In 2019 zijn bij Duik Ongevallen Statistiek en Analyse (DOSA) 84 meldingen gedaan van een duikongeval of –incident. Er zijn 1 dodelijk, 3 ernstige, 25 decompressie- en 40 ongevallen gemeld. De overige meldingen gaan over duikincidenten (11), onveilige situaties (2) en incidenten op het droge (2). Het aantal meldingen is daarmee licht gestegen ten opzichte van 2018. In dat jaar werden 77 meldingen opgenomen in de statistiek van DOSA waarvan 2 dodelijke ongevallen.
Meest opvallend is dat de direct betrokken duikers of hun buddy’s zelf bijna geen meldingen meer doen. In de meeste gevallen (66 van de 84) komen de meldingen van derden. Dat wil zeggen: uit de media of van ziekenhuizen die duikers hebben behandeld. ‘Dit is een probleem,’ schrijft DOSA-voorzitter David Wassing in het jaarverslag. ‘Want meldingen van de betrokkenen zelf bevatten vaak de meeste details. En die details stellen ons in staat een gedegen analyse te maken.’ Het effect hiervan zie je terug in de grafieken en het jaarverslag. In ongeveer de helft van de gevallen kan DOSA niet terugvinden hoe oud de betrokkene was, of het een man of een vrouw was en hoeveel duikervaring hij of zij had. De toedracht van het ongeval of incident blijft onbekend. Daarnaast stuurt de Vlaamse duikbond NELOS de meldingen door van incidenten met Belgische duikers in Nederland. NELOS is strikter op de ongevallenregistratie: melding geldt daar als voorwaarde bij de ongevallenverzekering. Dit kan ten onrechte het beeld opleveren dat Belgische duikers vaker brokken maken.
Raadsel
Het enige (geregistreerde) dodelijke ongeval in 2019 gebeurde op Bonaire. Daar dook een 55-jarige vrouw solo met een rebreather. Op 25 meter diepte werd zij gevonden, zonder mondstuk in haar mond. Een eerste onderzoek van de rebreather leverde geen aanwijzingen op van technische mankementen. De vermoedelijke doodsoorzaak is CO2 vergiftiging. Decompressieongevallen doen zich relatief vaak voor in combinatie met andere factoren: ongecontroleerde opstijging, meerdere diepe herhalingsduiken in een korte periode, zware inspanning tijdens de duik of stops overslaan wegens luchtgebrek. Een duiker moest door luchtgebrek de alternatieve luchtvoorziening van de buddy vragen maar stak deze ondersteboven in haar mond. Daardoor kreeg ze water binnen en kon de decompressie niet worden afgemaakt. Een duiker schrijft: ‘Ben een week op vakantie geweest om te duiken. Na de tweede duik kreeg ik rode vlekken op mijn buik, raadsel voor mij wat dit was. Na nog twee duiken de volgende dag liepen de verschijnselen op. Na veel Google en bellen bleek ik skin bends opgelopen te hebben.’ Uit de registratie blijkt niet of deze duiker zich heeft laten behandelen.
Onvoldoende duikvaardigheid leidt tot panieksituaties.
In tien gevallen speelt het verkeerd gebruik van materiaal een rol bij het ontstaan van een incident. Zo maakte een instructeur een ongecontroleerde opstijging omdat hij verkeerd was uitgelood. Ondanks de rommelige eerstehulpverlening hield hij er geen klachten aan over. Een andere duiker kwam in de problemen doordat een geleende loodgordel niet goed was vastgemaakt en losraakte. Ook dit leidde tot een ongecontroleerde opstijging van 8,5 meter diepte. Op de kant is na telefonisch raadplegen van een duikerarts een uur lang zuurstof toegediend. En een duiker had angstige momenten toen zijn wing vol water liep omdat de tie-wraps van de inflator waren geschoten. Duikmateriaal speelde in 2019 (10 keer) overigens een minder grote rol bij het ontstaan van duikongevallen en –incidenten dan in 2018 (29 keer). In vijf gevallen was sprake van valpartijen door gladheid of problemen met een duiktrap. Dat leidde onder meer tot een botbreuk, een gescheurde spier, een gekneusde knie en pijnlijke handen en knieën.
Blijven trainen
Op basis van de ongevallenregistratie komt DOSA tot de slotsom dat duikers nog steeds duiken met materiaal dat ze onvoldoende kennen of beheersen. Er wordt gedoken buiten de competenties van de duiker en onvoldoende duikvaardigheid leidt tot panieksituaties. En de meldingen van ongevallen, decompressie- of ernstige ongevallen komen in de meeste gevallen van derden, waardoor de toedracht bij DOSA onbekend blijft. Uit de analyse heeft DOSA vier aanbevelingen herleid:
- Train regelmatig de duikvaardigheid. Ook (juist!) als de opleiding is afgerond. Train daarbij ook op situaties die lastiger zijn, zoals het opstijgen met één vin, zonder vinnen of zonder masker. Doe dit eerst in een veilige omgeving zoals het zwembad.
- Onderhoud het duikmateriaal. Vervang materialen op tijd, voordat de kwaliteit minder wordt. Zorg dat je het materiaal door en door kent.
- Mocht in jouw omgeving een duikongeval of -incident plaatsvinden, adviseer en motiveer de direct betrokkenen dan om een melding te maken bij DOSA. Meld het in ieder geval zelf, dan wordt de melding tenminste geregistreerd.
- Gebruik de lessen die DOSA uit de ongevallen en incidenten trekt voor de training tijdens duikopleidingen of de verenigingsavonden in het zwembad. En voer de discussie over wat duikveiligheid inhoudt en hoe deze verbeterd kan worden.
DOSA verzamelt en analyseert duikongevallen en –incidenten van alle duikers in Nederland en van alle Nederlandse duikers in het buitenland. Bij een ongeval is sprake van letsel waarvoor de duiker medische behandeling nodig heeft. Bij incidenten gaat het om een gevaarlijke situatie of een duik die niet volgens plan verloopt. DOSA doet dit om lessen te trekken en het duiken veiliger te maken. Daarbij geldt: hoe meer meldingen, hoe beter DOSA dit belangrijke werk kan doen. ‘Gelet op de vuistregels die DAN hanteert kunnen we ervan uitgaan dat DOSA een behoorlijk aantal duikongevallen en –incidenten niet binnen krijgt,’ schrijft DOSA in het jaarverslag. ‘DAN gaat uit van 1 decompressieongeval per 5000 tot 10.000 duiken. DOSA schat in dat er in Nederland alleen al meer dan een miljoen duiken per jaar worden gemaakt. Dat zou betekenen dat er ongeveer 100 tot 200 deco-ongevallen per jaar gebeuren.’ Dit staat in schril contrast met de 25 meldingen van decompressieongevallen in 2019. ‘Om meer meldingen te krijgen werken we verder aan de bekendheid van DOSA. Onder meer met presentaties en publicaties waarin we duidelijk maken dat het melden van een ongeval of incident de normaalste zaak van de wereld is.’ Lees het hele jaarverslag op www.duikongevallen.nl/jaarverslagen.
________________________________________________
Reactie NOB
‘Het NOB-bestuur is blij met het werk dat DOSA doet,’ laat bestuurslid Thijs Wingelaar in een reactie weten. ‘Door de meldingen te analyseren kunnen we leren van ongevallen en de duiksport nog veiliger maken. Uit het jaarverslag blijkt dat veel duikongevallen zijn te herleiden zijn naar onvoldoende duikvaardigheid en onvoldoende kennis of beheersing van het eigen materiaal. Duikverenigingen en -scholen kunnen daar wat mee!’ Over daling van het aantal meldingen van direct betrokken zegt Thijs: ‘We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om van fouten te leren. Daartoe moeten we ze durven bespreken. Een melding uit de eerste hand geeft altijd meer informatie dan een melding uit tweede of derde hand. Informatie die we hard nodig hebben om een zorgvuldige analyse te kunnen maken.’ Thijs roept daarom alle duikers nogmaals op om duikongevallen en -incidenten te bespreken in de vereniging of met de instructeur, en deze altijd te melden bij DOSA. De registratie is anoniem.
________________________________________________
Vijf tips voor een veilige duik
In het jaarverslag geeft DOSA deze algemene tips voor een veilige duik:
- Spreek elkaar aan op onveilig gedrag.
- Duik niet als je jezelf onveilig voelt met het plan, de duikomgeving of buddy.
- Pas de duik aan op het niveau van de minst ervaren duiker.
- Zorg ervoor dat je het adres van de duiklocatie weet. Dit is van groot belang bij een noodgeval.
- Doe ALTIJD een buddycheck.