Leestijd: 7 minuten

De Golf van Odessa ligt vol gezonken vrachtschepen, kruisers en onderzeeërs. Getuigen van een roerige eerste helft van de 20e eeuw.

Open de “Atlas van de Zwarte Zee en de scheepswrakken van de Azov” en je ziet dat het noordwestelijke deel van de Zwarte Zee bezaaid ligt met wrakken. Tientallen liggen er alleen al in de Golf van Odessa en omgeving. Dat komt omdat er drukke vaarroutes door het gebied lopen van en naar Odessa; een grote haven in Oekraïne die een belangrijke rol vervult, zowel in vredestijd als in de beide wereldoorlogen. Daarnaast is de Zwarte Zee hier niet geneigd een zeeman zijn fouten te vergeven. Sinds de tijd van de oude Grieken die zo’n drieduizend jaar geleden voor het eerst het gebied doorkruisten, is de lijst met zeetragedies zeer indrukwekkend. We bezoeken een paar van de mooiste wrakken in de Golf van Odessa.

 

ShCh 212

Welke duiker kan de verleiding van een ​​nieuw wrak weerstaan? Dat is een retorische vraag. We glijden langs de lijn naar beneden en zakken door een laag kwallen op de thermocline. Er verschijnt een donkere, sigaarvormige vlek in de verte. Hier is het! De onderzeeër! In het groene schemerlicht doemt langzaam de gestroomlijnde romp op van de ShCh212. We hebben allemaal al veel wrakken gezien, maar een onderzeeër op de zeebodem te zien liggen is iets heel anders. Een gewoon scheepswrak heeft iets hulpeloos. Als je naar een onderzeeër kijkt, heb je het gevoel dat hij in deze koude en half verlichte omgeving op zijn natuurlijke plek ligt. Als een enorme roofvis die zich voorbereidt op een beslissende aanval. Bij nadere beschouwing wordt duidelijk dat deze vis nooit zal wegzwemmen. Een enorme explosie heeft de boeg afgerukt. Die ligt onder een hoek van negentig graden naast de boot. Open luiken zien eruit als donkere monden, roestige balken steken uit een barst in de romp en de ingewanden van pijpen en leidingen zijn voor iedereen goed zichtbaar. De toren en het achterschip zijn nog intact.

 

De ShCh 212 is een Russische onderzeeër van de ShCh-klasse (“Shchuka” is Russich voor snoek). De boot kwam aan haar einde in een van de mijnenvelden die de Roemenen in 1942 hadden gelegd om de vaarroute tussen Constanza en Sulina te beschermen. Te oordelen naar de open luiken voer de onderzeeër aan de oppervlakte. De explosie van de mijn veroorzaakte een ontploffing van de reservetorpedo’s die de boeg van het schip rukte en alle schotten in de sub wegblies. Toen het december-ijswater de compartimenten binnenstroomde, was de bemanning al dood. Op 30 meter van de achtersteven, op een diepte van 35 m, vonden we het anker van de zeemijn die de explosie veroorzaakte. Tijdens onze vele duiken op het wrak hebben we een gedenkplaat met het nummer van de Shchuka aan de periscoop bevestigd, ter nagedachtenis aan 42 helden van de oorlog die de vergetelheid wisten te verlaten.

 

 

Dürnstein

De raderboot Dürnstein is in 1899 gebouwd in Boedapest. Voor de Tweede Wereldoorlog had het schip een rustig bestaan als passagiersschip op routes tussen havens in Oostenrijk. In de oorlog werd het schip gemobiliseerd voor dienst als reddingsvaartuig. Er is geen duidelijkheid over de ondergang van het schip. De meest nauwkeurige datum kan 6 januari 1944 zijn, toen volgens de archieven ‘tijdens een scheepvaartongeval of een storm de Duitse sleepboot Duerstein zonk’. We bezoeken het wrak in helder water. Onder de thermocline kunnen we zo’n acht tot tien meter ver kijken bij een temperatuur van vijf graden Celsius. De schoorsteen verschijnt als eerste in de groene afgrond. Dit is het hoogste deel van het schip, zo’n zes meter boven de bodem. Vanaf hier kunnen we de bulten van de raderboxen goed zien. Als je van de buitenkant kijkt, zie je een goed bewaard rad met houten peddels door de smalle spleten van de omkisting. We zwemmen langs de romp. Dekplanken zijn er niet, alleen nog de metalen frames van de plafonds van de hutten. Het promenadedek ligt boven ons. Deze lichte constructie stortte als eerste in. Onze gids Sergey wijst met zijn vinger naar beneden. Dit is de plek waar jaren eerder de kostbare kist met boeken is gevonden die leidde tot de identificatie van het wrak. We zwemmen langs de brug naar de de stuurinrichting aan de achtersteven. Hoewel het schip diep in de bodem is weggezakt, kunnen we de bovenrand van het roer nog goed zien.

 

Nog steeds zijn in het wrak plekjes waar de mens de afgelopen zeventig jaar nog nooit een voet heeft gezet.

 

Op de terugweg zien we nieuwe details. Bijvoorbeeld de brede trappen die van het dek naar binnen leiden. De trappen zijn van hout en vastgezet met koperen, geribbelde hoekprofielen. Ik zie een groot cilindrisch ding voor de schoorsteen. Dat moet een stoomketel zijn. De boeg is laag en klein. Alle ruimte is hier bezet met winches en machines. Meer dan veertig minuten excursie naar het gezonken schip eindigt waar hij begon, in de buurt van de raderboxen. Hier beginnen we onze weg naar boven, waar het licht en warm is.

 

 

Bryansk

Mijn eerste bezoek aan de Bryansk herinner ik me nog goed. Het water was niet heel helder die dag, hooguit vijf meter zicht. We landden op de boeg vol ankerlieren, bolders en relingen. We zwommen door naar het voorschip en kwamen langs trappen met baarden van hydroïdpoliepen. Ik keek over de reling maar kon niets zien, behalve de onheilspellende duisternis. Met een zekere spanning liet ik me langs een pilaar naar beneden zakken. De ogen raakten langzaam gewend aan de duisternis en… plotseling bevond ik me in een sprookje. In tegenstelling tot buiten, was het zicht in het ruim wel vijftien meter. De ingang was ver boven me en leek op een smaragdgroene rechthoek die een uitweg bood aan een kralenketting van uitgeademde luchtbellen. Voor me zag ik nog een lichtstraal die een doorgang was naar het volgende ruim. Zonnestralen schoten door de gaten in het dek de donkere ruimte in. De ruimen van de Bryansk doen denken aan het interieur van een gotische kathedraal: een enorme groenachtige kristallen ruimte met een groot aantal pilaren op verschillende niveaus, waarin lichtstralen hun weg banen door het glas in lood onder de koepel.

 

De Bryansk ligt maar vijftien meter diep met de deels afgezaagde opbouw negen meter boven de bodem. Het schip is niet alleen fotogeniek maar door de diepte ook een prima trainingsobject voor wrakduiken. Geen decompressie. De tijd onder water wordt alleen beperkt door de hoeveelheid lucht in de cilinders. De lokale duikinstructeurs weten het wrak zeer te waarderen. Zo geeft een van de duikclubs in Odessa workshops “wrakpenetratie” op de Bryansk. Nog steeds zijn in het wrak plekjes waar de mens de afgelopen zeventig jaar nog nooit een voet heeft gezet.

 

 

Sulina

Sulina is een van de vrachtschepen die zijn vernoemd naar steden aan de Zwarte Zee. Ze zijn in 1939 gebouwd door Italiaanse scheepsbouwers in opdracht van Roemeense reders. Deze schepen waren modern, goed uitgerust en geschikt voor trans-Atlantische cruises. Het burgerleven van de Sulina eindigde op 22 juni 1941 toen Roemenië als bondgenoot van Duitsland de Tweede Wereldoorlog in ging. Een deel van de koopvaardijvloot werd gemobiliseerd voor het vervoer van militaire vracht en Roemeens en Duits personeel. Op 29 mei 1942 werd de Sulina getorpedeerd door de Sovjet-onderzeeër A-3 onder commando van kapitein S. Tsurikov.

 

De Sulina zonk naar een diepte van 22 meter. Je kunt er makkelijk meer dan een uur ronddwalen. Op de slibbodem is niks te beleven en de meeste compartimenten liggen rond de 15 meter diep. Het wrak is aantrekkelijk voor duikers vanwege de afmetingen (lengte 116 meter, breedte 15,5 meter) en een goed behouden romp. Er zijn talloze compartimenten, gangen, ladders, doorgangen en luiken. De combinatie van relatieve veiligheid met diverse lange routes, maakt het duiken op de Sulina vergelijkbaar met een langdurig computerspel. Er zijn verschillende niveaus, je kunt zelf een moeilijkheidsgraad kiezen en op de meest onverwachte plaatsen bonuspunten verdienen. En net als in een computerspel zijn de bonussen heel verschillend van aard. Soms essentieel, zoals een klein souvenir om over op te scheppen bij een landrot. Soms absoluut nutteloos: een van mijn maten bewaart nog steeds een urinoir uit de Sulina in zijn kast… De kwaliteit van de spullen waarmee het schip is uitgerust, is opvallend. Na zeventig jaar op de zeebodem gaan alle kranen in toiletten en badkamers probleemloos open, zonder ook maar de kleinste inspanning. Om het schip te verlichten werden gloeilampen van Osram en Tunsram gebruikt. Draai ze boven water in een fitting en de lampjes branden nog steeds. Wie zegt dat vandaag alles beter is?

 

____________________________________________________________

Lezersreis wrakduiken Odessa

Speciaal voor leden van de NOB organiseren wij met Eigen Wijze Duikreizen een exclusieve lezersreis naar Odessa (Oekraïne). Tijdens deze reis heb je de mogelijkheid om de NOB-specialisatie Wrakduiken te doen. De specialisatie wordt gegeven door NOB-instructeur Roel van der Mast.

 

Je verblijft acht dagen aan boord van het voormalige expeditieschip Auguste Piccard, een ruime catamaran waarmee zo’n honderd wrakken in de Zwarte Zee zijn ontdekt. De eerste nacht vaart de Auguste Piccard 55 zeemijlen naar de zuidwestelijke Zwarte Zee. Van daar uit kom je terug naar Odessa met tussenstops bij de mooiste wrakken waaronder de Grodellia, Dürnstein, Bryansk, Sulina en U52. Je maakt tenminste vijftien wrakduiken. In het najaar varieert het zicht in de Zwarte Zee tussen de tien en twintig meter. De watertemperatuur onder de thermocline is 12 graden, een droogpak is geen overbodige luxe. Aan boord zijn 12-literflessen (DIN). Dubbel-12 is tegen meerprijs beschikbaar als je het vooraf aankondigt.

 

Reisdata: 28 september tot en met 5 oktober 2019. Er kunnen maximaal tien deelnemers mee. Een vierdaagse verlenging om de havenstad Odessa te verkennen, is een aanrader. Meer informatie: www.ewdr.com/groepsreizen-duiken

 

Update: deze reis is geannuleerd. Er wordt gezocht naar een nieuwe datum.