Leestijd: 10 minuten

Madeira wordt vaak het ‘Hawaii van Europa’ genoemd. Een ‘parel’ of ‘het eiland van de eeuwige lente’. En met een reden. Met een subtropisch klimaat is dit vulkanische eiland net voor de kust van Marokko een mooie duikbestemming. Maar je kan er ook mountainbiken, walvissen spotten, paragliden, klimmen, hiken, en surfen. De cultuur en natuur leent zich voor leuke dagen en prachtige trips over het eiland vol verhalen en tradities.

Wuivende palmbomen, een fikse bries, de oceaan voor ons. We zitten bij Manta Diving, net ten oosten van Funchal op Madeira en wachten op de eerste duik van de dag. Eerder die ochtend liepen we zo vanuit onze hotelkamer bij Galo Resort – Sentido Galosol via een steile heuvel naar beneden. We gaan met de lift naar beneden door de rotswand en we stappen uit bij het duikcentrum.

Het huisrif, met maar liefst vier verschillende instappen vanaf de duikschool, ligt in een nationaal marien reservaat. Je kan er vier totaal andere duiken maken naar maximaal 35 meter, met mogelijkheden voor beginners en gevorderden, freedivers en snorkelaars. Bootduiken brengen je in een paar minuten naar stekken net om de hoek die ook weer heel andere mooie onderwaternatuur laat zien.

 

Prachtige uitzichten

 

De duiken en het onderwater leven zijn divers en uitbundig. Het rif barst letterlijk van het zeeleven. Je zwemt op je duiken tussen barracuda’s, schildpadden, scholen sardientjes, heel veel octopussen, papegaaivissen, doktersvissen, lipvissen (Bodianus diana) en zeebaarzen. We zien hagedisvissen en zandalen, allerlei soorten murenes, juffertjes, blennies, arrow crabs, sexy shrimps, sepia en schorpioenvissen. We zien een paar naaktslakken en tijdens de grotduik die we doen naar een zeer toegankelijke grot – met altijd zicht op de uitgang – komen we allerlei klein spul tegen. Van anemonen tot dodemansduim en pennenschaft tot grote octopussen. Het zicht deze week is niet eindeloos, maar voor een duiker die Nederland gewend is, geweldig. In het water van 22 graden is het zonder thermocline een heerlijke duikstek voor de duiker die af en toe hard werken niet erg vindt. Driften, stroming en deining moet je niet al te erg vinden. Duiken op Madeira betekent in oktober ook af en toe best hard werken.

 

 

We maken deze week in totaal zeven duiken met twee verschillende duikscholen. We planden er aanvankelijk meer, maar het weer en de omstandigheden op zee zitten niet helemaal mee. Ondanks dat ze niet terugdeinzen voor een golfje van een paar meter de kant op, zit ook bij deze instructeurs een max op de risico’s die ze willen nemen met hun gasten. En gelukkig maar. Het geeft ons wel de kans om wat meer van het eiland te zien dan oorspronkelijk de bedoeling was.

 

Lava Fingers, pinnacles en zandbanken

De duiken zijn stuk voor stuk best indrukwekkend en ook verschillend. De regels dat het onder water net zo ruig en stijl is als boven water, blijkt ook weer uit deze onderwaterlandschappen. De vulkanische ‘Lava Fingers’ en de rotswanden en pinnacles, begroeid met allerlei leven en omringd door heel veel vis, bieden voldoende om te ontdekken. We duiken vooral in het marien reservaat dat voor de deur ligt bij ons hotel, maar de eerste dag krijgen we de kans om te duiken bij Machicu, een dorpje meer richting de punt op het oosten van het eiland. De stek Pedradeira op Cais da Junta is niet alleen prachtig, maar ondanks dat het buiten het reservaat ligt ook vol leven. Ook Baixa da Cruz met een diepte van 3 tot 35 meter is de moeite waard vanwege de zwarte koralen die hier volop groeien.

 

In het zand valt vaak een ding op, de rest spot je later terwijl je ligt te focussen

 

Ruige kust

De ruige kust laat deze week volop van zich horen. Er zitten duiken bij met een gladde zeespiegel, zeer rustig water die jee het gevoel geven in het zwembad te zijn gesprongen. Er zijn ook duiken waarbij we ons tientallen meter al snorkelend langs een lijn door de golven trekken om lucht te besparen om daarna in een prachtig begroeide onderwaterwereld heen en weer te deinen. Het heeft allemaal wat. De conditie wordt wel een beetje op de proef gesteld. Bij meerdere duiken zwemmen we eerst naar de boot en klimmen aan boord met een meter golf onder de boot door om vervolgens na een pittig ritje in een deinende zee de duik te starten. Na de duik het omgekeerde riedeltje: de boot in, in de havenkom weer heel wat meters naar de trap en door goede timing laat je je met een golf tegen de trap aan spoelen om vervolgens met je hele set om heel hard omhoog te klimmen.

 

Een ruige kust

 

Echte familie get-away

Die ruige kust geeft, zo zien we tijdens onze eilandtour een paar dagen later wel de allermooiste uitzichten en kleurschakeringen. Want op Madeira is veel meer te doen dan alleen duiken en freediven. Je kan er gaan kanoën, wandelen, relaxen in mooie vulkanische meren, genieten van het ruige landschap, op pad in een off-road auto en heerlijk eten. Wij hebben twee dagen de tijd om echt op het eiland rond te kijken. Een eerste middag brengt ons twee bijzondere ervaringen. We vertrekken vanuit de haven van Funchal met de kabelbaan naar boven, naar de Jardim Botanico da Madeira in Monte. Tijdens dit ‘ritje’ heb je uitzicht over de stad Funchal, de kleurrijke omgeving en de azuurblauwe zee. De botanische tuinen (35.000 m2 groen) zijn prachtig. Ook hier zie je de invloed van het subtropisch klimaat. Er zijn meer dan 2500 verschillende soorten bloemen en planten. We lopen er lang rond, en toch eigenlijk te kort, maar ons vervoer naar beneden staat klaar!

 

De Jardim Botanico boven op de berg gij Funchal is rustig en subtropisch

 

Toboggan

De weg omlaag is nog veel spectaculairder dan de weg omhoog. Met de wind in je haren suis je langs de berg in een… rieten mandje. De tobogan, met hout en riet gemaakte sleeën, zijn al behoorlijk lang onderdeel van de Madeirese cultuur. Aan het einde van de negentiende eeuw vroegen de wijnboeren in de streek zich af of er niet een makkelijkere en snellere manier was om hun oogst vanuit de bergen naar beneden te vervoeren. Tot 1850 gebeurde dit namelijk met paarden en ossen die werden gespannen voor zwaar beladen wagens. De weg naar beneden is steil en dus ging het vervoer langzaam. Vanaf 1850 werd het vervoer met de toboggan gedaan.

 

Vanuit Monte, net buiten Funchal vertrek je voor een twee kilometer lange rit richting Funchal. De sleeën zijn eigenlijk grote rieten manden die worden bevestigd op houten glijders die goed worden ingevet voor een soepele rit. In totaal werken er honderdvijftig ‘Carreiros’. In hun witte outfits en strohoedjes staan ze op je te wachten. In één slee passen tot wel drie personen en zodra de slee gevuld is, komen de Carreiros in actie. Ze geven de sleeën vaart en hangen en duwen om elke scherpe bocht veilig te nemen. Garmin geeft later aan dat we de 50 kilometer per uur bijna aangetikt hebben. Na tien minuten staan we weer beneden, op zo’n 25 minuten lopen van de stad over een steile paden naar beneden.

 

Het blauwe water geeft prachtig zicht

 

4×4

Een andere (onze laatste) dag nemen we plaats in een 4×4 Landrover. Gids Rui neemt ons mee over het hele oostelijke deel van het eiland. We klimmen omhoog naar Pico do Arieiro, het op twee-na-hoogste punt van het eiland: 1.818 meter. Gelukkig zijn we stikstofvrij en is het geen probleem, maar het is iets om rekening mee te houden in de planning als je komt om te duiken. Er is ook een weg die niet boven de 700 meter komt, maar dan mis je wel de wandelingen op de top van de berg.

 

Off-road kom je op de mooiste plekken

 

Die wandelingen zijn de moeite waard, zelfs met de mist en de regen die wij hebben. De ruigheid van het landschap ontvouwt zich, we zien rotsen en bossen, rijden onderweg nog wat off-road en ook al heeft het niet veel geregend, het is duidelijk waarom de 4×4 nodig is. Wat opvalt is dat het overal naar laurier ruikt. De gids legt uit dat dit de prehistorische begroeiing is van het eiland. Veel is gekapt, maar er lopen succesvolle projecten om het laurissilva-bos weer terug te krijgen.

 

Na een heerlijke, maar natte, wandeling rijden we via prachtige landschappen door naar een volgend dorp. We bezoeken in Santana een traditioneel Madeireens huis met rieten dak, we gaan langs in de rumfabriek, waar we lokale rum proeven en lunchen bij Quinta do Furao, een hotel-restaurant boven op een klif. Aan de ene kant zien we de oceaan en aan de andere kant de bergen. Op drie hectare grond verbouwen ze hun eigen fruit, kruiden en groenten. Een keer per week is er voor de wijnliefhebber een wijnproeverij met huisgemaakte wijnen in de eigen wijnkelder met brood uit de eigen bakkerij. Tijdens het (heerlijke) lokale eten kijken we over een prachtige, helderblauwe zee. De kust is er geweldig.

 

Zowel overdacht als ’s nachts heb je bij het Nini Design Center op de pier een geweldige view op Funchal

 

We rijden door naar het oosten, naar São Lourenço, de enige plek op Madeira waar je tegelijkertijd de noord-, de zuid- en de oostkust kan zien. De rotsen, zee en natuur komen hier samen. We zien het verschil in zeegang door de wind; de golven en de stromingen zijn indrukwekkend. En we genieten van zon, zeelucht en een korte wandeling die ons ook nu weer steeds een verrassend uitzicht geeft. Madeira is een plek voor iedereen. Actie, avontuur, een spa, een ritje of een stevige wandeling. Alles kan op dit eiland. Eigenlijk is een week te kort. We zien zelfs alleen het oosten van het eiland dat groter is dan je in eerste instantie zou denken, maar terugkomen voor meer is natuurlijk gewoon heel goed mogelijk.

Hotels

Op de rots boven Manta Diving Madeira staan twee hotels van Sentido: Galomar en Galosol. De hotels, en vooral Galomar, hebben een perfect ecologisch ontwerp. De materialen die gebruikt zijn voor de inrichting en de energie- en watersystemen: alles is zo benut dat het geen of minimale impact heeft op het milieu. Het ontbijt en de buffeten ’s avonds in Restaurant Ondamar zijn geweldig, met oneindig veel (lokaal) lekkers. Ook voor mensen met allergieën of dieetwensen is er veel keus. De lunch kan je bestellen bij het inpandige rotsrestaurant Atlantis net boven de duikschool. In Galomar zijn alleen volwassenen welkom, in Galosol ook gezinnen met kinderen. Er is een zoutwaterzwembad op de klif, elke dag gevuld met vers water en twee zoetwaterzwembaden (waarvan een voor iedereen toegankelijk). Je kan genieten in de Ashoka Spa  of je dag afsluiten in Capoeira Pub.

 

Het Galo Resort vanuit de lucht

 

De hotels liggen net buiten Funchal in Caniço De Baixo. Het heeft een supermarkt, apotheek, pinautomaat en wat kleine restaurantjes. Funchal is ongeveer een kwartiertje met bus of taxi. De rit ernaartoe gaat door de vele tunnels door de bergen die Madeira rijk is om de plekken op een beetje effectieve manier met elkaar te verbinden zonder alle toppen van elke berg over te moeten.

In Funchal kan je op elke straathoek heerlijk eten als je dat liever buiten het hotel doet. Of je boekt een tafel bij het Nini Design Center. Dit restaurant ligt aan de pier en heeft een geweldig uitzicht op de stad. Reserveren is noodzakelijk.

 

Nachtelijke view vanuit Nini Design Center

 

Trots

Madeirenen zijn trots op hun eiland en ze laten het graag zien. Alle gidsen en mensen die we hebben ontmoet zijn vriendelijk, goedlachs en heel hartelijk. Ze praten allemaal over hun eiland in superlatieven, en we geven ze geen ongelijk. Het is een parel in de oceaan, een prachtige, rustige en relaxte plek waarvan je je echt kan voorstellen dat je er heel prettig woont en werkt. Sommigen zijn zelfs nog nooit van het eiland af geweest, zelfs niet naar het vasteland van Portugal. Ze zouden niet weten waarom.

 

Marco Heesbeen maakte deze foto tijdens het WK Onderwaterfotografie op Madeira

 

Laurisilva

De laurierboom is op Madeira de belangrijkste boom die er groeit. De laurisilva van Madeira is een bijzonder overblijfsel van een eerder wijdverspreid type laurierbos type. Het is het grootste overgebleven gebied van laurierbos en bestaat naar schatting voor 90% uit oorspronkelijk bos. De laurierbossen zijn van grote ecologische waarde en spelen een belangrijke rol in de hydrologische balans van het eiland. De laurisilva van Madeira bestaat voornamelijk uit groene bomen en struiken, met vlakke, donkergroene bladeren. Er zijn twinitg soorten mos opgenomen als zeldzaam of bedreigd. Het eiland bevat verder een unieke reeks planten en dieren, waaronder veel inheemse soorten, zoals de Trocazduif (lange-tenen duif) van Madeira.

 

Duikscholen

Duiken kan op Madeira met verschillende duikscholen, die zich veelal bevinden in het zuiden van het eiland. Dit omdat de meeste duikstekken daar zitten. In het noorden is de zee én de kust veelal te ruig voor kantduiken. Wij doken met:

 

Haliotis Dive Center – dit lokale duikteam is gevestigd in het kleine dorpje Machico, net buiten Funchal. Ze zijn elke dag open. De crew is Madeireens. Ze organiseren voornamelijk bootduiken en zo af en toe een kantduik. Nachtduiken zijn mogelijk als de omstandigheden goed zijn.

Manta Diving Madeira – deze duikschool zit tegen de rotsen aangebouwd en hoort bij de hotels van Sentido. De Duitse roots zijn duidelijk merkbaar: het is schoon, netjes, georganiseerd en zeer gestructureerd. De Gründlichkeit spat ervan af.

 

Bij het verlaten van de grot zwemmen duizenden vissen in het zonlicht

 

Materiaal

De duikflessen zijn op Madeira allemaal staal – 10, 12 en 15 liter. Nitrox is overal verkrijgbaar, maar op aanvraag en tegen extra kosten. De meeste gidsen duiken in oktober in 7 millimeter natpak. En ook wij duiken met ons enkel 7. Het is prima te doen en eventueel is een sharkie of een rashguard een mooi extra laagje. Een enkeling duikt in 5 millimeter, echt dunnere pakken zien we niet. Een paar Hollanders die een droogpak bij zich hebben, ruilen die snel in voor een huurpak. Zowel water als lucht zijn te warm, en de omstandigheden, waardoor de je veel moet zwemmen en klimmen zijn echt beter voor je wetsuit dan voor je droogpak.

Voor een leuke duik is een heel goede duiklamp hier eigenlijk een must. Op de diepere duiken is vanzelfsprekend alles ander blauw, maar er is ook vooral zo ontzettend veel te ontdekken tussen de pinnacles, rotswandjes en spleten in de lava. Er zijn overal tussendoorgangen, swim throughs en kleine grotjes.

Een SMB en een (lange) reel zijn fijn om bij je te hebben. Op sommige duiken is het een beetje een doolhof en de kans dat je de boot zelf terug gaat vinden is bijna nihil. Als hij er nog ligt, want door stroming of golfopbouw kan de boot ook simpelweg een ander plekje zijn gaan zoeken terwijl jij onder water bent. De schipper komt je als je je boeitje schiet wel halen als je op een plek ligt waar dat veilig kan. Anders is het even zwemmen. Of hij gooit je een zwemlijn toe, waarmee je jezelf makkelijker naar de boot trekt aan het einde van je duik.

 

Octopus verscholen onder de stenen