In 1987 dook Klaas Koch al meer dan tien jaar. Hij begeleidde in dat jaar het Zeelandweekend voor duikclub Miramar Groningen; het weekend waarin ik mijn eerste buitenduik maakte. Klaas was net met een 0-* onder water geweest. Hij zei: ‘Ach, ik kijk zo even een paar minuten hoe hij zich gedraagt onder water, en als ‘ie een beetje rustig is en goed reageert dan maken we gewoon een lekkere duik of het nu naar vijftien of twintig meter is.’ Typisch Klaas, op en top no-nonsense man. Hij vertelde toen al over de keren dat hij de Noordzee op was geweest en daar prachtige duiken op wrakken had gemaakt. Het ligt er vol wrakken, onder andere uit de eerste en tweede wereldoorlog. De wrakken zijn helemaal begroeid met anjelieren, vertelde Klaas, en er zwemmen scholen steenbolken en kabeljauwen in en om de wrakken. En over noordzeekrabben zo groot als pizza’s.
Klaas wilde het liefst zelf een schip hebben om in alle vrijheid de Noordzee te verkennen. In die tijd regelde hij af en toe en visserschip in het weekend om vanuit Lauwersoog de Noordzee op te varen en op een wrak te duiken. De vissers wisten wrakken te vinden omdat ze en daar weleens netten aan verloren en ook wel met sportvissers bij die wrakken visten. Klaas was toen al aan het informeren en meezoeken naar informatie over de ligging van diverse wrakken. Klaas vertelde over de “Orient”: een prachtig wrak, dat mooi en majestueus rechtop op de zeebodem staat. Het duurde tot 1989 voordat ik als 2-* mee kon naar de Orient. Hij had een viskotter geregeld, de “Louwes”. Het was ideaal weer. De prachtige sfeer onder water, zo mysterieus donkergroen bij een wrak, maakte diepe indruk. Nooit gedacht hoe mooi de Noordzee kon zijn!
Zeester
Niet lang daarna kocht Klaas zijn Zeester, een oud patrouilleschip. Vanaf dat moment moest hij zelf de wrakken vinden en ervaring opdoen als kapitein. De belangstelling om met Klaas mee te gaan kwam al snel vanuit andere duikclubs in het noorden. “Nee” zeggen vond Klaas moeilijk en op zomerse dagen met een stille zee puilde de Zeester soms uit. Op zich mooi voor de financiën want er viel nog wel wat te investeren in het schip. Al snel had Klaas de wrakken gevonden waar hij eerder met de viskotters op had gedoken. Daarnaast lokte het avontuur van onbekende wrakken. Hij begon onderzoek te doen om nieuwe wrakken te vinden. Soms op basis van vage informatie uit het archief. Soms uit verhalen via-via. Er was nog geen internet in die tijd.
Klaas dook het kombuis in en maakte zijn eigen zoekschema. De volhouder vond mij terug kort voor middernacht.
Tijd voor een uitstapje was er ook. In 1991 organiseerde Miramar een gezamenlijke duikreis naar de tropische koraalriffen. Klaas vond dat hij ook eens iets van koraalriffen moest meemaken en ging mee. Op een van de duiken zagen we een joekel van een murene met zijn kop uit het rif steken. Klaas bedacht zich niet en ging achter de koraalformatie op zoek naar de rest van het beest. Dat vond hij en vervolgens kneep hij het beest in zijn staart waardoor de murene in volle vaart uit zijn koraalhol kwam, recht op een fotograferende Miramar duiker af. Klaas verklaarde zich door te zeggen dat hij het voor de foto deed, maar ook benieuwd was hoe groot het beest nu was… no-nonsense weer. Aan het eind van de duikweek vertelde Klaas dat die koralen en vissen best mooi waren, maar dat hij weer naar de Noordzee verlangde met zijn wrakken. Een week later crashte er een groot schip genaamd “The Salem Express” op de riffen van Safaga.
HM Submarine E3
De vondst van de Britse onderzeeër E3 op 15 oktober 1994 was een hoogtepunt voor Klaas. De onderzeeër is gezonken in de eerste wereldoorlog. Hoe Klaas aan de coördinaten kwam is onbekend, wel weten we dat Duikteam Ecuador op op Terschelling er ook al tijden naar zocht. De ontdekking haalde alle kranten en de tv. Het was een eind varen en de tweede of derde keer was het raak. Prachtig om te zien hoe de sigaarvormige romp rechtop op de bodem lag. De onderwaterbeelden van Theo Beelien geven de kijker nog steeds kippenvel. Bij de afdaling zag je langzaam de contouren van de romp opdoemen in de diepte. Het wrak ligt op de bodem op dertig meter diepte en is mooi begroeid met de gebruikelijke Noordzee fauna. Ook in de onderzeeër zijn prachtige beelden gemaakt. Vol trots was dit natuurlijk hét onderwerp van de jaarlijkse wrakduikavond. De jaarlijkse Zeester wrakduikavonden zijn sindsdien legendarisch.
Een van de mooiste wrakduiken was op de Duitse voorpostenboot “Ernst van Briezen” die is gezonken in de tweede wereldoorlog. Het wrak ligt bijna helemaal ondersteboven. Met Klaas dook ik op en vooral in het wrak. De stuurhut zat vol met steenbolken en door de ramen scheen de groene gloed van de Noordzee… een prachtig tafereel. In de stuurhut en slaapverblijven doorzochten we op onze knieën allerlei laatjes en kastjes. De meest grappige kleine voorwerpen kwamen tevoorschijn. Metalen sigarettenkokers, brillenkokertjes, bestek en zo meer. Maar het ging nog meer om de mooie sfeer rondom het wrak. Op de terugweg van deze prachtige duikdag kregen we pech met de Zeester. De motor viel af en toe uit. En er stond nogal wat deining. Op het moment dat het schip vaart minderde begon het flink te slingeren. De rubberboot hield hem dan op koers terwijl er werd geprobeerd de motor weer aan te slingeren. Kleppen van de motorruimte omhoog en sleutelen, dieseldampen in de stuurhut met al die rokers erbij – lekker is anders. En dit gebeurde enkele keren op de terugweg. Op een gegeven moment leek het probleem verholpen en gebaarde Klaas om snert te maken. De snert was klaar en net toen de meeste duikers genoten van een kom soep viel de motor weer uit. Het schip minderde vaart en begon te slingeren en de erwtensoep vloog door de hele stuurhut, wat een enorme bende gaf. De motorklep moest weer open. Lucht van zware shag, erwtensoep, diesel en kotsende mensen… eenmaal veilig terug in de haven hebben we niet alleen de buitenkant van de Zeester afgespoeld maar ook de stuurhut moeten uitspoelen. Maar we hadden wel een onvergetelijke duik gemaakt!
Afgedreven
In de zomer van 1998 doken we op het wrak van de “Aline Woerman”, iets ten oosten van Texel. Tijdens die duik raakte ik mijn buddy kwijt. Op zich niks aan de hand, ik steeg rustig op maar dreef wel een eind af, want het was springtij. Mijn buddy kwam ternauwernood terug bij de ankerlijn. Niemand aan boord had me zien bovenkomen. Klaas had op een of andere manier een blind vertrouwen dat ik niet was verdronken maar ergens dreef. Er werd een zoekactie gestart. De helikopter kon niks zien omdat de zee schitterde in de zonnestralen en twee meter hoge golven. Hoewel ik de helikopter zelf wel kon zien, kon ik niets doen om op te vallen. Klaas kon intussen niet verdragen dat de reddingsmaatschappij vooral stroomopwaarts zocht. Hij had geen keuze en moest tot zijn grote ergernis meezoeken vanuit hun schema. De tijd verstreek. De reddingsmaatschappij gaf het op en Klaas dook het kombuis in en maakte zijn eigen zoekschema. De volhouder vond mij terug kort voor middernacht. Wat een kanjer!
De opbrengst van het mediacircus dat volgde, is naar Klaas gegaan. Hij kocht meteen een sonar waarmee hij de zoekapparatuur op zijn Zeester compleet maakte. Bovendien nam Klaas een aantal veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat zo een afdrijfavontuur zich zou herhalen. De wilde haren van de groep waren daarmee (deels 😉 verdwenen en het wrakduiken met Klaas werd nog professioneler. Ook heeft Klaas de laatste jaren veel samengewerkt met de Stichting Maritiem Onderzoek Nederland (STIMON) en de Landelijk Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW). Hij haalde vele netten van wrakken of zette er oesters uit. Klaas maakte zich hard voor het behoud van de Noordzee in al haar facetten. Eigenlijk verdient Klaas Koch een dikke landelijke onderscheiding. Maar goed; als Klaas ergens een hekel aan had… ‘Doe maar gewoon,’ hoor ik hem zeggen. No-nonense.