De verschillende weerbureaus geven een weercijfer 1, het regent pijpenstelen. Gelukkig kunnen we ons droog en warm omkleden onder een enorme glazen overkapping – een soort half open kas. Na een uitgebreide briefing gaan we te water voor de eerste duik. Ik voel me als een goudvisje dat in een aquarium met verschillende objecten rondzwemt. De bouw van het duikbassin duurde drieënhalf jaar en al is het slechts 60 meter breed en 120 meter lang: onder water lijkt het veel groter. We gaan eerst naar de tempel. Het zicht is bij deze ochtendduik op een doordeweekse dag nog redelijk. Wel hangen er vlokken in het water. Het is alg. De muren zijn er dik mee begroeid.
Gigantische vissen
Voor de Egyptische tempel staan zes tempelwachters van zo’n drie meter hoog. Het zijn echter niet deze grote indrukwekkende jongens die de aandacht trekken. Al snel komt de eerste steur achter buddy Rob te voorschijn. De Belugasteur is niet verlegen en zwemt rakelings langs zijn gezicht. De kleinste steur is iets meer dan een meter, de grootste bijna drie meter. Het plein voor de tempel is hun domein, ze bewaken de ingang als echte tempelwachters. In het begin ben ik een beetje bang. Zij zijn groot en ik ben klein, nooit eerder zag ik zulke grote steuren en deze doemen op uit het niets en zwemmen tegen je aan. Al snel is de angst ervan af. Ze eten me niet op en ik kan uitgebreid genieten van deze gigantische vissen in allerlei kleuren wit en grijs.
Navigeren naar de tempel is gemakkelijk. Je volgt een zwarte kabel die in het water ligt. Ik besluit echter ook de riffen en grotjes te gaan verkennen en daar is de navigatie lastiger. Het kompas werkt niet door het vele betonijzer en het ene grotje gaat naadloos over in het andere en weer een andere. Ik zwem langs een kraterlandschap door smalle gangetjes en gaten, zie aan de zijkant wat waterlelies door een raam en kom in het spiegelpaleis. Op een zonnige dag moeten hier de lichtstralen mooi door de gaten vallen. Het mag dan allemaal nep zijn, het geeft wel het gevoel alsof je echt in een omvangrijk stelsel (300 meter) van grotten en gangen ronddwaalt. Een lamp is noodzaak, bij sommige grotten is het pikdonker. Net als ik bedenk dat ik beter een lijn had kunnen leggen, kom ik weer bij een uitgang. Buddy Rob en ik zwemmen daarna samen naar het wrak, ongeveer dertien meter lang. Volgens het personeel deed het eerst dienst als kanaalschip. Het wrak is eenvoudig te penetreren en grotendeels intact, op de motor na.
Stille kerk
Als we ’s middags het water ingaan voor de tweede duik is het zicht beduidend slechter. Het gevolg van duikers die met hun vinnen de muren hebben geraakt. Overal vlokken algen, vooral in het tempeldeel. Ik besluit nog een rondje langs de grotten en diverse gangen te doen, waar het zicht veel beter is. Ik kom onder meer langs de Dom, een opstapeling van stenen alsof er in het water een grote toren staat. Het geeft een prachtig effect, ik ben er de enige duiker. Een serene plek; alsof ik in een stille kerk duik. Dan weer naar de steuren. Even denk ik (door het zicht) dat ze weg zijn, maar ik blijf liggen en al snel duiken de eerste weer op. Met hun voeldraden tasten ze de bodem af, hun rug is ribbelig door het pantser van geknobbelde beenplaten. Wat mooi om met dieren te zwemmen die al miljoenen jaren bestaan en nauwelijks zijn geëvolueerd. En wat een kracht als ze opeens vooruit stuiven, maar ook een vorm van elegantie. Een geweldige belevenis.
NaturaGart is zeker een aanrader. Op een zonnige dag kunnen de niet-duikers langs planten, palmen, bloemen en vijvers wandelen of een kijkje nemen bij de aquaria. Neem wel een steekwagen of platte kar mee, want er is bij het duikcentrum nog maar één kar over (de rest is gejat). Toegang: 20 euro per duik, twee duiken 25 euro, 25 euro in het weekend. Reserveren is verplicht.