Snel en wendbaar schieten de lange zilveren schichten tussen de rotsen in de donkere nacht. Bij de briefing werd het al aangekondigd: tijdens de nachtduik op Playground zien we jagende “dolphin fish”. Maar wat zijn dat? Geen boekje kon er iets over melden. Maar zodra we bij de bodem aankomen flitsen ze al voorbij, overal waar we met de lamp schijnen. Bijna een meter lang, slank, met grappige kleine kraaloogjes en een merkwaardig klein bekje. In groepen zwermen ze over de rotsen, in elk gaatje en hoekje zoekend naar prooi. Ze trekken zich niets van ons aan, scheren zelfs vlak over de bodem onder ons door. Verspreid op de bodem liggen genoeg prooien te dutten, allemaal kleine cichliden. Maar de dolphin fish blijken erg kieskeurig. Vaak lijken ze enkel aan een prooi te ruiken. En als er dan een cichlide als hapklaar brokje wordt goedgekeurd, dan hapt de rover niet altijd raak. Deze nachtduik wordt nog leuker door de aanwezigheid van meervallen. Er zwemmen verschillende soorten, van olijfbruine exemplaren van een ruime meter lang tot kleine gestippelde visjes van net twee decimeter. Verheugd en onder de indruk varen we na deze verrassende duik het korte stukje terug naar de lodge. In de prachtig heldere sterrenhemel is de Melkweg in al haar details zichtbaar.
Een sterke wens om iets totaal nieuws te beleven, deed me besluiten om het Malawimeer te bezoeken. Het Malawimeer is een van de grotere meren op aarde met een lengte van 560 kilometer, een breedte van 75 kilometer en een maximale diepte van ongeveer 700 meter. Het ligt op een hoogte van ongeveer 500 meter boven zeeniveau en is gevormd in de Grote Slenk, een breuklijn die dwars door het Afrikaanse continent loopt. Het Malawimeer is ongeveer 40.000 jaar oud en ligt tussen de landen Malawi, Mozambique en Tanzania. Het grootste deel ervan ligt in Malawi.
Onbeschreven soorten
Omdat het Malawimeer altijd geïsoleerd is geweest van andere wateren, heeft er zich in de loop der tijd de grootste concentratie inheemse vissoorten ter wereld ontwikkeld. Dat zijn allemaal vissen uit de cichliden familie. Er zijn drie groepen. De mbuna’s zijn het meest aantrekkelijk want het kleurrijkst. Ze zijn voornamelijk te vinden bij rotslandschappen. De utaka’s zijn de iets grotere rovers in het open water. De aulonocara’s zijn de kleinere soorten die voornamelijk op het zand leven. Momenteel zijn er ongeveer 1000 soorten beschreven, en we kunnen er zeker van zijn dat er nog veel onbeschreven soorten rondzwemmen. Maar de beperking van de verspreiding gaat nog verder. Cichliden zijn extreem gehecht aan hun omgeving en erg territoriaal. Voor soorten die zich bijvoorbeeld alleen op een bepaalde diepte bij rotsbodems ophouden, is een zandvlakte al een onneembare hindernis. Door de eeuwen heen heeft de waterspiegel van het Malawimeer stijgingen en dalingen gekend. Daardoor zijn soorten cichliden van elkaar gescheiden geraakt en ontstonden nieuwe soorten. Determinatie onder water is moeilijk. Die ooit van elkaar gescheiden soorten zijn uiterlijk bijna gelijk aan elkaar en alleen genetisch te determineren, of aan de (interne) kaakvorm. En cichliden van dezelfde soort kunnen zulke uiteenlopende kleuren dragen dat ze andere soorten lijken.
Cichliden zijn extreem gehecht aan hun omgeving en erg territoriaal.
Mijn reis begint in het vissersplaatsje Nkhata Bay, in het noorden van Malawi. Hier bevindt zich al meer dan tien jaar de lodge Aqua Africa. Het is een PADI duikschool met eigen accommodatie. De capaciteit in begeleiding is beperkt, dus soms moet een ervaren duiker zich een beetje schikken als de enige beschikbare instructeur/duikgids ook een leerling heeft. Aqua Africa wordt gerund door een Engels echtpaar dat een gezellige, warme sfeer biedt. De lodge ligt prachtig hoog op een rotspunt aan de rand van het dorp. De duikfaciliteiten liggen lager, aan de waterkant. Alle kamers en de eetruimte in de open lucht (het Dive Deck Café) bieden een prachtig uitzicht over een baai met een zandstrand aan het meer. De nachtelijke reis van zeven uur met de bus, met aansluitend nog eens anderhalf uur taxi, is in het warme ochtendzonnetje helemaal vergeten. Het afgeschermde terrein heeft een eigen strandje en vele hoekjes waar je kunt relaxen en genieten van de vele kleurrijke vogels en hagedisjes die door de bloesembomen worden aangetrokken. Als je behoefte hebt aan meer drukte, is een bezoek aan het dorp een kwestie van de voordeur uit lopen. Je bent dan meteen vol in Afrika: links stoffige weggetjes, geurende (vis)markten en bedrijvigheid alom, rechts de half ingestorte pier waar om de zoveel dagen de enige veerboot op het meer aanlegt. Er zijn restaurantjes, bars en andere hotels (die worden hier allemaal “lodge” genoemd). Malawi wordt in de reisgidsjes omschreven als “het warme hart van Afrika”. Ik heb het ook leren kennen als een land vol vriendelijke mensen. Je blijft tijdens een dorpswandelingetje begroet worden. De mensen zijn oprecht geïnteresseerd en behulpzaam, en er is weinig criminaliteit.
Kalm
Aqua Africa vaart twee keer per dag met een eenvoudige motorsloep uit naar een van de zes duikplekken in de buurt. Ze liggen allemaal dichtbij. Het water is in september 24 graden met een zicht van zo’n 15 meter. Globaal wordt tussen de 15 en 25 meter diepte gedoken en er is geen stroming. Het is zoet water, dus je kunt met een paar kilootjes minder lood toe. Het water is over het algemeen aangenaam kalm. Een paar dagen hadden we te maken met onverwachte golfslag. Onverwacht omdat de golven van ver kwamen terwijl er slechts een zwak, aflandig windje stond. Dat herinnert je er weer aan dat het Malawimeer gigantisch groot is en als binnenzee wordt aangemerkt. Die golven kunnen van honderden kilometers verderop komen.
Het onderwaterlandschap is op het eerste gezicht vrij kaal. De kust bestaat uit rotsen met hier en daar kleine zandstranden. Onder water wisselen deze rotswanden, velden met rotsblokken en zandbodems elkaar af. Er groeien geen planten. De rotsen zijn bedekt met een dun laagje harige algjes. Iets dieper zijn platte sponzen te vinden. Maar wat een festijn aan vissen! Zodra je te water gaat, ben je omringd door honderden cichliden. Een waar kleurenfestijn, vooral de blauwe en gele mbuna exemplaren spetteren je tegemoet. Sommige soorten zijn zo plaatsgebonden dat je ze op een enkele locatie kan tegenkomen. Een prachtig bronskleurige soort bijvoorbeeld, heb ik alleen gezien rondom Pinnacle Rock; een losse rotspunt iets verder naar het zuiden. Hun plaatsgebondenheid maakt ze dankbare foto-onderwerpen. Want na een aanvankelijke schrik van je luchtbellen is het een kwestie van even wachten tot ze weer terugkeren naar hun plekje. Behalve de ontelbare variaties in kleuren en patronen zijn het behoorlijk bezige visjes. Continu zie je korte en felle territoriumruzies, de platte rotsplateaus met algen staan vol grazende cichliden – rechtop zodat het lijkt op een veld vol vlaggetjes – en andere soorten zijn rondom in het zand aan het wroeten. De gids is vooral dol op de “upside-down” cichliden die in groepen (ondersteboven) onder overhangende rotsen zwemmen. Het broedseizoen valt in september en oktober. De mannetjes van alle soorten laten zich overal zien met wijd uitgespreide vinnen en volle kleuren om de vrouwtjes te lokken. En gaandeweg vinden we steeds meer nesten. Cichliden besteden veel tijd en moeite aan hun nestplaats. Dit zijn bergjes zand van globaal een meter doorsnee en dertig centimeter hoog, met in het midden een perfecte kuil. Het ziet eruit als een miniatuur vulkaan. Duikstek Lighthouse Point biedt een fascinerende aanblik van een zandvlakte vol met deze nesten, en al hun trotse eigenaren daarboven lonkend en ruziemakend met de buren.
Elektriciteit
Cichliden zijn in de meerderheid in het Malawimeer. Incidenteel kom je andere vissoorten tegen. Daar zijn over het algemeen nog geen Nederlandse namen aan gegeven. Iedere duik zie je wel een aantal labeo’s, stevige cilindrische algenschrapers met een mooie gele lengtestreep. Incidenteel zwemmen er groepjes barbus en labeobarbus, vissoorten die nog het meest lijken op onze voorns. Tegen de oppervlakte zwemmen scholen langwerpige, zilveren visjes die op sardines lijken. Hier wordt veel op gevist en je vindt ze terug op de markten waar ze op grote matten liggen te drogen. Op grotere dieptes of ver verstopt onder de rotsen vind je de verschillende soorten meervallen die hier leven. De meest indrukwekkende soort wordt “kampango” genoemd en kan een ruime meter lang worden, daarbij voorzien van een indrukwekkende batterij stevige voelsprieten rond de bek. Er is nog een soort met een opvallend platte kop; een kleine, fraai gestippelde soort. Overdag zijn de meervallen vrij schuw. ’s Nachts gaan ze op jacht en zijn ze veel beter te zien. De nacht is ook de tijd voor de cornish jacks. Dat zijn de roofvissen waar dit verslag mee begint. Ze behoren tot de Mormyrops-familie en het bijzondere eraan is dat ze jagen en communiceren met elektrische signalen. Het “snuffelen” dat we zagen, is eigenlijk het bombarderen van het potentiële prooivisje met elektriciteit.
De tweede helft van de reis heb ik gedoken bij Cape Maclear aan de zuidoever van het Malawimeer. Dit ligt bij het dorpje Chembe op de punt van een schiereiland en vlak naast het Lake Malawi National Park. Dit park omvat land en water. Ik heb hier gedoken bij Cape Maclear Scuba, een duikschool die een variatie aan PADI-opleidingen, introductieduiken en funduiken verzorgt. Gevorderde duikers kunnen er met een eigen divemaster als gids en buddy op uit. De school ligt op het terrein van Thumbi View Lodge. Een Zuid-Afrikaans echtpaar heeft het nog niet zo lang geleden gekocht en gerenoveerd. Zij bieden prima accommodaties waarvan een aantal met vrij uitzicht over het water. Het is er aangenaam vertoeven – op de strandstoelen of op het verhoogde terras rond een klein zwembad.
Livingstone
De kust van Cape Maclear bestaat uit een lang en breed zandstrand. Alle lodges liggen aan het strand met het dorp erachter. Dit biedt de mogelijkheid om gelijk het Afrikaanse dorpsleven te aanschouwen zodra je de poort uit loopt. Vanaf het strand heb je een fraai uitzicht over de eilanden Thumbi, Domwe in en de verte Mumbo. Door de ligging zie je vanaf hier de zon in het meer ondergaan, in een geweldige dieporanje panorama. Met al die lodges is er volop keuze om ergens anders te gaan eten of drinken. Daarbij kun je hier meer leuke dingen doen zoals kajakken, zonsondergang cruises, snorkeltripjes, eilandbezoeken en sportvissen. Een van de weinige bezienswaardigheden ligt naast de entree van het nationaal park iets buiten het dorp: het kerkhof van de voormalige missiepost van de Britse ontdekkingsreiziger David Livingstone. Maclear, een Zuid-Afrikaanse astronoom, was een goede vriend van Livingstone en kreeg de locatie naar hem vernoemd. Het kerkhof is niet echt indrukwekkend, maar het bergachtige landschap is dat wel met onder andere de opvallende baobab bomen en in de buurt zwervende bavianen. Als je gaat wandelen merk je duidelijk dat het hier in het zuiden warmer is.
De wolk met jonkies trekt samen zodra je nadert om ze te bekijken, en dan vormt zich een lijn visjes naar de bek van de ouder.
Cape Maclear Scuba vaart in de ochtend uit voor twee duiken. Er zijn vijf duikplaatsen die allemaal rondom Thumbi Island liggen, net buiten het nationaal park. Dit eiland is rotsachtig en onbewoond en begroeid met bos, waardoor je altijd de meest prachtige vogels ziet. Soms kruipt er een grote groene watermonitor hagedis over de rotsen. Ook bij Cape Maclear bestaat het onderwaterlandschap uit afwisselende rotshellingen en zandvlaktes. Op duiklocatie Bakers Oven bieden de enorme rotsenblokken leuke gangetjes om doorheen te zwemmen. Bij Usipa Point is een wrakje afgezonken op 27 meter. Het is de diepste duik in het programma. Het wrak is van een voormalig klein veerbootje. Oorspronkelijk lag het op 30 meter diepte, maar het peil van het Malawimeer is langzaam aan het zakken. De twee duiken worden relatief snel achter elkaar gemaakt. Voor het middaguur ben je weer terug en heb je de rest van de middag alle tijd om andere dingen te ondernemen. Na de duiken verzamelen we ons bij een comfortabel zithoekje aan de rand van het strand, waar we met een glaasje limonade of koffie nog even napraten en de logboekjes bijwerken.
Ruzie
Net zoals in de rest van het Malawimeer wemelt het bij Cape Maclear van de cichliden. Als je er na een tijdje wat meer kijk op krijgt, zie je dat hier andere soorten leven dan bij Nkhata Bay en omgekeerd. Zo leeft er hier een wat grotere, felblauwe utaka-soort met opvallend dikke lippen. Een andere, lichter blauwe soort mbuna met vlammend oranje rugvin is nog zo’n fraai voorbeeld. Het broedseizoen is hetzelfde als in het noorden. De grotere blauwe soort utaka bouwt spectaculair grote nestkuilen op duikstek Rock Gardens. Deze kuilen zijn een ruime 2 meter in doorsnee, zo’n 80 centimeter diep en perfect rond. Let wel: de bouwer is een visje van maar 20 centimeter lang. De zandvlakte is binnen zichtafstand volledig gevuld met deze nestkuilen, alsof er een bombardement is geweest. Voortdurende territoriumruzies tussen de vissen maken het slagveld compleet. Zelfs duikers worden aanvankelijk dreigend benaderd maar al gauw als een te grote tegenstander ingeschat. De gidsen vertellen dat zo’n nest slechts een keer wordt gebruikt. Daarnaast zien we hier muilbroeders. Op een gegeven moment zie je dan een wolk van kleine gevlekte visjes rondhangen, met vlakbij een wat grotere, bruin gevlekte cichlide. Die wolk met jonkies trekt samen zodra je nadert om ze te bekijken, en dan vormt zich een lijn visjes naar de bek van de ouder. Die staat inmiddels open en allemaal verdwijnen ze erin. Als de laatste binnen is gaat de klep dicht en is het broed veilig. Het zijn al gauw 30 à 40 jonge visjes van anderhalve centimeter en ze passen er allemaal in! Afhankelijk van de soort is het de moeder, de vader of allebei die zo zorgzaam zijn voor hun kroost.
Rond Cape Maclear lijken de meervallen meer gewend te zijn aan duikers. Ze zwemmen minder gauw weg. ’s Nachts op duiklocatie Aquarium, een losse rotspunt, is het helemaal een meervallenfeest met vele exemplaren van meerdere soorten op jacht. Cornish jacks waren er ook, maar beduidend minder in aantal en veel schuwer. Er lopen blauwe krabben over de bodem waar ook veel en opvallend grote ronde huisjesslakken rondkruipen. Deze tref je vooral aan op de open zandbodems. Vooral rond het wrakje hangen indrukwekkende kampango’s rond die zich rustig laten bekijken. Een enkeling durft het zelfs aan om even goed terug te kijken.
Nijlpaarden
Behalve het grote meer heeft Malawi nog een aantal nationale parken die je niet mag overslaan. Gezien de reistijden is het aan te raden hier ruim de tijd voor te nemen. Nu ik voor de eerste keer in Afrika ben, wil ik zeker iets van het beroemde Afrikaanse wild zien. Ik kies voor het Kasungu National Park in het westen van Malawi, tegen de grens met Zambia. In het midden van dit park ligt de Lifupa Conservation Lodge aan een klein stuwmeer. Je verblijft middenin het woud en de dieren komen gewoon in het zicht van je eigen bungalowterras naar het stuwmeer toe om te drinken of te baden. Het wildlife van Malawi is niet zo veelzijdig in vergelijking met landen die de natuur beter beschermen. Vanwege jarenlange stroperij en gebiedsverlies door de zich verder verspreidende bevolking, zijn veel diersoorten zeldzaam geworden in Malawi of zelfs helemaal verdwenen. De rijkdom in dit park is ook niet zo groot en moet nog groeien. Maar het vrije uitzicht over kuddes olifanten, vergezeld door gazelles en de permanente kudde nijlpaarden voor je deur is toch indrukwekkend genoeg. Samen met andere parken door heel het land zijn overigens herintredingprogramma’s gaande voor bijvoorbeeld leeuwen, neushoorns, cheeta’s en giraffen.
Het Malawimeer is misschien niet zo veelzijdig en kleurrijk is als een koraalrif. En er zijn ook geen supergrote vissen zoals in de oceanen. Maar de variatie die alleen al die cichliden bieden met al hun kleuren en patronen, hun benaderbaarheid en gedrag, maakt veel goed. Het Malawimeer is de enige plek waar je deze vissoorten in het wild kunt zien en dat maakt het heel speciaal. Daarnaast is het er gewoon lekker comfortabel en makkelijk duiken en verrassend anders – lekker nieuw en onbekend. Die belofte heeft Malawi zeker waargemaakt.
_______________________________________________________________
Malawi praktisch
MALAWI ligt op het zuidelijk halfrond tussen Tanzania, Mozambique en Zambia. Het is een voormalige Engelse kolonie en onafhankelijk sinds 1963. Er wonen ongeveer 19 miljoen mensen van wie meer dan de helft onder de armoedegrens. De hoofdstad is Lilongwe.
KLIMAAT: tropisch. Het regenseizoen is van december tot en met maart. April tot en met augustus zijn de koelere maanden, warm tot heet is het van september tot en met november.
VALUTA: Malawi Kwacha. 1000 Kwacha is iets meer dan 1 Euro. Lodges en verschillende pinautomaten (niet alle) accepteren VISA. Pinautomaten zijn niet overal aanwezig. Cape Maclear heeft er geen.
REIS: Er vliegen een paar maatschappijen naar Lilongwe. Ik heb gekozen voor Kenya Airways omdat je bij deze maatschappij vanaf Schiphol slechts 1 keer hoeft over te stappen (in Nairobi), en omdat zij 2 x 23 kilo bagage toestaan. Je moet van tevoren een visum aanvragen bij de ambassade in Brussel. Kosten € 100,00. http://www.embassymalawi.be
TAAL: Engels, inheemse stammentalen.
ELEKTRICITEIT: 220 Volt, Engelse driepuntstekker. Stroom wordt regelmatig afgesneden wegens energietekorten. Neem een reisstekker en een zaklampje mee.
GEZONDHEID: DTP en hepatitis-A vaccinaties worden aanbevolen. In Malawi is een hoog risico op malaria. Alle accommodaties zijn voorzien van muskietennetten. Aids is wijdverspreid, ongeveer 10 procent van de bevolking is ermee besmet. In sommige gebieden rond het Malawimeer is nog een kleine kans op bilharzia, vooral rond de kleinere dorpen. Stranden die veel toeristen trekken worden geregeld preventief van slakken geruimd, de voornaamste verspreider van de bilharzia worm. Een duikpak beschermt al goed omdat het de huid bedekt.
SOORT DUIKEN: bootduiken, geschikt voor alle niveaus.
Meer info: aquaafrica.co.uk www.capemaclearscuba.com thumbiviewlodge.com Aanbevolen literatuur: Malawi cichlids in their natural habitat, 5th edition, door A. Konings, ISBN 978-I-932892-23-9.