Een goede planning voor elke duik is enorm belangrijk. Daar hoort een “Check de Stek” bij en vooraf nadenken welk materiaal je gebruikt. Deze voorbereidingen doe je om problemen te beperken; met goed onderhouden materiaal en voorbereidingen verklein je de kans op problemen. De enige manier om alle risico’s bij het duiken uit te bannen, is niet te duiken. Dus er komt een moment dat je voldoende voorbereidingen hebt getroffen en de resterende risico’s accepteert. Dit is het punt waarop je de geplande duik veilig acht en het water in stapt. Een noodplan is een manier om de gevolgen van een probleem te beperken als het zich toch voordoet. (Bij elkaar heet het verminderen van de kans op een probleem en het beperken van de gevolgen met een duur woord: “risicomitigatie”).
Oefenen en automatiseren van vaardigheden is een manier om risico’s te beperken. Het beheersen van een horizontale trim en goede vintechniek zorgen er onder meer voor dat het zicht goed blijft en dat hierdoor geen problemen ontstaan. Door automatiseren van handelingen (dan kun je ze blindelings uitvoeren) kan alle energie worden gestopt in het genieten van de duik. En dus ook aan het oplossen van mogelijke problemen. Gericht oefenen is de manier om te automatiseren. Het zwembad is hier ideaal voor. In een vorig nummer beschreven we een oefening waarbij de duiker het masker op en af doet terwijl hij of zij zonder vinnen zo stil mogelijk getrimd blijft hangen. Als je tijdens een duik een probleem krijgt met je masker, leidt het beheersen van deze oefeningen tot veel minder stress. Je voorkomt dat het ene probleem een ander probleem veroorzaakt.
Overdreven vaak oefenen
Aangezien problemen zelden voorkomen, kun je met alleen veel duikervaring de noodprocedures niet automatiseren. Zonder moeite goed getrimd kunnen blijven helpt zeker om je te concentreren op een onverwacht probleem, maar het is niet altijd voldoende. Zonder lucht is er in een noodsituatie nauwelijks tijd om rustig na te denken en de beste oplossing te verzinnen. Noodprocedures moet je dus veel oefenen. En juist omdat problemen bij een normale duik niet veel voorkomen, moet je de noodprocedures eigenlijk in verschillende varianten overdreven vaak oefenen om ze te kunnen automatiseren. Het helpt daarbij als een noodprocedure eenduidig, logisch en simpel is.
Duikers zijn volledig afhankelijkheid van hun ademapparatuur. Het soort, type, de configuratie en alle handelingen en vaardigheden die hierbij horen zijn onderdeel van de risicobeperking in een risicoanalyse. Zowel preventie bij normaal gebruik als bij geautomatiseerde eenduidige handelingen in nood. De NOB laat het aan de duikers zelf om een configuratie te kiezen. Dat betekent dat duikers allemaal zelf een risicoanalyse moeten maken en daar hun materiaalkeuze en configuratie op af moeten stemmen. Om het terugvinden van een verloren tweede trap als voorbeeld te gebruiken: in de huidige opleidingen zijn er twee procedures voor het terugvinden van de automaat. Methode 1 is met een zwaai van de rechterarm en methode 2 is de slang zoeken vanaf de eerste trap. Bij deze methodes is “succes” gegarandeerd. De methodes verraden uit welke tijd ze komen, namelijk uit de tijd dat er nog geen alternatieve luchtvoorziening (ALV) werd gebruikt. Als instructeur heb ik veel leerlingen met deze oefening zien worstelen. Als methode 1 niet werkt en methode 2 ook niet meteen, ontstaat er snel een lichte paniek. De opties lijken op. En dat is vreemd want er is lucht voor het grijpen: de ALV. Dus gebruik eerst de ALV en ga dan rustig je primaire automaat zoeken met methode 1 of 2. In de vernieuwde opleiding is deze procedure nu opgenomen en kan ook zo worden geoefend. Als zwembadoefening geregeld wisselen van de primaire automaat naar de ALV helpt om de handeling te automatiseren. Nog beter is om er een gewoonte van te maken de “switch” te doen in eerste paar seconden van iedere duik.
Oefeningen
Met deze oefeningen verklein je het risico dat het verliezen van de tweede trap tot grote problemen leidt:
- 1A: Oefen in het zwembad de wissel van primaire automaat naar octopus/secundaire automaat (ALV). Kijk waar je na de wissel met de ALV de tweede trap van je primaire automaat laat. Wissel terug en zorg dat alles daarna weer netjes is opgeborgen en bevestigd. Onderken de problemen die je hierbij ondervindt en probeer de handelingen zo simpel en eenduidig mogelijk te maken.
- 1B: probeer deze oefeningen nu in het zwembad te doen terwijl je horizontaal getrimd bent en dus geen contact maakt met de zwembadbodem. Probeer de oefening tenslotte zonder vinnen uit te voeren.
- 1C: In het buitenwater: wissel elke duik, als je met je gezicht in het water ligt maar nog voor de afdaling, even van primaire automaat naar ALV en terug. Dit is ook een check of alles vrij hangt, functioneert en direct klaar voor gebruik is.
Dit zijn toegepaste oefeningen. Je kunt de vaardigheden, het comfort en het plezier verhogen door wat speelse oefeningen toe te voegen. Bijvoorbeeld het onder de knie krijgen van de oude techniek van buddy-breathing (goed om de oefening te verzwaren maar deze techniek wordt niet meer in het buitenwater gebruikt):
- 2A: Ga tegenover elkaar zitten en adem uit één automaat. Doe dit net zo lang tot je het gevoel hebt dat je dit langdurig kan volhouden. Het gemakkelijkste is als één duiker de tweede trap vasthoudt.
- 2B: Doe oefening A maar dan stil hangend en horizontaal getrimd.
- 2C: Zwem als buddypaar ademend uit één automaat horizontaal getrimd rondjes in het zwembad.
- 2D: Leg een set op de bodem en probeer steeds meer duikers toe te voegen die ademen uit dezelfde automaat.
Voor de veiligheid van deze oefeningen zorg je dat iedereen zijn eigen set bij zich heeft en eventueel de eigen ademautomaat paraat in de hand heeft.
Falende noodprocedure?
Goed nadenken over je configuratie en de daarbij behorende noodprocedures helpt. Bijvoorbeeld: je verliest je ademautomaat eigenlijk alleen in een onoverzichtelijke situatie. Meerdere duikers tijdens een afdaling, stof, hectiek en pats, iemand duwt een vin in je gezicht en je bent je ademautomaat kwijt. Geen zicht, buddy kwijt, geen ademautomaat. Als je jezelf niet geregeld traint in noodprocedures ga je bij verlies van de primaire automaat eerst zoeken zoals we hebben geleerd in methode 1. We weten dat de zwaai met de arm niet altijd tot succes leidt. Je bent nu 10 à 20 seconden verder. Vervolgens schiet methode 2 je te binnen. Blind grijpen naar de slangen. Met een ALV op links zit de manometer rechts. Het eerste resultaat van methode 2 is in de helft van de gevallen dus de manometer. We zijn inmiddels weer 10 à 20 seconden verder. De paniek komt opzetten. Nu bedenk je eindelijk dat je een ALV hebt, pakt hem, steekt hem in je mond en je haalt een volle teug Grevelingenwater naar binnen… Want als de ALV links zit, zal je eerst moeten nadenken, het mondstuk omdraaien en dan in pas in je mond steken.
Hier faalt de noodprocedure als gevolg van de configuratie. Een noodprocedure zoals het terugvallen op de eigen ALV moet eenduidig gericht zijn op een oplossing en mag nooit leiden tot een nieuw probleem. Op een kritiek moment een beslissing nemen gaat niet, om de simpele reden dat er dan geen tijd (en waarschijnlijk wel paniek) is. Training is een deel van de oplossing. Een ander deel is nadenken of je huidige configuratie aansluit bij de meest eenvoudig handelingen in een noodsituatie en leidt tot een eenduidige oplossing. Er is binnen de NOB al jaren verschil van inzicht over de positie van de ALV, waarbij de NOB lang de voorkeur heeft gegeven voor de ALV op links (maar andere posities niet uitsluit). De alternatieven laten we zien in het artikel ‘Alternatieven voor de ALV’.