Rob van Hulst is in al januari bijzonder hoogleraar Anesthesiologie geworden aan de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De oud-marineman is gespecialiseerd in duikersziekten en de behandeling van patiënten onder druk; een vakgebied waarin in Europa hooguit nog twee of drie collega’s bekwaam zijn. De leerstoel is ingesteld door de Koninklijke Marine waar Van Hulst twintig jaar leiding gaf aan het Duikmedisch Centrum (DMC). ‘De marine heeft als werkgever van duikers en onderzeebootbemanningen veel belang bij duikmedisch onderzoek,’ zegt Rob van Hulst, die de duikgeneeskunde steviger op de kaart wil zetten in de wetenschappelijke wereld. ‘Het is nog geen officieel erkend specialisme. Ik vind dat het bedienen van een hyperbare kamer een specialisatie vereist, met bijbehorende eisen aan de opleiding en ervaring van de artsen.’
Op 6 november sprak Rob van Hulst zijn oratie uit. Dat is een plechtige rede waarmee het ambt van bijzonder hoogleraar wordt aanvaard. Daarin gaf hij aan dat het duikmedisch onderzoek ook nuttig is voor “gewone” patiënten in een ziekenhuis. ‘Bij het DMC hebben we onderzoek gedaan naar de giftige effecten van zuurstof op de longen. Daar kwam uit dat het gebruik van de Unit Pulmonary Toxicity Dosage (ook wel OTU) vermoedelijk niet de goede manier is om de giftigheid te meten. Als je de opnamecapaciteit van stikstof- of koolstofmonoxide als maatstaf neemt, blijkt de giftigheid van zuurstof op de longen mee te vallen. Deze kennis is ook belangrijk voor patiënten op de intensive care die langdurig aan de beademing liggen.’ Een tweede onderzoek ging over de vraag of ernstige decompressieongevallen niet beter behandeld kunnen worden met helium/zuurstof mengsels, in plaats van zuivere zuurstof. ‘Er zijn aanwijzingen dat een duiker die bijvoorbeeld een luchtembolie in de hersenen heeft, dan beter herstelt. Trimix duikers reageren bij de behandeling van een deco ongeval vaak slechter op de conventionele tabellen en moeten ook met heliox worden behandeld. Dit gaan we nader onderzoeken.’
Naast het onderzoekswerk maakt Rob van Hulst nog wel tijd om te duiken: ‘Een keer per jaar op een tropische plek, met vrienden. Ik heb inmiddels 1.200 duiken gemaakt, maar ben gelukkig nog nooit in de recompressiekamer terecht gekomen als patiënt!’