Ongelooflijk wat veel soorten visjes in die emmer! Heel veel kleintjes en een paar grotere. Zo van bovenaf zien ze er allemaal een beetje grijsachtig uit, maar je moet ze natuurlijk van opzij zien, dan zie je pas hoe mooi ze zijn. Ze zijn net met het schepnet gevangen in het poeltje aan de oever. Het poeltje ligt vol met dode bladeren en ik heb er vanmorgen nog in gesnorkeld – geen vis gezien. Op een grote ronde rots staat een klein glazen aquariumpje met daarin twee hele kleine visjes. Achter het aquariumpje een grote fotocamera en daarachter Martin van Emst, onze expeditieleider van Aquatic Discoveries. Hans Osendarp en Ronald Bosma, de andere leden van onze viertallige team, staan ook al klaar met hun camera’s.
Op mijn vraag wat voor visjes het zijn krijg ik te horen: ‘Briekonops.’ Maar het is Bryconops spec. Red Tail begrijp ik nu. De naam slaat natuurlijk op het rode staartje dat de volgroeide visjes hebben. Ik weet niets van al dat Latijn dat door de “aquarianen” (aquariumliefhebbers) wordt gesproken, maar ik hoop het tijdens onze expeditie wel een beetje te leren. Hans kwam al eerder enthousiast het water uit met: ‘Het barst hier van de koridoorussen!’ Ook weer zo’n moeilijk woord, moet dus Corydorus in het meervoud zijn. Alle visjes gaan straks weer het water in. Er gaat niets mee naar huis. Wel zullen er enkele exemplaren “verzameld” worden zoals biologen en onderzoekers dat zeggen. Die visjes worden geconserveerd in Mariënburg rum (90% alcohol, een specialiteit uit Suriname) en te zijner tijd ter beschikking gesteld aan het Natuurhistorisch Museum in Genève. Dat doet met deze visjes genetisch onderzoek naar de verschillen in de diverse populaties langs de “Wilde Kust”.
In poelen en zijkreken stroomt het water langzamer.
Zwart-waterkreken
We zijn diep in het binnenland van Suriname bij de Awadan sula in de Gran Rio, de rivier die later overgaat in de Suriname rivier. Ter verduidelijking: een sula is het Surinaamse woord voor stroomversnelling. Vlak naast de Awadan sula ligt de Peti sula in de Gran Rio, een prachtig landschap met een veelheid aan kleine watervallen. De rotsen zijn begroeid met sulaplanten als Kumaru njanjan en Apinagia. Beide sula’s en de omgeving ervan zijn de eerste bestemming van een achttien dagen durende expeditie naar de leefomgeving van onze aquariumvissen. Aquatic Discoveries organiseert de reis. Deze mensen willen de kennis overdragen over de leefomgeving van de Zuid Amerikaanse aquariumvissen in de rivieren, sula’s en kreken, maar ook in de zwart-waterkreken en in de moerassen (“zwampen”). Naast het organiseren van deze visreizen doen ze dat door foto’s en films te maken van de vissen in hun natuurlijke leefomgeving, en met het beschrijven van de locatie: de eventuele plantengroei in de omgeving en de aanwezigheid van hout en rotsen. Ook kijken Martin van Emst en zijn collega’s naar het water, naar de stroming, helderheid, zuurgraad en geleidbaarheid.
Als de vissen dan toch onder water of in een klein aquariumpje worden gefilmd en gefotografeerd, worden ze meteen op naam gebracht. De vissen worden benoemd met de wetenschappelijke naam. Nederlandse of gewone Engelse namen hebben de meeste vissen hier niet. Wel zijn er veel met een Surinaamse naam. De meeste kleine visjes heten “sriba” en verder heb je nog wel de namen van grotere vissen zoals piranha of “piren”, de “anjoemara”, de dagufisi (zoetwater barracuda) en de sidderaal of “stroomfisi”. Martin filmt net als Hans onder water, en Ronald houdt zich bezig met macrofotografie van de prachtige dieren in het omringende regenwoud.
Zoetwater barracuda in de Gran Rio.
Droge tijd
Door heel Suriname liggen granietruggen in het landschap, ontstaan in het verre verleden. Op plaatsen waar de vele Surinaamse rivieren een weg vonden door de granietruggen ontstonden door langdurige erosie de huidige sula’s. In het grillige landschap van grote en kleine rotsen dat zo ontstond, stroomt het water vaak met veel geweld naar de lagere delen van de rivier. Maar er ontstaan ook poelen en zijkreken waar het water langzamer stroomt of, zoals in de grote droge tijd, helemaal stil staat. Dat vormt bij elkaar een heel divers landschap met als het om de vissen zelf gaat “voor elk wat wils”. Dat geldt natuurlijk ook voor ons nu we hier zijn in de grote droge tijd.
Aan de voet van de Awadan sula ligt een eiland met daarop het Awarradam resort. Aan beide zijden van het eiland is het een feest om te snorkelen en allerlei vissen te zien. Aan de oever staat maar weinig stroming maar verder van de oever af neemt de stroming sterk toe. Als ik aan een aquarium met tropische visjes denk dan zie ik altijd een prachtig verlichte bak voor me met hier en daar wat kienhout en fris groene waterplanten. Hier in de Gran Rio en de sula’s die erin liggen is het landschap volkomen anders dan wat ik hoopte. Niks planten, niks helder – nou ja een beetje wel maar het water is vooral gelig van kleur en laat ik het maar heiig noemen. Eigenlijk overal, en zeker langs de oever, ligt het rivierwater vol met bladeren, hout, takken, stobben en heel veel dikke boomstammen. Dit is het echte landschap van de Surinaamse aquariumvissen.
Dode bladeren blijven aan de takken hangen.
Houtstronk
Langs de noordwest zijde van het eiland staat weinig stroming. Tussen de ondoordringbare massa takken en stammen langs de oever zwemmen groepjes Guianacara owroewefi, een cichlidesoort die als koppel of in kleine scholen door het leven gaat. En heel veel Anostomus anostomus. Deze vis staat in Nederland bekend als de “pracht- of gestreepte kopstaander” en is goed te herkennen aan de horizontale gele strepen. Het valt op dat elke vissoort zo zijn eigen eetgewoontes heeft. De Guianacara owroewefi’s scharrelden door de rottende bladeren op de bodem en zoeken daar naar allerlei bodembeestjes. De prachtkopstaander eet van de kleine algjes op de takken. Wat lager zwemt een Crenicichla saxatilis: een klein langwerpig visje dat wel iets heeft van een miniatuur snoek. Heel bijzonder vind ik de tak met bladeren vol met visjes, waaronder de zilverkleurige, ruitvormige Poptella longipinnis met zijn lange vinnen. Kennelijk vinden ze er veel voedsel of is de tak misschien een soort schuilplek? Ik zie hier wel vier verschillende vissoorten bij elkaar en dat zie je niet in een Nederlandse sloot. Ook zomaar een houtstronk kan een interessant beeld opleveren. En bij nader inzien heb ik wel vissen gezien, maar natuurlijk geen aquariumvissen. Net zomin als je in het bos in Suriname kamerplanten tegenkomt. Het worden tenslotte pas aquariumvissen als je ze in het aquarium stopt.
Anostomus anostomus eet algen van de takken.
___________________________________________
Sfeer vangen
Willem Kolvoort heeft geen aquarium en weet nauwelijks iets van aquariumvissen. Maar de vissen in hun habitat hebben zijn grote interesse. ‘Ik ben onderwaterfotograaf en vind het geweldig te duiken en te snorkelen in de onderwaterwereld,’ zegt hij. ‘En dan het liefst in het zoete water en al helemaal als dat lekker warm is zoals in de Surinaamse rivieren en kreken. Dan gaat het mij er niet alleen om de visjes te fotograferen maar vooral om de onderwatersfeer te vangen met de vissen, de omgeving waar ze in leven, hun gedrag en ook het mooie licht dat je hebt in niet al te helder water. Dat water was er in Suriname volop.’ In Suriname is het water gekleurd door rottend blad uit het bos en troebel door zwevende deeltjes. ‘Als je onder water fotografeert of filmt en het water is niet al te helder dan moet je proberen om zo dicht mogelijk bij je onderwerp te komen,’ adviseert Willem. ‘Om dan ook alles wat je ziet op de foto of film te krijgen werk je met een groothoek- of beter een super-groothoeklens. Let bij de aanschaf op de kortste instelafstand van de lens (hoe korter hoe beter) en gebruik als het om groothoeklenzen gaat altijd een bolvormig frontglas.’ Om net onder de oppervlakte de sfeer goed te kunnen vangen werkt Willem als regel zonder flitsers.
Dit is het echte landschap van de aquariumvissen.
Meer weten?
www.facebook.com/aquaticdiscoveries; www.colombiareizen.nl;
www.kolvoortonderwaterfoto.nl; The Freshwater Fishes of Suriname, Jan H.A. Mol (Brill uitgeverij, E-ISBN: 9789004207653).