Als je de social media mag geloven, en daar is in dit geval alle reden voor, is er een record aantal haaien en roggen gezien. Ook zijn er weer veel Kortsnuitzeepaardjes aangetroffen in de Oosterschelde en nog meer in de Noordzee. Maar er waren ook dieptepunten: voor het derde jaar op rij was er een explosief toenemend aantal Pacifische klauwvlokreeftjes. Een invasieve exoot en duidelijke bedreiging van de lokale biodiversiteit. En het opmerkelijk aantal waarnemingen van dode zeekreeften en krabben lijkt te duiden op mogelijk een virus of andere pathologische aandoening die veel schade aanricht in de populatie schaaldieren: krabben, kreeften en garnalen.
Twee nieuwe soorten
Zoals we al decennialang jaarlijks ervaren zijn er ook in 2023 weer, voor de Nederlandse faunalijst, nieuwe soorten zeedieren in de Oosterschelde aangetroffen. Dit jaar zijn het twee bijzonder fraaie, fotogenieke en goed te herkennen soorten. Ze werden deze zomer ongeveer gelijktijdig hier voor het eerst in de centrale Oosterschelde aangetroffen. Ieder met een eigen verhaal. Gelukkig zijn het geen exoten en is het niet te verwachten dat deze soorten schade gaan aanrichten aan de autochtone fauna in de Zeeuwse Delta.
De Gladde wratslak – Doris verrucosa
Een van de nieuwkomers is een grote soort zeenaaktslak: de Gladde wratslak, die – als het oren zou hebben gehad – luistert naar de wetenschappelijke naam Doris verrucosa Linnaeus, 1758. Het is een eenvoudig te herkennen soort: de basiskleur is meestal geel tot oranje; op de rug met opvallend forse, gladde wratten met een afgeronde top. Soms met een bruinpaarse waas op de wratten en het dier kan tot 7 cm groot worden. Met andere woorden: als sportduiker kan je er bijna over struikelen als je die onderwater tegenkomt. Maar voorlopig is de kans dat je er een tegenkomt nog niet zo groot. Er zijn tot nu toe, met herkenbare foto’s bevestigde waarnemingen, slechts twee verschillende dieren bij de Zeelandbrug gezien. Er is waarschijnlijk nog een derde waarneming bij Wemeldinge geweest maar daar zijn helaas geen bevestigende foto’s van beschikbaar.
Verwant aan de Ruwe wratslak
De Gladde wratslak is nauw verwant aan de Ruwe wratslak, Doris ocelligera, die we in Nederland in 2020 voor het eerst in de Oosterschelde hebben gevonden. Ze behoren tot hetzelfde geslacht (genus): Doris. Die soort is ook meestal geel tot oranje en is met maximaal circa vier centimeter kleiner dan de nieuwe soort. De wratten op de rug blijven relatief gezien iets kleiner, zijn op de top enigszins afgevlakt met een ruw oppervlak en vaak met een kleine paarse punt op de top. Met flink wat waarnemingen door sportduikers heeft in 2023 de Ruwe wratslak bewezen dat het een blijvertje lijkt te zijn. De soort is dit jaar ook voor het eerst, en meteen in grote aantallen, in het Grevelingenmeer waargenomen.
Wratslakken eten sponzen
Zowel de Gladde- als de Ruwe wratslak voeden zich met sponzen. Dat doen trouwens alle wratslakken, in West-Europese wateren maar ook elders op de wereld. In de Nederlandse wateren zijn dat Sliertige broodspons, (Gewone) broodspons en Bleke piekjesspons. Het zijn soorten die het hier goed doen. Schijnbaar hebben zij niet zo veel last van de, in de zomer, nagenoeg alles overwoekerende Pacifische klauwvlokreeftjes. Vooral de Sliertige broodspons kwam deze zomer massaal voor in de Oosterschelde. En daar zijn de Gladde wratslakken foeragerend op aangetroffen.
Klimaatschuivers
Het lijkt erop dat zowel de Gladde wratslak als de Ruwe wratslak zogenaamde klimaatschuivers zijn. Beide soorten waren al bekend van het Middellandse Zeegebied tot aan Noord-Frankrijk en de Britse westkust (zie www.gbif.org). De Zeeuwse Delta is momenteel voor de twee soorten de noordelijke verspreidingsgrens van continentaal Europa geworden. Het is niet waarschijnlijk dat door het opwarmende zeewater en de daaraan verbonden langdurige hoge zeewater temperatuur het noordelijk opschuiven van deze soorten heeft veroorzaakt. We denken dat de langdurige afwezigheid van strenge winters – en daarmee veel hogere gemiddelde maandelijkse minimum watertemperaturen in de winter – het mogelijk heeft gemaakt dat de soorten naar het noorden zijn gemigreerd. Dat is sinds 1999 ook met de Millennium-wratslak gebeurd.
Een bijzonder grote platworm Pseudoceros cf. maximus
De andere nieuwkomer in de zomer van 2023 is een grote platworm. Tot nu kenden we van de Nederlandse kust alleen maar platwormen van enkele millimeters tot hooguit een paar centimeter lengte. De nieuwe soort is maximaal circa 15 tot misschien wel 20 cm lang en 4-5 cm breed. Dat is net zo breed als andere Nederlandse soorten maximaal lang kunnen worden. Waarschijnlijk is de wetenschappelijk naam van deze grote platworm Pseudoceros maximus: met “maximus” als een zeer toepasselijke soortnaam. Wetenschappelijk gezien zijn er echter nog veel onduidelijkheden over de soorten van het geslacht Pseudoceros. Mogelijk komen er wereldwijd, en ook in Europa, meer soorten voor dan er nu zijn beschreven. De uitwendige anatomie van deze dieren laat maar weinig morfologische variatie zien en er zijn heel veel kleurvarianten. En om ze te determineren op basis van inwendige anatomische kenmerken is een lastige, specialistische klus. Voorlopig kunnen we alleen maar vaststellen dat onze nieuwe, megagrote platworm goed lijkt op platwormen, met deze wetenschappelijke naam, die in de Middellandse Zee worden aangetroffen. Daarom noemen we het Pseudoceros cf. maximus: cf. staat voor confer. Dat is Latijn voor “gelijkenis met”.
Opvallende waarneming van voortplantende platwormen
Er zijn over een groot gebied van de Oosterschelde al heel veel waarnemingen van deze platworm gemeld: o.a. bij Plompe Toren, Zeelandbrug bij Zierikzee, en ook Wemeldinge. Dat geeft aan dat de soort waarschijnlijk al eerder dan 2023 in de Oosterschelde is gearriveerd. Vaak treffen we twee tot vier dieren bij elkaar. Dat is op zich al een indicatie dat ze goed in staat zijn om elkaar te vinden om zich vervolgens te gaan voortplanten. Maar daar is ook direct bewijs van aangetroffen. Platwormen zijn hermafrodiet: ze hebben zowel manlijke als vrouwelijke inwendige en uitwendige geslachtsorganen. Het manlijke uitwendige geslachtsorganen is een stevig, zogenoemd stilet: een penis in de vorm van een naald. Daarmee injecteren ze sperma in of onder de huid van andere dieren om zo de inwendig aanwezige eieren te bevruchten. In eerste instantie is een succesvolle bevruchting te herkennen aan vuilwitte bolletjes in de huid van de platwormen. Die bevatten het sperma dat vervolgens zich door het lichaam van de worm gaat verspreiden. Op de foto zijn de spermabultjes goed te herkennen.
Niet persé een klimaatschuiver
Deze soort was tot nu toe ook allen maar bekend van de Middellandse Zee. Er zijn nog geen geregistreerde waarnemingen van deze soort tussen dat gebied en de Nederlandse kust (www.gbif.org”). Dat maakt het verschijnen van de toch eenvoudig waar te nemen soort opmerkelijk. Mogelijk is de soort hier meegebracht door schepen die van de Middellandse Zee hiernaartoe zijn gevaren. Of zijn ze hier terechtgekomen door grootschalige schelpdiertransporten. Maar we kunnen ook niet uitsluiten dat de soort al elders op de West-Europese kust aanwezig is. Daar zijn alleen nog geen bevestigde waarnemingen van.
Wat gaan we in 2024 onderwater zien?
Voorlopig is het nog gissen naar of en hoe deze twee soorten zich de komende jaren in de Oosterschelde gaan vestigen. Mits er geen strenge winters meer komen, dan is er een goede kans dat de platworm hier een blijvertje gaat worden. Daarvoor worden er nu al meer dan genoeg exemplaren gezien.
Of de Gladde wratslak nu al blijvertje gaat worden is nog maar de vraag. Er zijn heel weinig dieren gezien, mogelijk onvoldoende om nu een stabiele, gevestigde populatie te vormen. Er zijn ook nog geen meldingen van eiersnoeren van deze soort gezien. Dus of ze zich dit jaar in de Oosterschelde hebben voortgeplant is nog maar de vraag. We denken echter dat er in de Noordzee voor de Belgische en mogelijk ook Nederlandse kust veel meer exemplaren aanwezig zijn. Die kunnen, mits de klimaatveranderingen onverminderd doorgaan, op termijn voor meer exemplaren en alsnog voor een gevestigde populatie in de Delta zorgen. Volgend jaar rond deze tijd weten we meer.
Voor meer informatie over de Gladde wratslak en alle andere Nederlandse soorten zeenaaktslakken zie www.blauwtipje.nl en de Blauwtipje.nl App voor Ios en Android. Nieuwe waarnemingen van Gladde wratslakken, en alle andere Nederlandse soorten zeenaaktslakken, kunnen geregistreerd worden op de website van Blauwtipje.nl.