Dinsdag 22 september 1914. Een storm was de afgelopen weken over de Noordzee getrokken en de golfhoogte liep op naar meer dan drie meter. De drie Engelse kruisers die hier patrouilleren hebben niet veel problemen gehad met het zware weer. Het begeleidende escorte van onderzeebootjagers wel: de kleinere schepen moesten vanwege de weersomstandigheden een veilige haven opzoeken. Aan boord van de drie logge schepen, bemand met jonge aspirant officieren en reservisten, had niemand de periscoop van de U9 naderbij zien komen. Ook niet de bellenbaan van de torpedo die met een luide knal in de Aboukir explodeerde. De Hogue kwam onmiddellijk te hulp en werd het tweede slachtoffer. De kapitein van de Cressy begreep nu dat het geen zeemijn was die de Aboukir liet kapseizen, maar hij was al te laat. Twee torpedo’s troffen de romp van zijn schip. Het geschreeuw van de 2.300 drenkelingen moet door merg en been zijn gegaan. Slechts 800 opvarenden wisten deze scheepsramp – de grootste ooit op de Noordzee – te overleven.
Rouwkrans
Dinsdag 23 september 2014. De zee is bijzonder kalm. Gisteren was door de golfhoogte de zee te wild om veilig te kunnen duiken, dus is de herdenkingsduik een dag uitgesteld. Met de ‘Miranda’ en negen duikers van Stichting Duik de Noordzee Schoon duikers komen we aan op deze vredige duikplaats. Alleen een enkele meeuw verstoort de stilte. Door het uitstel van de duikdag moesten twintig duikers en twee duikschepen afhaken. Ondanks inspanningen van Duik de Noordzee Schoon laten de Engelse ambassade en marine het voor vandaag afweten. We gaan er toch een passende plechtigheid van maken. We markeren de drie wrakken met een boei. De vlag wordt halfstok gehesen en we brengen de rouwkrans met bloemen in het water. De blauwe tekstlinten geven aan waarom we hier zijn. We nemen een minuut stilte in acht en staren over de zee waar deze ramp zich heeft voltrokken. Voor iedere kruiser ontsteken we een handstakellicht om ons respect te tonen voor de Engelsen die hier op Nederlands gebied zo tragisch om het leven zijn gekomen. Het is tijd om te duiken. We hebben drie teams die ieder op een ander wrak een herdenkingsplaquette zullen aanbrengen. Op het wrak van de Cressy maken we de rouwkrans vast.
Laatste groet
Het zicht is ongeveer tien meter en de zon doet een poging om door het wolkendek heen te breken. Het blijft altijd een imposant gezicht om eerst een grote grijze massa te zien die, naarmate je dichterbij komt, steeds meer vorm en kleur krijgt. Deze wrakken zijn prachtig begroeid met anemonen in alle kleuren en bieden al honderd jaar een veilige schuilplaats aan het vele zeeleven dat hier een vestigingsplaats heeft weten te vinden. Kleine jonge steenbolken komen nieuwsgierig een kijkje nemen. Twintig jaar geleden kwam je duidelijk meer vis tegen en vooral de grote kabeljauw is een zeldzaamheid geworden. Grote Noordzeekrabben en een enkele kreeft komen kijken wat deze herriemakers hier komen doen. Op dit prachtige kunstrif is door de scheepsramp een compleet nieuwe biotoop ontstaan die aan duizenden bewoners een kraamkamer, onderkomen en schuilplaats bied. We gaan op zoek naar een geschikte plaats om de rouwkrans en plaquette te bevestigen. Doordat de krans is opgebouwd uit wilgentakken met de bloemen daardoorheen gevlochten zal deze nog maanden boven het wrak zweven. Met op de linten de laatste groet aan de slachtoffers van deze scheepsramp.
Op de kielbalk vinden we een mooie plaats voor de plaquette. Zodra deze is bevestigd lijkt het alsof een paar krabben en steenbolken aandachtig komen kijken wat er op deze glimmende plaat is gegraveerd. Laten we als duikers en bergers meer respect proberen te tonen voor de laatste wrakken die het nog waard zijn om op te duiken, ook voor de volgende generatie.
___________________________________________________
The Live Bait Squadron
Documentairemaakster Klaudie Bartelink is gefascineerd door deze ramp en vraagt zich bovendien af waarom er na de wereldoorlogen zo weinig aandacht is geweest voor wat zich in de Noordzee heeft afgespeeld. “The Live Bait Squadron” probeert antwoord te geven op die vraag en reconstrueert de gebeurtenissen aan de hand van archiefbeelden en materiaal dat Klaudie op de wrakken heeft gefilmd.