Leestijd: 2 minuten

Na jaren van voorbereiding werd ‘Le Serpent’ op 8 juli 2011 afgezonken in het Grevelingenmeer. Het schip ligt ten westen van de jachthaven van Scharendijke en geeft als kunstmatig rif de onderwaternatuur én de onderwatersport een extra stimulans. Onderwaterfotograaf Marion Haarsma beschrijft een typische duik op Le Serpent.

Op 8 juli 2011 zonk het betonnen vrachtschip ‘Le Serpent’ voor Scharendijke. Niet per ongeluk, maar als resultaat van drie jaar plannen, overleggen en voorbereiden. Het schip lag te verkommeren in de Schelphoekhaven en is in de maanden voor het afzinken leeggepompt, gelicht en schoongemaakt. Daarna is het versleept naar Scharendijke waar het geschikt is gemaakt voor wrakduiken. Alle obstakels en uitstekende delen zijn eraf gehaald, gidskabels vastgemaakt en er zijn zelfs doorgangen gezaagd in de betonnen tussenschotten en vloeren zodat duikers gemakkelijk in en uit konden zwemmen. Intussen was op de bodem achter de reefballs bij Scharendijke een grindbed gelegd waarop ze zou komen te staan. Deze slang had het venijn echter in de staart. Een camera die voor het afzinken op de boeg was gemonteerd registreert feilloos hoe het betonnen casco, nadat het op het grindbed was geland, plotseling begint te schuiven. Onder luid gegorgel en geraas glijdt ze de helling af. Luchtbellen schieten langs, het wordt steeds donkerder. Na een paar minuten is het stil.. Rijkswaterstaat heeft de rest van de middag nodig om het wrak terug te vinden.

Onbedoeld

Le Serpent kwam op 28 meter diepte terecht en werd daarmee niet het gedroomde duikobject voor duikers van alle opleidingsniveaus. Rijkswaterstaat heeft de plek meteen gemarkeerd met grote boeien om de scheepvaart te weren en zo het wrak voor de duikers te behouden. Onbedoeld werd le Serpent zo een trekpleister voor gevorderde duikers die hier vanaf de kant en dicht bij trappen, steigers en andere voorzieningen een Noordzeebeleving komen halen. Er zijn voor en achter (het wrak is 52 meter lang) boeien vastgemaakt en op vijf meter diepte zijn duidelijke beugels voor de veiligheidsstop geplaatst.

 

Pikkedonker

Mijn duik op le Serpent begint met snorkelen naar de boei die is vastgemaakt aan de boeg. Na de afdaling eerst rustig rondkijken op het voordek. De reling is daar kapot, dat is al een onderwerp voor een foto! Op het voorschip staan nog oude bolders om het schip mee af te meren. Op deze diepte (24 meter) is nog nauwelijks daglicht. Het beste is om geen al te sterke lamp mee te nemen, zodat je ogen aan de bijna duisternis kunnen wennen. Met een flinke lamp kun je niet verder kijken dan de lichtbundel reikt, en je buddy wordt gauw verblind. Beter is te proberen nog iets van het omgevingslicht te zien. Vanaf de boeg zwemmen we  langs het gangboord naar achteren. Dan kom je langs de twee grote ruimen. Daar kun je in, maar maak wel een reel vast. De ruimen zijn groot en slechts gedeeltelijk open aan de bovenkant. In het pikkedonker en met het slechte zicht is de kans op verdwalen reëel! Ik ben nooit verder geweest dan het plafond. Dat was mooi begroeid met oesters maar de meeste zijn verwijderd. Vervolgens zwem ik door naar het achterschip. Daar is een opbouw met kamers, een soort woonruimte. De kachel staat er nog. Er was ruimte voor een motor, maar dit schip heeft nooit een motor gehad: het is altijd gesleept voor het vervoer van kolen tussen Frankrijk en Engeland. In de opbouw kun je veilig overal in- en uitzwemmen. Zo ga je langzaam omhoog, tot nog een uitkijkpost op zestien meter. Hier komt al daglicht door en dat maakt het ook een geschikte plek voor foto’s. Om niet in deco te komen ga ik langs de lijn langzaam omhoog om een veiligheidsstop te doen bij de beugels. Prima gedaan, topduik gemaakt. Even terug snorkelen en je staat weer veilig op de steiger!