Leestijd: 3 minuten

Spiegelglad, helder water. Soms laat de Noordzee zich van haar mooiste kant zien.

Wat een bofkont! Ik kan mee met de Lamlash voor een wrakduikweekend op de Noordzee. Het is schitterend weer, windstil en doodtij. Aan boord ben ik de enige duiker zonder wrakduikervaring, maar in goede handen bij deze ervaren groep. Vrijdagochtend vertrekken we bij zonsopgang vanuit IJmuiden naar de Nipponia, ons eerste wrak. Dit Duitse stoomschip uit 1891 vervoerde erts en is in oktober 1908 vergaan na een aanvaring met het Duitse SS Pretoria. Het ligt ten zuidwesten van Texel waar het onderwaterleven zich tegoed doet aan alles wat zich op het wrak hecht. Ja, de zee neemt, de zee geeft. Voor ons is het natuurlijk een fantastisch object om op te duiken. Ik ben benieuwd!

 

Het geluid van de motor klinkt al snel vertrouwd en de uren vliegen voorbij. Zodra de daal- en gidslijnen zijn uitgelegd hoor ik: ‘Dubbeltien met Plien, spring d’r maar in!’ Ik trek mijzelf langs de verbindingslijn naar beneden tot aan de daallijn die aan het wrak vastzit. Het zicht is dik tien meter en de contouren van de Nipponia krijgen vastere vorm naarmate we dieper komen. De schroefas loopt over het wrak en door een tunnel waarin een enorme kreeft woont. De achterkant van het wrak staat deels overeind en is omringd door honderden steenbolken – en helaas ook visnetten. In de stoomgaten van de ketel spelen gehoornde slijmvissen kiekeboe met mij, zó grappig! Enorme kabeljauwen en pollakken krioelen tussen de rechtopstaande stoompijpen door die de vissen een veilig onderkomen bieden. Wij beëindigen de duik bij de prachtig begroeide stoomketel die mooi afsteekt tegen het groene zeewater. Via de lijn stijgen wij op en maken een veiligheidsstop waarna de duiklift ons weer aan boord hijst.

 

Beeld

De Lamlash is in 1973 gebouwd in het Verenigd Koninkrijk en ontleent zijn naam aan een vissersdorpje op het Isle of Arran, dat voor de kust bij Glasgow ligt. Oorspronkelijk deed het schip dienst als bevoorradingsschip bij de Royal Navy. Tien jaar geleden is het als duikschip gekocht door de huidige Nederlandse eigenaar die samen met de schipper en vaste bemanning alles tot in de puntjes verzorgt voor de duikende gasten. Alle middelen om veilig te duiken zijn aanwezig, zoals de daallijn, een veiligheidslijn achter het schip en een gidslijn op het wrak. Als duiker heb je zo de hele duik contact met de Lamlash en daarnaast gebruikt iedereen een reel. Na de duik hijst de lift je weer aan boord. Tussen de duiken door gaat ieder zijn eigen gang. De geur van een tosti laat mijn maag rammelen, dus maak ik er een voor mijzelf. Op het zonnedek zoekt een stelletje op deze snikhete dag verkoeling en bij de boeg worden mooie verhalen over vroeger opgedist. Ik vind het fijn dat wij drie duiken maken op hetzelfde wrak. Daardoor leer ik het goed kennen. De vaste duikploeg legt mij aan de hand van foto’s en film uit welke scheepsonderdelen er zijn en door deze informatie krijg ik bij elke duik een beter beeld van het wrak en het onderwaterleven er omheen.

 

Na de ochtendduik worden wij losgemaakt van de Nipponia en zet de schipper een koers uit naar de Nautilus, het tweede wrak van deze trip. SS Nautilus ligt vijftien zeemijlen ten westen van Texel en is een enorme stalen bak die steenkool vervoerde. In 1962 verging het tijdens een zware storm. Slechts een van de 24 opvarenden overleefde deze scheepsramp. Voor het wrak liggen enorme ankerkettingen die eruitzien alsof een zeemonster hier een ijzeren drol heeft gedraaid. De schroef is enorm – woorden schieten tekort om dit gevaarte te beschrijven. Het onderwaterleven op dit wrak is aanzienlijk minder dan op de Nipponia, want naast kleine steenbolken en wat Noordzeekrabben en -kreeften treffen wij hier alleen een eenzame pollak aan. Dat maakt de beleving in en rond het wrak niet minder: ook dit is een ervaring die ik voor geen goud had willen missen.

 

Het weekend kan qua weer, duiken en gezelschap niet meer stuk. De schipper trakteert ons tijdens de terugtocht naar IJmuiden op een toegift die in mijn geheugen gegrift staat. Hij legt de Lamlash stil en nodigt ons uit om de Noordzee in te springen, zodat wij met de boot mee driften. Gelukkig kunnen wij door dit intermezzo nog een uurtje langer nagenieten met elkaar van dit fantastische duikweekend. Bofkonten, dát zijn we!

 

  • Ook dit is een ervaring die ik voor geen goud had willen missen.
  • Ook dit is een ervaring die ik voor geen goud had willen missen.
  • Ook dit is een ervaring die ik voor geen goud had willen missen.
  • Ook dit is een ervaring die ik voor geen goud had willen missen.