Leestijd: 5 minuten

Veel duikers zijn niet op de hoogte van invasieve koraalsoorten in de Cariben. Toch komen ze daar al bijna een eeuw voor, waardoor het misschien lijkt alsof ze daar thuishoren. Van nature leven ze in de Stille en Indische Oceaan. Vermoedelijk zijn ze in de Cariben geïntroduceerd door middel van scheepvaart, voornamelijk die van de olie-industrie. De aanwezigheid van scheepswrakken maakt het makkelijker voor deze soorten om zich definitief te kunnen vestigen.

Bij invasieve soorten in de Cariben denken de meeste duikers wellicht aan koraalduivels van het vissengeslacht Pterois, tegenwoordig misschien beter bekend als de ‘lion fish’. Deze vissen komen oorspronkelijk voor in de Stille Oceaan, de Indische Oceaan en de Rode Zee. Via het Suez Kanaal zijn ze inmiddels ook in de Middellandse Zee beland. Omstreeks 1985 werden exemplaren losgelaten in Florida, waarna ze zich verder konden verspreiden in de Caribische Zee, de Golf van Mexico en ver noord- en zuidwaarts langs de Atlantische kustlijnen van de Verenigde Staten en Brazilië. Het is echter veel minder bekend dat er al veel langer een invasieve soort voorkomt in de Cariben en het westelijke deel van de Atlantische oceaan.

 

Tubastraea coccinea koraal in de schaduw onderaan een rots (2 m diep), waar het een steenrode kleur lijkt te hebben (Director’s Bay, Curaçao). Foto: Bert Hoeksema

 

Zonnekoraal

Deze invasief betreft het zonnekoraal, Tubastraea coccinea. Deze opvallende koraalsoort werd voor het eerst waargenomen in Curaçao en Puerto Rico in de jaren ‘30 van de vorige eeuw. De eerste koralen waren waarschijnlijk meegelift op een scheepsromp of op een boorplatform. Ze vallen op door de oranje kleur van hun kelken en de gele kleur van hun uitstaande tentakels. Ze kunnen heel ondiep voorkomen, vlak onder het wateroppervlak in brandingsnissen van overhangende rotswanden, of tot onder de 50 meter diepte op scheepswrakken.

In 1953 schreef professor Hilbrand Boschma van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden (het huidige Naturalis) dat deze soort in Aruba, Bonaire en Curaçao wordt gevonden, waar ze ‘rood koraal’ worden genoemd door de plaatselijke bevolking. Hij schreef ook dat de poliepen kolonies kunnen vormen met een diameter van minstens tien centimeter en dat ze groeien op mangrovewortels, kalkrots, dood koraal en scheepsrompen. Dat dit koraal geen speciale aandacht krijgt van duikers komt misschien doordat ze veronderstellen dat deze soort van nature voorkomt in de Cariben en ook doordat er geen directe ecologische schade wordt waargenomen. Deze kleurrijke koralen worden misschien positief gewaardeerd door hun fotogenieke voorkomen.

 

De romp van het wrak Chien Tong bij Sint-Eustatius met een hoge bedekking van Tubastraea coccinea koraal op een diepte van 22 m. Foto: Bert Hoeksema

 

Op veel Caribische koraalriffen komen deze ‘rode koralen’ niet voor in grote dichtheden, maar wel op wrakken. Er zijn ook geen gevallen bekend dat lokale rifsoorten hinder hebben van deze invasief. Kerstboomwormen van de soort Spirobranchus giganteus kunnen juist samenleven met Tubastraea coccinea. In Brazilië is daarentegen wel sprake van plaagproporties. Rotswanden kunnen daar voor 100% bedekt worden door Tubastraea. Lokale soorten worden dan weggedrongen of overwoekerd. Bovendien heeft Brazilië inmiddels te maken met twee Tubastraea-soorten. De tweede soort heet Tubastraea tagusensis.

 

De onderzijde van de Safe Regency bij Boca Sami, Curaçao (april 2017) met een dikke korst van aangroei bestaande uit sponzen en de koralen Tubastraea coccinea (donker gekleurd) en Tubastraea tagusensis (licht gekleurd). Foto: Jos Bruijninckx

 

Gigantische platformen nader bekeken

Zover lijkt het nog niet te zijn in de Cariben, maar wat niet is kan nog komen. Van Curaçao en de andere Nederlands-Caribische eilanden was al lang bekend dat Tubastraea coccinea veel voorkomt op wrakken. Het was nog niet bekend dat Curaçao veel wordt bezocht door zogenoemde ‘semi-submersible platforms’. Dit zijn kolossale vaartuigen die worden gebruikt bij de olie- en gaswinning op zee. Ze worden verankerd en assisteren bij allerlei werkzaamheden in olievelden of ze dienen als hotel voor het personeel dat op de booreilanden werkt. Ze kunnen jarenlang buiten de kust gestationeerd worden, maar af en toe moeten ze verkassen naar een ander olieveld of naar een haven voor onderhoud.

 

Een zacht koraal (Chromonephthea sp.), onbekend van de Cariben, aan onderzijde van de Safe Regency bij Boca Sami, Curaçao (april 2017). Foto: Jos Bruijninckx

 

Curaçao heeft meerdere locaties voor het aanleggen en parkeren van zulke drijvende platforms. De bekendste liggen vlakbij veel bezochte duikplaatsen. Vanouds is dit Caracasbaai, vlak bij de duiklocatie ‘Tugboat’, waar soms meerdere platforms tegelijkertijd aangemeerd zijn. De andere plek ligt in de St. Michielsbaai voor het dorpje Boca Sami, waar duikschool Wederfoort is gevestigd. Tegenover de duikschool is een grote boei verankerd, die wordt gebruikt voor de aanleg van platforms op minder dan 100 meter afstand van het rif. De drijvende platforms worden hier voor lange tijd geparkeerd als ze even geen dienstdoen. Een voorbeeld hiervan was het platform Safe Regency, dat hier maar liefst een jaar werd geparkeerd, van augustus 2016 tot augustus 2017. Voor die tijd had het platform zo’n twintig jaar gefungeerd in het zuidelijke deel van de Gulf van Mexico.

 

De aanwezigheid van scheepswrakken maakt het makkelijk voor deze organismen om zich definitief te vestigen.

 

Door de positie op zwemafstand van Boca Sami kon de Safe Regency makkelijk worden onderzocht voor nadere inspectie. Het platform was gemonteerd op twee drijflichamen; net als een catamaran, maar dan vele malen groter. De twee drijflichamen bleken bedekt onder een laag van enkele decimeters dik voornamelijk bestaande uit sponzen en koraal. Behalve veel exemplaren van Tubastraea coccinea bevonden zich hieronder ook veel kolonies van de koraalsoort Tubastraea tagusensis, die nog niet eerder was gerapporteerd van de Nederlandse Cariben. Ook waren er meerdere kolonies van een zacht koraal van het geslacht Chromonephthea. Deze was eerder wel bekend in Brazilië, waar veel platforms in bedrijf zijn, maar nog niet in de Cariben. Het gaat hier waarschijnlijk ook om een soort die oorspronkelijk niet voorkomt in de Atlantische Oceaan. Sommige koralen waren bewoond door een soort wormslak die sinds kort bekend is van de Cariben en waarschijnlijk ook via een platform was ingevoerd (zie Onderwaterport juli-augustus 2022).

 

Een trap aan de onderzijde van de Safe Regency bij Boca Sami, Curaçao (april 2017), bedekt met Tubastraea koralen. Foto: Jos Bruijninckx

 

De aanwezigheid van allerlei uitheemse mariene diersoorten op een drijvend platform voor de kust van Curaçao toont aan hoe makkelijk het is om uitheemse diersoorten te introduceren. De aanwezigheid van scheepswrakken maakt het makkelijk voor deze organismen om zich definitief te vestigen. Dit betreft met name soorten die goed gedijen op kunstmatig substraat, zoals metaal of beton. Zo kwam er in 2023 een publicatie uit waarin een ander soort koraal werd gemeld, dat ook nooit eerder was gevonden in de Cariben. Dit betrof een kostvormend soort zacht koraal dat was gevonden op scheepswrakken in de baai van het eiland Sint-Maarten in het oostelijke deel van Caribisch Nederland. Deze scheepswrakken dateren van orkaan Irma in 2017. Ze zijn inmiddels opgeruimd. Voor duikers kan het een belevenis zijn om op een wrak te duiken, maar de aanwezigheid van wrakken als kunstmatige riffen maakt het wel makkelijk voor sommige uitheemse soorten om zich te kunnen vestigen. Het is dus niet raadzaam om schepen met opzet te laten zinken om duikattracties te creëren, wat inmiddels op veel plaatsen wel al is gedaan. In feite is elk scheepswrak ook een stuk vervuiling dat van nature niet thuishoort in zee.

 

Het platform Safe Regency voor de kust van Boca Sami, Curaçao (maart 2017). Foto: Bert Hoeksema