Leestijd: 7 minuten

Superhelder water, een prachtig landschap en bijzondere lichtinval. Dit is duiken in Zwitserland.

In het zuiden van Zwitsersland, zeg maar zo’n beetje tegen Italië aan, liggen het Lago Maggiore en een aantal rivieren waarin je kunt duiken. De rivieren Verzasca en Maggia zijn bekende rivierduikstekken. Verder kan je net in Italië duiken in Orrido de Sainte Anne. Brenda de Vries ging op ontdekkingstocht en dook op verschillende duikstekken. Tips en ervaringen deelt ze in dit artikel, zodat je goed voorbereid op pad kunt naar deze prachtige Europese bestemming, boven en onder water.

 

Duiken in de Zwitserse en Italiaanse wateren is anders dan je waarschijnlijk gewend bent als doorgewinterde koudwaterduiker in Nederland. Als er geen stroming staat is de duikstek geschikt voor iedereen, maar er kan zeker ook een (fikse) stroming staan. Deze kan plotseling opkomen of veranderen na regenval. Je duikt namelijk feitelijk van watervalletje naar watervalletje in een bekken in een rivier. En als de waterstand hoog is, dan zal het watervalletje veranderen in een waterval met stroming (en mogelijk ook slecht zicht).

 

 

Reistijd

Gemiddeld genomen is de beste tijd om te gaan duiken in deze regio in september of oktober. Voor de sneeuwval en nog in een droge, redelijk warme periode, buiten het enorm toeristische hoogseizoen. In juli en augustus kan je ook gaan duiken, maar is het vaak te druk om een parkeerplaats te vinden. De duikstekken zijn ook zwemplekken voor alle andere gasten. In mei en juni kan het duiken er al heel mooi zijn, maar het weer is dan ook nog wisselvallig. Vaak is er dan nog stroming merkbaar, zeker als het een winter was met veel sneeuw. Smeltwater moet immers ook weg via de rivieren.

 

Voorbereiding voor het duiken

Wie denkt dat het klauteren over de dijken in Zeeland zwaar is, kan hier beter wegblijven. Hier is het soms nog een slagje zwaarder. Op diverse websites wordt geadviseerd in een natpak te gaan duiken en een 7 tot 10 liter fles zou voldoende moeten zijn voor de maximale diepte van ongeveer 10 meter. Met een 7 liter fles is inderdaad een duik van ongeveer 45 minuten haalbaar en dat is in principe genoeg. De bekkens in de rivier waar je in duikt zijn niet heel groot. Je eigen ervaring en luchtverbruik doen je misschien anders besluiten, je kan altijd wat meer lucht meenemen.

 

Het water is over het algemeen superhelder in de rivieren, je kunt veelal zonder lamp duiken. Alleen in Orrido, in Italië is het donkerder onder water. Deze Schlucht is veel hoger en dat geeft je meer een gevoel dat je in een grot duikt dan dat je in een rivier zwemt.

 

Bij het te water gaan, zul je zien dat de meeste duikstekken een ‘oog’ van rvs bij de instap hebben. Je kunt hier een touw met loodblokken aan bevestigen om de instap terug te vinden op de terugweg van je duik. Bij stroming is dit aan te raden. Je zwemt het eerste deel van je duik tegen de stroom in, dan met de stroom mee terug. Ga je te ver, tja, … dan kun je daadwerkelijk een waterval af gaan. De instap voorbij zwemmen moet je dus echt voorkomen. Wij hebben zelf geen touw gebruikt, maar hadden het wel in de auto liggen voor het geval dat we dachten dat het verstandig zou zijn een herkenningspunt te maken.

 

Helder water, glad gesleten rotsen, een apart lichtspel als de zon schijnt.

 

Verzasca

De Verzasca is de bekendste van de twee rivieren in Zwitserland waarin gedoken kan worden.

Ook in de Verzasca-vallei is betaald parkeren (helaas) ingevoerd en dat betekent dat je geen gratis parkeerplaats bij een duikstek kunt vinden. Je betaalt per drie uur – genoeg voor een duik inclusief voorbereiding. Haasten is dan niet nodig. Bij de duikstekken staan waarschuwingsborden met betrekking tot de stroming en dergelijke. Overweeg goed of je een duik aandurft.

De bekendste duikstek in deze rivier is de Ponte Dei Salti, oftewel de Römerbrücke in het Duits. Deze stek is dé duikstek en dé toeristische stek in de regio. De bekende brug vind je op zo ongeveer elke foto zodra je ‘Valle Verzasca’ opzoekt op het internet. Om bij de duikstek te komen moet je ook over de bekende brug wandelen. Als je maar tijd hebt om één duik te maken in deze regio, dan is dit zeker een aanrader.

Kijk tijdens de duik af en toe ook omhoog, want je zwemt onder de beroemde brug door. Hoe meer je richting de waterval komt, hoe groter de kans op forel. Wegens de stroming lukt het meestal niet om onder de waterval te komen, maar het is wel de moeite waard om het te proberen. Je zult merken dat de stroming meer en meer toeneemt naar mate je de waterval nadert.

Posse del Posse bestaat eigenlijk uit twee duikstekken, simpelweg ‘Nr. 1’ en ‘Nr. 2’. Deze bevinden zich tegenover Pension Posse.  Doe hier zeker een Check de Stek voor jezelf, want met wat hoogtevrees is de instap van Nr. 1 niet zo fijn. Je moet namelijk over een steile metalen ladder naar beneden, wat ook nog eens zwaar is. Je hebt hier een ongeveer 120 meter lange bekken om in te duiken. Posse Nr. 2 heeft een iets makkelijker instap, maar is wat verder lopen. De steen waar je over moet om het water in te komen en weer uit te gaan kan vrij glad zijn.

En dan hebben we in de Verzasca rivier nog een duikstek, de Posse del Misura. Deze instap is te doen, maar het kan voor sommigen nog wel wat klauteren zijn.

Alle stekken in de Verzasca hebben min of meer dezelfde sfeer: helder water, glad gesleten rotsen, richting de waterval tegen de stroming in kans op forellen en een apart lichtspel als de zon schijnt.

De Verzasca heeft een meetstation om de waterstanden in de gaten te houden, kijk op: www.hydrodaten.admin.ch/de/2605.html. Deze helpt je goed bij het plannen van je duik en besluiten of je je duik daadwerkelijk maakt. Wees bij regen of onweer in de buurt voorzichtig. De waterstand kan heel snel stijgen. Een voorbeeld: Op een dag dat wij in de Maggia aan het duiken waren was er onweer in de Verzasca-vallei. De eigenaar van ons hotel maakte zich wel even zorgen, omdat binnen een half uur het heldere water in de rivier veranderd was in een bruine snelstromende kolk. Wij hebben hier echter niets van meegekregen, maar je wilt dan echt niet per ongeluk in het water zijn.

 

Maggia

De andere rivier waarin gedoken wordt is de Maggia. Deze rivier ligt in een ander dal dan de Verzasca. De bekendste is Ponte Brollo, of Pozze di Tegna of Gulo di Tegna. Altijd handig de Duitse en Italiaanse namen voor hetzelfde, maar dat is kenmerkend voor de streek Ticino. Ook hier hebben ze betaald parkeren uitgevonden. Hoewel het best een stukje lopen is van de parkeerplaats naar deze duikstek, heeft deze stek feitelijk de makkelijkste instap van alle duikstekken in de rivieren. Ook hier wordt veel gezwommen. Let bij deze stek goed op de stroming, want deze keert zich om en dan is het ook voor de duiker tijd om om te keren. Per ongeluk een waterval afgaan ligt immers bij niemand in de planning. De stek bevat meer zand dan de stekken in de Verzasca-rivier, hou daar dus rekening mee met je vinslagen. De gemiddelde diepte is erg ondiep, nog geen 5 meter.

Een andere stek in de Maggia is de Gola del Lupo, in het Duits Wolfsrachen genoemd. Je bereikt deze plek via een lange weg naar de duikstek met wat hoogtemeters om te overbruggen. Niet een hele zware wandeling, maar wel vrij lang. De instap zelf is eenvoudig. Wij kozen er voor om eerst de fles te brengen en later terug te komen met pak en camera.

De duikstek bestaat uit twee bekkens. De eerste is 9 meter diep, gevolgd door een kleine klauterpartij naar een tweede bekken, met een mooie waterval. Toen wij er waren stond er te veel stroming waardoor we niet bij het einde van de eerste bekken konden komen en zodoende dus ook niet uit het water konden klimmen. Maar dat maakte voor de duik niet uit, het was zeker een mooie duik.

 

 

Duiken bij de kerk

Net over de grens in Italië vind je de kerk van Orrido de Sainte Anne. De maximale, maar gratis parkeerduur is drie uur. Dit is voldoende voor een duik. Omdat deze duikstek door een echte ‘Schlucht’ gaat is een duiklamp noodzakelijk. Het geeft je het gevoel in een grot te duiken. Kijk af en toe naar boven en je ziet nog een vleugje daglicht. De weg naar de duikstek omvat behoorlijk wat hoogtemeters. Je ziet op de foto de kerk en het water. En je parkeert dus naast de kerk en moet naar beneden lopen.  De duikstek had meer vis dan de Maggia en de Verzasca toen wij er waren.

 

Bergmeer

Wil je echter ook nog een duik in een bergmeer maken en daarvoor één van de meren bij de Passo del Naret willen beduiken, dan is een droogpak meenemen toch wel aan te raden. Want deze bergmeren zijn altijd koud. De weg naar Naret wordt gesloten zodra de eerste sneeuwval arriveert en gaat dan pas weer open ergens rond eind juni het jaar er op als de sneeuw weggesmolten is. Er mag gedoken worden in Lago Sassolo, Lago Superieure en in Lago del Naret. Deze meren liggen op 2200-2350 m hoogte, absolute hoogteduiken dus. Aan het einde van de zomer is het waterpeil in Naret te laag om bij het water te komen, maar het kleine meertje direct naast Naret zonder naam is wel duikbaar. Als je het geluk hebt dat je er bent als de pas net open gaat aan het einde van het voorjaar, dan kun je er ijsduiken in de zomer. Dat is zeker heel speciaal, maar helaas niet echt planbaar.

 

Hoe meer je richting de waterval komt, hoe groter de kans op forel.

 

Tijd om te gaan kijken

Wat maakt het duiken in deze rivieren zo speciaal? Eigenlijk is het vooral het landschap en de lichtinval. Je ziet echt hoe krachtig het water kan zijn aan de afgesleten stenen in allerlei kleurschakeringen. Ook kun je vaak bij de watervalletjes stroomopwaarts de kracht van het water zelf ervaren. Er komt een moment dat je er niet meer tegenin kunt zwemmen. Qua vis is het niet heel uitbundig maar een forel kun je zeker tegenkomen. Daarnaast is de omgeving boven water ook heel erg mooi met al die hoge bergen. Dus waarom zou je er niet een keer gaan kijken?

 

Vullen

Vullen is mogelijk in Vogorno in het Verzasca-dal door een vulkaart te kopen bij de pizzeria. Verder kunnen gasten van pension ‘Posse’ in Lavertezzo daar vullen. Je betaalt hier niet naar flesgrootte, maar een vast tarief.

 

 


Praktisch Ticino

 

Ticino – in het Duits en Frans: Tessin, in het Nederlands soms ook: Tessino – is het zuidelijkste kanton van Zwitserland. Het is genoemd naar de gelijknamige rivier en bijna volledig Italiaanstalig. Het kanton ligt aan de zuidkant van de Alpen. Het grenst aan de Italiaanse regio’s Piëmont en Lombardije. Het hoogste punt van Ticino is de 3402 meter hoge Rheinwaldhorn (Adula).

De meeste toeristen zijn te vinden rondom de meren Lago Maggiore en Meer van Lugano. De bergdalen Valle Maggia, Valle Verzasca en Valle Blenio zijn geliefd bij bergwandelaars en klifduikers. Op enkele plaatsen in de Tessiner bergwereld kan gewintersport worden. Tijdens je duikvakantie kan je de volgende bezienswaardigheden bezoeken: de hoofdstad Bellinzona, met zijn karakteristieke kastelen, Locarno, het authentieke bergdorp Corippo in het Valle Veszasca en Morcote aan het Meer van Lugano. Ook Lugano zelf met verschillende bergtoppen met een weids uitzicht over de omgeving.

 

Reis
980 km vanaf Utrecht, over de Duitse Autobahn ben je ongeveer 11 uur autorijden onderweg.


Duiken
Duiken in Ticino is duiken op hoogte. Weet hoe je je computer hierop aanpast én hoe je je duiktijden aanpast naar hoogteduiken ten opzichte van het duiken op zeeniveau.


Valuta

In Zwitserland betaal je met de Zwitserse Frank, die ongeveer gelijk is in waarde met de euro. Alle grote warenhuizen, veel winkels, hotels en restaurants en souvenirwinkels accepteren de euro als betalingsmiddel. Het wisselgeld krijg je wel vaak in Zwitserse franken. In Italië betaal je altijd met de euro.


Vaccinaties

Je hebt geen specifieke vaccinaties nodig.


Tijd

Het is in Zwitserland en Italië net zo laat als in Nederland.


Taal

Je komt in deze regio ver met Duits en Italiaans.