Survival-meesters
Mangroven zijn boom- of struiksoorten die zich hebben aangepast aan leven in zout of brak water. Ze komen voor in tropische kustgebieden en rivierdelta’s met getijdewerking in Afrika, Australië, Azië, Midden- en Zuid-Amerika. Mangroven heb je in allerlei maten: van kleine struikjes tot bomen van zestig meter hoog. Ze bezitten vaak opvallende wortels die boven de grond of boven het water uitsteken. Die wortels zijn er niet voor de sier. Leven aan zee vereist namelijk een flink aantal aanpassingen van planten. Zout water is voor de meeste planten dodelijk, en ook mangroven moeten ademen.
Veel volwassen koraalvissen en haaien leggen hun eieren onder water tussen de mangrovewortels.
Mangroven hebben een aantal trucjes om met het zout en overspoeling van water om te kunnen gaan. De soorten die veel te maken krijgen met getij, groeien speciale wortels die als snorkels uit het water steken. Met deze luchtwortels (pneumatoforen) kan de mangrove zuurstof uit de lucht halen. Andere mangroven hebben wortels die met grote bogen het water in buigen. Die wortels zijn echt multitaskers: het deel dat boven het water uitsteekt zorgt voor de ademhaling, terwijl het deel onderwater de boom stevig verankert in de zachte ondergrond.
Wereldwijd zijn mangroven de enige boomsoorten die goed tegen zout water kunnen. Zulke zout-tolererende planten worden halofyten genoemd. Ook mangroven hebben zoet water nodig. Dat krijgen ze door 90% van het zout uit het water te filteren als ze het zoute water via hun wortels opnemen. Een andere strategie is het uitscheiden van zoutkristallen via speciale klieren in hun bladeren. Je zou het zout proeven als je aan die bladeren zou likken. Daarnaast zorgen mangroven ook dat ze zo min mogelijk zoet water verliezen. Hun bladeren hebben een wasachtige laag om verdamping te voorkomen. Andere soorten hebben kleine haartjes op de bladeren om zonlicht te reflecteren tijdens de warme uren van de dag. Mangroven zijn meesters in het overleven aan kustgebieden.
Belangrijke bomen
Mangroven zijn niet alleen mooi en interessant, maar hebben ook belangrijke functies. De bossen herbergen een enorme diversiteit aan leven en bieden leefruimte aan verschillende bedreigde diersoorten, zoals lamantijnen, tijgers, zeeschildpadden en honderden vogels. De mangrovewortels zijn vaak dicht begroeid met allerlei zeewieren, sponzen, schelpdieren, zakpijpen en kalkkokerwormen. Onderwater vervullen mangroven de rol van kraamkamer. Veel volwassen koraalvissen en haaien leggen hun eieren onder water tussen de mangrovewortels. De baby visjes zoeken als ze jong zijn eerst nog de beschutting tussen het labyrint van wortels. Hier zijn ze veiliger voor roofvissen. Pas als de babyvissen groot genoeg zijn gegroeid, trekken ze naar het koraalrif.
Mangrovekwallen brengen het grootste deel van de tijd op hun kop door.
De bomen maken de wereld voor mensen ook een stukje beter. Ze filteren schadelijke en giftige stoffen uit bodemwater en stabiliseren de bodem. Met hun wortels vangen ze sediment en houden dat vast. De wortels vormen ook een buffer tegen golven. Deze buffer helpt om erosie door golven tegen te gaan. Zelfs bij enorm grote golven: kusten met mangroven zijn namelijk beter beschermd tegen tsunami’s. Onderzoekers hebben aangetoond dat zeven procent van de dorpen in gebieden met uitgestrekte mangrovebossen na de grote tsunami in de Indische Oceaan in 2004 zwaar beschadigd waren. Het verschil met gebieden waar de mangrovebossen sterk achteruit zijn gegaan is groot: daar waren 80 tot 100 procent van de dorpen verwoest.
Helaas behoren mangrovebossen tot de meest bedreigde ecosystemen ter wereld. Tussen de jaren 2000 en 2016 is meer dan 3300 km2 mangrovebos wereldwijd verdwenen. 62% van deze verdwijning is direct door mensen veroorzaakt. Hele gebieden worden gekapt om ruimte te maken voor aquacultuur – met name de garnalenkweek, landbouw en steden. Dit is niet alleen slecht voor het ecosysteem, maar ook voor onszelf.
Mangroven op Bonaire
De bekendste mangroven voor Nederlandse duikers zijn waarschijnlijk de bossen op Bonaire in Lac Bay. Op Bonaire kun je heel mooi snorkelen tussen de mangroven. Dit is op niet alle locaties in de wereld aan te raden. In Australië zijn er bijvoorbeeld veel zoutwaterkrokodillen waar je liever niet te dicht in de buurt komt.
Als je op Bonaire tussen de flamingo’s je hoofd onderwater steekt, valt het verschil met het koraalrif meteen op. Het zonlicht schemert tussen de wortels en werpt schaduwen onder bomen. Op de bodem bedekt een tapijt van zeegras het zand. Maar algauw spot je grote scholen vissen, kleurige zakpijpen en unieke dieren. Extra leuk is de Mangrovekwal. In het Engels heet dit kwalletje – met goede reden – de Upside Down Jellyfish. Deze kwallen brengen het grootste deel van de tijd op de kop door: met hun hoed liggend op de bodem en de tentakels omhoog gestoken. Eenmaal op de bodem gelegen maakt de kwal pulserende bewegingen. Dat lijkt gek, maar hiermee zorgt de kwal voor een hoop beweging in het water. Een Mangrovekwal van gemiddelde grootte kan een waterstraal enkele meters omhoog maken, en een aantal Mangrovekwallen samen kunnen elke 15 minuten een meter in de waterkolom volledig verversen. Zo zorgt de kwal dat er voldoende vers water met voedsel wordt aangevoerd. Het zijn de meest turbulente dieren in mangrovebossen. Daarnaast leeft de Mangrovekwal net zoals koralen samen met een algje (Symbiodinium). Dit algje levert de kwal voedingsstoffen en de kwal biedt een veilig huis aan het algje.
Op Bonaire komen twee soorten mangroven voor: de rode mangroveboom (Rhizophora mangle) en de zwarte mangrove (Avicennia germinans). De rode mangrove staat meestal dichter bij de waterrand dan de zwarte mangrove. Ook heeft de rode mangrove wat grotere bladeren. De bladeren van de zwarte mangrove zijn vaak bedekt met zoutkristallen. In tegenstelling tot de zwarte mangrove, kan de rode geen zoutkristallen uitscheiden via het blad. De rode mangrove is ten slotte goed te herkennen aan de grote boogvormige wortels en de zwarte mangrove heeft pneumatoforen die als stengels uit de grond steken.
Je zou het zout proeven als je aan die bladeren zou likken.
Een recente bedreiging voor het mangrovegebied op Bonaire zijn de zogenoemde golden tides. Dit zijn massa-ophopingen van het drijvende bruinwier Sargassum die op bepaalde tijden van het jaar de baai instromen. Deze hopen zeewier worden soms wel meters hoog, blijven op het strand en in de baai liggen, gaan ten slotte rotten en verstikken daarmee al het leven. De golden tides vormen een probleem in het hele Caribisch gebied. Tijdens een golden tide in 2015 is er naar schatting dagelijks gemiddeld tienduizend ton Sargassum op de Caribische stranden aangespoeld. De mangrovebossen op Bonaire zijn meer dan 850 jaar oud. Gelukkig is het mangrovebos deel van het Bonaire National Marine Park. Daardoor kan het hopelijk nog lang blijven bestaan en zijn belangrijke functie uitoefenen.
Mangroven in het kort
- De enige boomsoorten die zout water tolereren.
- Wereldwijd komen er meer dan vijftig mangrovensoorten voor.
- Mangrovebossen kan je vinden in 118 landen.
- Globaal beslaan mangrovebossen meer dan 137.000 km2 (te vergelijken met het oppervlak van Griekenland).
- Het grootste mangrovebos bevindt zich in Bangladesh bij de rivierdelta van de Ganges.