. Wat een mooie visjes, maak me gek!