Zo ongeveer gaat een “dolphin experience”. Kapitein Chucksy hoort via de radio dat er een groep dolfijnen in de buurt is. Dan volgt een hoop herrie. De kapitein gooit de gashendel vol open en jaagt de “Old Tom” over de golven in de aangegeven richting. Een van de gidsen brult een briefing boven het motorlawaai uit: wie wil erin? Tien dollar of tweehonderd Lempiras voor de kapitein! Ja? Dan instructies: niet met een plons te water, niet hoekduiken, terug naar de boot als de kapitein het teken geeft. Met z’n drieën naast elkaar gaan we in rijen op het brede achterdek van de boot zitten – vinnen aan, maskers op en snorkels in – terwijl de kapitein nog steeds vol gas voorbij de groep dolfijnen raast. Hij legt de boot schuin op de zwemroute van de dolfijnen en als ze dichtbij genoeg zijn schuift iedereen achter elkaar het water in. Zodra ik mijn oren onder water heb, hoor ik de dolfijnen piepen en fluiten. Waarschijnlijk vertellen ze elkaar over de groep sneue landlopers die zich net in hun familie heeft gestort. Eerst zie ik vooral armen en benen van m’n mede snorkelaars. Ik zoek wat ruimte op en dan koersen twee dolfijnen net onder de oppervlakte schuin voor me langs. Het zijn de slanke spinner dolfijnen met hun spitste neus en sportstriping. Een stuk dieper zwemt de rest van de familie. Misschien wel dertig exemplaren die in het diepe blauw onverstoorbaar hun weg vervolgen. Als ik opkijk zie ik aan de oppervlakte nog een groep mijn kant op komen en draai in hun richting. Opnieuw zie ik een enkele dolfijn aan de oppervlakte en enkele tientallen op een meter of tien onder me. Als de hele groep voorbij is getrokken, roept de kapitein ons terug aan boord en herhaalt het tafereel zich nog een keer. We maken drie zwemtochten voor we puffend op het dek vallen en op weg gaan voor de tweede duik die dag.
Alles wuift in Honduras. De palmbomen, de tuktukchauffeurs, de waaierkoralen en de pluizige kerstbomen die in alle soorten en maten het rif bevolken. Utila is het kleinste van de Baai-eilanden, zo’n 30 kilometer uit de kust voor Honduras. Het eiland is een backpackersnest vol jong volk dat er op een bepaalde manier al aardig verweerd uitziet. Het is piepklein. Op de tweede dag zijn we er in drie kwartier omheen gevaren en het enige dorpje van betekenis laat zich te voet in twintig minuten verkennen. Sjofele houten huisjes met daken van golfplaat, eettentjes en vooral veel duikcentra. Utila is met de andere Baai-eilanden Roatan en Guanaja een duikmekka in de westelijke Caribische zee. De eilanden bevinden zich op een uitloper van het Mesoamerican Barrier Reef System dat zich over 1000 kilometer uitstrekt van Yucatan in Mexico tot de kust van Honduras. Het rif is een labyrint van kloven, geulen en doorgangetjes voor je op de drop-off komt.
Tekst gaat verder na afbeeldingen
Poliepjes
Labyrinth is dan ook de naam van een typische duikplek hier. We landen op de zandbodem en zwemmen eerst een paar rondjes rond de koraalkolommen die hier uit het zand oprijzen, dik begroeid met waaierkoraal. Een adelaarsrog zwemt voorbij; hij mist z’n staart en is een vaste voorbijganger op deze plek. Door een diepe geul zwemmen we naar de rand van het rif. Het is onvoorstelbaar hoeveel koraalpoliepjes hier naar eten staan te happen. Grote poliepen op dikke armen die langzaam heen en weer zwaaien op het ritme van de deining. Kleine poliepjes in de dunnere felpaarse en gele takken. Ultrakleine poliepen op de takken van de grote waaierkoralen, zo fijn als Brussels kant. Alles dat hier wuift is dierlijk: koraalpoliepjes zover het oog reikt. Soms zitten ze elkaar in de weg. Waar een paar takken over elkaar schuren zijn de poliepjes kansloos en zie je kale plekken. Ook de vele sponzen zijn typisch voor de Cariben. Beker- en buissponzen in rood, bruin en roze. Van een eindje lijkt alles bruin maar zet er licht op en het rif laat zijn kleurenpracht zien. We volgen de wand op zo’n vijftien meter diepte tot gids Brooklyn een scherpe bocht naar rechts maakt en in een smalle doorgang duikt. Hier doet Labyrinth haar naam eer aan: een netwerk van kleine geulen en gangen, net niet helemaal dicht boven je hoofd. Voorzichtig zigzaggen we ons erdoorheen tot we op stopdiepte uitkomen. De namiddagzon zet het rif in een gouden gloed.
Het gevecht om huisvesting gaat hier op leven en dood.
The Maze is een prachtige, loodrechte koraalwand. Schuin in de diepte is een stukje zand te zien en daarna valt het trapsgewijs weg naar nog grotere grijsblauwe verten. We concentreren ons op de bovenste rand op zo’n 15 meter. Overal staan massief grote gorgonen. De diepe inhammen in de rifmuur slaan we af en toe over en dan zwemmen we van hoek naar hoek, waar de meeste koralen en sponzen staan. Een grote rode bekerspons trekt vooral de aandacht, pal op een hoek met de zon er schuin achter. Ik stop voor wat extra foto’s en pik even later de groep weer op. Een klein stukje verderop maken we diezelfde ochtend een ondiepe scharrelduik bij een steiger. De plek heet Neptunes en hier is het landschap weer heel anders. We speuren het zand af naar platvis of roggen die hier eten zoeken. De helling loopt geleidelijk af met iets dieper meer koraalblokken en alle begroeiing die daarbij hoort. Brooklyn begint een zoekpatroon te zwemmen en gebaart dat we uit de buurt moeten blijven. Wat weet zij dat wij niet weten? Het antwoord komt met een boel getik en geklingel. Alle duikers in de groep concentreren zich ineens op een punt. Hier, in een klein holletje in het rif, zit een kleine hengelaarsvis. Het knaloranje visje kijkt timide terug naar alle gemaskerde bellenblazers voor de deur. Terug bij de steiger ga ik nog even kijken of de palen mooi zijn begroeid maar helaas. Alleen een paar korstjes spons.
Schrobben
‘Een kleine vier jaar geleden hebben we een plan gemaakt voor het herstel van twee soorten geweikoraal,’ vertellen Jemma Aitken en Suzy Phipps. Zij zijn twee van de initiatiefnemers van het Utila Coral Restoration project. ‘Het rif is in goede conditie en er zijn geen grote projecten op het eiland die een directe bedreiging vormen – er worden geen cruiseterminals gebouwd of zo. Maar als je naar de Cariben als geheel kijkt, dan zie je met name de hoeveelheid hard koraal snel teruglopen. De acropora soorten staan op de rode lijst van bedreigde diersoorten. We zijn het project gestart niet zozeer om verloren koraal bij Utila te vervangen, maar om het voor de toekomst op peil te houden.’ Na twee jaar gesteggel over de vergunningen werden op Earth Day 2018 de eerste vijf kerstbomen voor koraalherstel geplaatst. Iedere vrijdagmiddag rukt een klasje GoEco studenten van Utila Dive Center uit om de ‘Coral Nursery’ schoon te maken. De kerstbomen zijn gemaakt van pvc-buis en daaraan zijn stukjes koraal opgehangen. Met tandenborstels (allemaal verzameld tijdens beach clean-ups; hier tillen ze circulair denken naar een hoger niveau) schrobben de studenten de staanders en liggers schoon. Een half uur lang vliegen de vlokken bruingroene alg in de rondte. Daarna is iedereen door zijn of haar lucht heen en zwemmen we in een rechte lijn terug naar de boot. ‘In een jaar tijd zijn de stukjes koraal die we hebben verzameld twee keer zo groot geworden,’ vertelt Suzy. ‘Binnenkort hopen we de eerste koralen uit te zetten op het rif. Dan knippen we een stukje van het koraal af en laten de rest aan de boom hangen. Reproductie door fragmentatie doen deze koralen in het wild ook.’ Hoewel het rif er ongeschonden uitziet, zijn er genoeg bedreigingen. Met name overbevissing, het ontbreken van waterzuivering op het eiland en stijging van de temperatuur van het zeewater. ‘De hele baai van Honduras is beschermd natuurpark’, vertelt Suzy. ‘Er is alleen geen handhaving. De eerste initiatieven voor extra beschermde gebieden met patrouilles komen op gang, maar maar het is nog niet genoeg.’
Een straf doorstaande wind houdt ons twee dagen aan de lijzijde van het eiland. De zuidkant is iets ondieper en lieflijker dan de noordkant, die grenst aan de Cayman Trench. Jack Neil Beach is zo’n plek in de luwte. We beginnen op 15 meter op een hagelwitte zandvlakte en zakken even door naar 20 meter, de grootste diepte die ik bereik deze trip. Kleine buisalen staan half uit het zand en happen naar voedseldeeltjes die langsdrijven. Als we dichterbij komen, zakken ze snel in hun holletje en houden me met een oog angstvallig in de gaten. Als ik even later omkijk staan ze er allemaal weer. We speuren in kleine kuilen in het zand naar zeepaardjes die hier voorkomen. Een Caribische hooiwagenkrab staart me aan maar geen zeepaard of pipehorse. Verderop zien we een koraalmuur als een donkere streep op het hagelwitte zand. Hier weer meer kleur. Ik leef me uit bij een mooie knalpaarse spons en even later bij een gele hersenkoraal omlijst door paarsroze waaiers. Twee grote heremietkreeften maken een enorme stofzooi van hun woonplaats. Het lijkt wel een echtelijke ruzie. Ze hebben het vast goedgemaakt nadat ik weg was?
Tekst gaat verder na afbeeldingen
Tandenpoetsen
Bij Utila Dive Center maak je ’s ochtends of ’s middags twee duiken van maximaal een uur (allebei kan ook). Er zijn drie snelle boten waarmee de meeste duikplaatsen in een half uur zijn te bereiken. Het tempo is zeer relaxt. Als regel zwemmen we op maximaal 18 meter bij de boot vandaan, op 10 meter komen we terug. De veiligheidsstop doen we meestal op het dak van het rif of op het zand, heel af en toe in het blauw onder de SMB van gids Brooklyn of Celeste. De diepere noordkant met z’n steile wanden is toch wel het mooist. Bij Pinnacle vallen we op tien meter op het dak van het rif en duiken over de rand van de drop-off. De bodem is een grijsblauwe vlek in de verte, daar gaan we niet naartoe. We volgen de loodrechte koraalmuur tot we een grote pilaar bereiken die als een donkere toren uit de bodem oprijst. Daar keren we om. Aan deze kant van het eiland zit beduidend meer vis. Een grote rifbaars ligt in de luwte van een inham doodstil met z’n bek wijd open. Felblauwe en gele poetsvisjes zijn druk in de weer de bek vol tanden schoon te maken. Deze bedrijfskleding weerhoudt de baars ervan ze door te slikken. Daarnaast veel kleine, zwarte trekkersvissen en een gespikkelde murene. De tweede duik is zo mogelijk nog mooier. We landen op een schuine zandhelling vol koraalblokken. Het zonlicht wordt weerkaatst door de helwitte bodem. Een stukje verderop stuiten we op een koraalmuur die we afzwemmen. Op het overbevolkte dak van het rif vecht het leven om een plekje. Vuurkoraal groeit dwars door een spons. Sponzen groeien door waaierkoralen; het gevecht om huisvesting gaat hier op leven en dood.
In een flits heeft het beest zich opgeblazen.
Je hoeft niet ver te varen voor een gedenkwaardige duik. Pal voor de haven ligt Lighthouse, waar gids Celeste me rondleidt voor wat macrofoto’s. Nou ja, Lighthouse… dat is te veel eer voor de naamgever van de plek. Een klomp beton met daarop een misvormde heipaal en een lampje erop moet doorgaan voor vuurtoren. Onder water is er een schitterende wand die grillig afloopt met hier en daar imposante overhangen. Een keizersvis draait redelijk voorspelbare rondjes om z’n lievelingsspons en neemt af en toe een hap. Ik kijk net op tijd op om twee grote adelaarsroggen rakelings te zien langsglijden. Met hun grote ogen kijken ze me glazig aan voor ze even moeiteloos als pijlsnel in de verte verdwijnen. M’n oog valt op het silhouet van een grote kogelvis onder een overhangende rots. Heel voorzichtig peddel ik ernaartoe voor een portretje. Het beestje oogt nerveus dus ik hou wat afstand, maar probeer wel voor z’n neus te komen terwijl hij steeds z’n staart naar me toe draait. Na een paar foto’s vin ik langzaam achteruit en zie dat de grote vis braakneigingen krijgt, als een hond die gaat kotsen. En dan in een flits heeft het beest zich opgeblazen, kogelrond is hij met alle stekels uit. Hij lijkt er zelf van te schrikken. Na een halve minuut begint hij zijn normale vorm weer aan te nemen en liggen alle stekels weer tegen het slappe lijf. Nog nooit eerder gezien dit. We sluiten de middag af met een grote vrij zwemmende groene murene en een paar trompetvissen met een paarse kop. Wat een topduik!
_____________________________________________________
UTILA is een van de Baai-eilanden voor de kust van de Republiek Honduras, die grenst aan Guatemala, El Salvador en Nicaragua. Honduras is ongeveer 2,5 keer zo groot als Nederland met een bevolking van 8,5 miljoen mensen. Het is een van de minst ontwikkelde landen van Centraal-Amerika. Het binnenland bestaat voor circa eenderde uit bos waaronder tropische regen- en nevelwouden. Het duiken concentreert zich rond de Baai-eilanden. Utila Dive Center ondersteunt recreatief duiken, het GoEco programma, technisch duiken en onderwaterfotografie en –video.
REIS: Wij vlogen met KLM/Delta Airlines van Amsterdam naar Atlanta en de volgende dag door naar San Pedro Sula in Honduras. De rest van de reis met Sosa Air. Die zijn waardeloos. Kies voor een andere maatschappij die rechtstreeks vliegt van San Pedro Sula naar Utila. Geen visum nodig.
BESTE REISTIJD: Honduras heeft een tropisch klimaat met temperaturen tussen de 25 en 35 graden. Het zeewater is rond de 27 graden. Beste reistijd is in februari, maart en april.
INENTINGEN: DTP (difterie, tetanus en polio) en hepatitis A (besmettelijke geelzucht). www.reisvaccinaties.nl.
ELEKTRICITEIT: 110V, neem een reisstekker mee.
VALUTA: Hondurese lempira. VISA-creditcards worden geaccepteerd, andere kaarten inclusief Maestro bankpas minder. In Utila zijn geldautomaten en een bank.
TAAL: Spaans. Bij Utila Dive Center spreken ze goed Engels.
SOORT DUIKEN: Bootduiken, nachtduiken. Geschikt voor alle niveaus.
Deze reis kwam tot stand in samenwerking met Eigen Wijze Duikreizen. Met dank aan Mango Inn en Utila Dive Center. Meer info: www.ewdr.com, www.mango-inn.com, www.utiladivecenter.com.