Het duiken met kinderen heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld. De NOB speelt hierop in met het ScubaDoe-programma en het juniorbrevet. Dr. Olga de Bakker-Teunissen heeft gewerkt als jeugdarts, heeft een duikopleiding bij de NOB gevolgd en de opleiding tot duikerarts afgerond. Ze is lid van de Nederlandse Vereniging voor Duikgeneeskunde en heeft een eigen praktijk voor duikmedische keuringen en advies. Vanwege haar achtergrond als jeugdarts ziet zij in haar spreekkamer relatief veel kinderen voor een duikkeuring. ‘Anders dan bij volwassenen is er nooit goed onderzoek gedaan naar de invloed van druk op een kinderlichaam’, vertelt Olga de Bakker-Teunissen. ‘Een kinderlichaam is nog op allerlei manieren in ontwikkeling. Dat is een reden om kinderen nog beter te keuren dan volwassenen.’
Dieptelimiet
Bij de medische keuring van kinderen houdt Olga rekening met een aantal bijzonderheden: ‘Kinderen zijn gevoeliger voor infecties in de oren. De buis van Eustachius is horizontaler, smaller en korter dan bij een volwassene. Klaren kan moeilijker zijn. Duiken met een verkoudheid is voor kinderen dus uit den boze. Daarnaast hoor je regelmatig dat duiken invloed kan hebben op de groei van de botten en dat groeischijven beschadigd kunnen worden (zogeheten “botnecrose”). Daar is bij kinderen nooit deugdelijk onderzoek naar gedaan, maar voorzichtigheid is geboden. Want groeischijven van kinderen zijn erg gevoelig en sterk doorbloed, waardoor er makkelijk stikstof in komt. Om die reden is een dieptelimiet voor kinderen verstandig.’ Als richtlijn houdt Olga vijf à zes meter aan voor kinderen tot twaalf jaar en tien meter voor kinderen tot veertien jaar. En tot slot: uit onderzoek blijkt dat meer dan 35% van de kinderen een Patent Foramen Ovale (PFO) heeft. ‘Dat is een opening tussen de rechter en de linker boezem van het hart waardoor bloed met stikstofbellen rechtstreeks naar het slagaderlijk deel van de bloedsomloop kan stromen. De bellen worden dan niet door de longen uitgewasemd maar komen in de bloedbaan terecht. Dat vergroot de kans op decompressieziekte. In veel gevallen groeit het PFO bij kinderen dicht voordat ze volwassen zijn.’
Het enthousiasme van een kind kan aanstekelijk werken, ook in het water. Bij het beoordelen van de geschiktheid om te duiken is de geestelijke rijpheid voor Olga een onderwerp om heel kritisch naar te kijken. Daarbij kijkt ze of een kind in staat is een aantal basisregels uit de duiktheorie te begrijpen en ernaar te handelen. ‘Denk aan te snel opstijgen, oren goed klaren en je eigen grenzen bewaken’, zegt Olga. ‘Dat laatste is voor veel volwassenen al lastig, laat staan voor een kind. Voor de mee-duikende ouders en instructeurs is hier ook een rol weggelegd.’ In haar spreekkamer is dit onderdeel van het gesprek, zowel met de ouders als met het kind dat wordt gekeurd. ‘Ik zorg dat ik altijd onder vier ogen praat met een kind, om er achter te komen wat het kind zelf echt vindt.

Contact maken
Olga krijgt regelmatig kinderen in haar spreekkamer bij wie is vastgesteld dat ze een aandoening in het autisme spectrum of ADHD/ADD hebben. In die gevallen hanteert ze de insteek: niet goedkeuren, tenzij. ‘Het gebeurt regelmatig dat een kind met de diagnose ADHD/ADD wel wordt goedgekeurd,’ zegt Olga, ‘maar dat gaat altijd voor de duur van een jaar en met een dieptebeperking tot zes meter. De invloed van de medicatie (in veel gevallen Concerta) op duiken is niet onderzocht. Ook hier geldt: geen risico nemen. Wel zorgvuldig praten met en kijken naar een kind: of het zich voldoende (en lang genoeg) kan concentreren en de lesstof ook in de praktijk kan toepassen. Stuiterballen keur ik af’. Voor autismestoornissen is met name de ernst van de stoornis belangrijk. Ook hier is geen eenduidig antwoord op en blijft het maatwerk. ‘Contact maken en goed kunnen communiceren zijn belangrijke aspecten die in de keuring aan de orde komen. Dat betekent dat ik in het gesprek kritisch doorvraag over hoe het gaat op school, met het maken van huiswerk en dat soort zaken.’
Olga vindt dat als een kind wordt goedgekeurd voor duiken, het hoe dan ook geen volwaardige buddy is voor een volwassene. ‘Een kind kan geen volwassene met een veel groter gewicht naar boven brengen. Nog even los van de stress die het met zich meebrengt als je bijvoorbeeld je vader of moeder moet redden. Ik laat me hierover ook wel kritisch uit naar ouders die vertellen met hun kinderen te gaan duiken. Dat wordt niet altijd in dank afgenomen. Maar ik krijg ook reacties van mensen die aan het denken zijn gezet. Dan heb ik mijn werk goed gedaan.’ Een kind zou eigenlijk altijd met twee volwassen begeleiders moeten duiken, vindt Olga. Die kunnen elkaar en het kind helpen als er wat is.
Ruim binnen de nultijden
Een laatste bijzonderheid die Olga aanstipt is dat voor de behandeling van kinderen in een decompressietank geen tabellen beschikbaar zijn. Als een kind toch in een decompressietank terechtkomt, zal de arts de behandeltabel min of meer moeten schatten. Duiken met kinderen moet nog meer dan bij volwassenen gericht zijn op het voorkomen van een decompressieongeval. Daar komt bij dat er geen duikcomputers op de markt zijn die voor kinderen geschikt zijn. Gebruik van een duikcomputer kan wel, maar stel hem dan zeer conservatief af. Olga adviseert ruim binnen de nultijden te blijven. Maar laten we niet vergeten dat duiken met kinderen heel leuk is. Mits goed opgeleid, goed voorbereid en in de wetenschap dat een kind nu eenmaal een kind is.
www.sportduikerarts.com www.duikgeneeskunde.nl
__________________________________________

Veilig duiken met kinderen
Olga de Bakker-Teunissen hanteert een leeftijdsgrens van 12 jaar om met perslucht in buitenwater te duiken. Daarbij geldt maximaal 1 duik van 45 minuten per dag bij een watertemperatuur van 15 graden of hoger. Voor kinderen jonger dan 12 jaar geeft ze desgevraagd een “verklaring van geen bezwaar” af. En dan alleen voor het zwembad. De NOB hanteert een minimum leeftijd van 12 jaar voor perslucht duiken in buitenwater en 8 jaar voor het zwembad. Vanaf 8 jaar kunnen kinderen beginnen aan de ScubaDoe- opleiding. Voor 12 tot 14 jaar is er het junior 1*-brevet en vanaf hun 14e kunnen ze de 1*-duikopleiding in. Nog een paar tips voor veilig duiken met kinderen:
- Kinderen hebben in vergelijking met volwassenen een groter lichaamsoppervlak in verhouding tot hun lichaamsinhoud. Dat betekent dat kinderen sneller afkoelen. Een goed passend pak is noodzakelijk. Een pak op de groei kopen is verleidelijk maar Olga adviseert dit niet te doen.
- Zorg voor een passend trimvest. Als het vest te groot en te wijd is kan het afschuiven.
- Gebruik een kleine fles van 5 of 7 liter. Kijk hiervoor ook goed naar de bouw van het kind. Tengere kinderen hebben meer problemen met het dragen van veel gewicht.
- De automaat en octopus van de buddy moeten goed in de mond passen.
- Let op een goed passende duikbril.
- Zorg dat de loodgordel niet van de heupen kan vallen. Die zijn nog smal. Een harnas kan een betere oplossing zijn.
- Zoek een duikschool of duikvereniging die ervaring heeft in het opleiden van kinderen.