Leestijd: 5 minuten

Zoek je het einde van de wereld? Dan ben je hier aan het goede adres.

Santo Antão is het meest westelijke en grootste eiland van Kaapverdië. Onderwatersport is hier eerder geweest want het is een bijzondere streek met dieren die je nergens anders tegenkomt. In het vorige artikel over dit Kaapverdische eiland namen we je mee naar de hoofdstad Porto Novo en doken we aan de noordkant van het eiland. In het zuiden van Santo Antão ligt het afgelegen vissersdorp Tarrafal. Daar kun je met duikschool Blue-Eden ook duiken. Omdat het 2 uur varen is van Porto Novo, blijf je dan overnachten. De volgende dag rij je terug over het eiland om te genieten van unieke vergezichten.

 

De kans om in een totaal afgelegen zeegebied te duiken laten we ons niet ontgaan. Na een briefing besluiten we om ons comfortabele hotel in Porto Novo voor even te verlaten en ons in het avontuur te storten. Op de heenweg varen we met de RIB langs de kust en maken we 2 duiken. Zoals overal op de Kaapverdische eilanden stikt het weer van de vis. Opvallend zijn de grote scholen juffertjesvissen. Ze zijn gewoon bruin en in de boeken staat dat het een inheemse soort is voor de Kaapverdische eilanden – alleen hier te zien dus. Er is een school grote zwarte vissen met 1 witte streep als een soort dwarsbalk. Maar daar kan ik (nog) geen goede foto van maken. Een grijze trekkersvis wil met ons spelen. Hij zwemt naar m’n buddy toe, maar tot 2 keer toe bedekt de vis precies haar gezicht. Ja, dat was voor een foto nou net niet de bedoeling… Tijdens de duik merken we dat het water hier warmer is dan in het noorden. De watertemperatuur is gelijk aan de temperatuur van de lucht: allebei 28 graden. Aan de zuidkant van het eiland staat minder wind. De hoge bergen (sommige zijn bijna 2000 meter) houden de noordoost passaatwind tegen. Het is niet alleen warmer in Tarrafal, maar ook droger. De kale bergen vormen een scherp contrast met de rijke wereld onder water.

 

  • Tubastrea in zwart koraal.

 

Decor

Voor de kust bij Tarrafal duiken we langs een steile wand. Ook hier heel veel vis: vooral de soorten van het open water zoals horsmakreel. Die zien we jagen en de kleinere vissen schieten in paniek alle kanten uit. Van Antonio, de eigenaar van Blue-Eden, moet ik steeds mijn lampen uit doen. Ook die van de flitsers. Hij zegt dat als je pelagische dieren wilt zien, alle lichten uit moeten. De vissen zijn hier niet gewend aan duikers en met lampen jaag je ze weg. De wanden zijn bedekt met grote bossen zwart koraal. Er zijn hier 5 soorten koraal waarvan meerdere uniek voor Kaapverdië. Het meeste zwarte koraal dat ik ken, bestaat uit lange dunne sprieten. Dit is duidelijk anders. Het zijn soms dikke bossen koraal met een kleur die varieert van wit tot bruin. We slaan de hoek om en komen in een baai met gigantische rotsblokken. Het lijkt of een reus enorme stenen in zee heeft gegooid, maar alles hier is van vulkanische oorsprong. De grillig gevormde stenen bieden prachtige schuilplaatsen voor de vissen. De wanden zijn bedekt met tubastrea, een soort steenkoraal met poliepen die er uitzien als anemoontjes in knalgele en oranje kleuren. Samen met de vissen vormt het kleurrijke landschap een prachtig decor voor een portret van een duiker. Gelukkig wilden de mededuiksters graag model staan. Ook mijn geliefde keizervis laat zich meerdere malen zien. Vaak zijn ze met z’n tweeën. Ze komen niet heel dichtbij. Je ziet ze en dan zwemmen ze meteen weer weg, soms is het een beetje frustrerend. De andere helft van de groep ziet verpleegsterhaaien. Als goedmaker krijg ik een grote zwartbandlipvis voor mijn neus. Hij is nieuw voor mij en ik zie ‘m alleen hier in het zuiden.

 

De wanden zijn bedekt met een soort steenkoraal met poliepen die er uitzien als anemoontjes in knalgele en oranje kleuren. Samen met de vissen een prachtig decor voor een portret van een duiker.

 

Tussen de duiken door varen we langs een strand met zwart zand. Op het strand zien we, zelfs vanaf de boot, de verse sporen van een zeeschildpad. De loggerhead (in het Nederlands: valse karetschildpad) gebruikt deze eilanden om eieren te leggen. Volgens het boek ESPÉCIES MARINHAS de CABO VERDE neemt Kaapverdië de derde plaats in wat betreft de wereldwijde voortplanting van deze schildpadsoort. De groene zeeschildpad of soepschildpad komt hier het meest voor. Ook zie je veel jonge dieren. Die doen nog niet mee aan de voortplanting maar schijnen het toch erg prettig te vinden om hier rond te hangen. Je ziet ze daarom het hele jaar door. De loggerhead niet, die komt alleen om te paren en eieren te leggen. Daarna gaan ze weer weg. In het boek staan unieke “weetjes”. Wist je dat bij een temperatuur van meer dan 29ºC meer vrouwtjesschildpadden worden geboren? Bij een lagere temperatuur komen er meer mannetjes uit het ei. Hoe cool is dat?

 

  • Strand, Tarrafal.
  • De kans om in een totaal afgelegen zeegebied te duiken, laten we ons niet ontgaan.
  • De vissen zijn hier niet gewend aan duikers.

 

Boven de wolken

Na het duiken worden we van onze RIB opgehaald door een vissersbootje dat klaarligt op het strand. Het lijkt een heel gedoe, maar behendige handen helpen je overstappen en pakken tegelijk ook de bagage. Met wat roeien komen we aan land en trekken de vissers de boot op het strand. Zo kun je uitstappen zonder natte voeten te krijgen. Wel goed uitkijken voor de losse kiezels, maar voor je het weet ligt alles al in de auto. De airco is een onverwachte luxe, zelfs voor het kleine stukje naar het hotel is het even aangenaam. Het hotel in Tarrafal heeft een klein zwembad. Je kunt er niet echt baantjes trekken maar de temperatuur is zo aangenaam dat ik er lang in kan blijven dobberen. Tarrafal is een eenvoudig dorpje. De huizen lijken tegen de bergen te zijn geplakt. Er is een beekje dat regenwater aanvoert vanuit de bergen. Zo te zien wordt het water goed gebruikt. Er zijn overal groene tuintjes waar groente en fruit wordt verbouwd. Zo is Tarrafal behoorlijk “self-supporting” en dat is maar goed ook, want de enige verbinding met de buitenwereld is een zandweg. Die weg kan alleen met een 4×4 terreinwagen worden bereden. Op de terugweg hebben we deze tocht gemaakt. Langzaam maar zeker komen we steeds hoger, totdat we boven de wolken uitkwamen. Het uitzicht is spectaculair mooi; weer een nieuw stukje van Santo Antão ontdekt!

 

In de namiddag, voor het avondeten, wandelen we door het dorpje. Het pad leidt naar het strand. Het toerisme is hier minimaal, met niet meer dan een paar kleine hotelletjes en een kroegje bij de zee. Ideaal om de zon te zien ondergaan, met muziek van de lokale bevolking op de achtergrond. Een beetje een mix van Portugees en Afrikaans, het heeft wel wat origineels. Zoek je het einde van de wereld? Dan ben je hier aan het goede adres.

 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Eigen Wijze Duikreizen.

 

___________________________________________________

Stille wereld

TarrafalAntonio is naast eigenaar van Blue-Eden ook technisch duiker. Hij is gek op rebreathers; verslaafd naar eigen zeggen. Dus de duikschool heeft een rij aan bufferflessen staan en een aantal Poseidon rebreathers. Speciaal voor mij trekt Antonio alle onderdelen uit de kast om een complete rebreatherset samen te stellen. Een van de Franse duikers wil wel proefkonijn zijn en meldt zich aan voor een kennismakingsduik in het zwembad. Zodat ik daar foto´s van kan maken. En daarna kan ik het natuurlijk niet laten om het zelf te proberen. Eens heb ik een Nitrox cursus gedaan en ik ben opgeleid op de Dräger Dolphin, een halfopen rebreather uit de jaren 90. Gelukkig wordt er geen nee tegen mij gezegd en kan ik deze unieke ervaring zelf beleven! Het gewicht valt me mee, ik kom gemakkelijk het trapje op en af. Onder water hoor je niets: geen luchtbellen; het is de echte stille wereld van Cousteau. Alleen als je goed luistert, hoor je je eigen ademhaling. In en uit, helemaal te gek! Antonio vertelt dat hij het technische gedeelte interessant vindt. Met een rebreather kun je langer en dieper duiken, en je decompressietijd verkorten. Maar het grootste voordeel is dat de vissen niet meer bang zijn. Antonio vertelt dat het regelmatig gebeurt dat de haaien nieuwsgierig naar hem komen kijken. Eigenlijk moet je het niet proberen, want na een keer ben je ook verslaafd.

 

Meer informatie?

ESPÉCIES MARINHAS de CABO VERDE, ISBN 13: 978-84-695-8633-4

www.ewdr.com/duikreizen