Leestijd: 5 minuten

Meer dan 2000 zoetwatervissen worden in Nederland gekweekt bij een temperatuur van 23 graden om uitgezet te worden in een ongekend groot duikbassin in België. Ze krijgen daar een bijna natuurlijke habitat als onderdeel van een zeer bijzonder project waar we nog veel van zullen horen.

Beringen-Mijn. Een stadje in de Belgische Kempen, zo’n 55 kilometer onder Eindhoven. Bij aankomst zie je in de verte behalve de schachttorens ook de twee minaretten van de Fatih-moskee. Het plaatsje kent een grote Turkse gemeenschap die vroeger in de kolenmijn werkte. De mijn is allang dicht. Het terrein van 32 hectare is nu een industriële erfgoedsite (spreek uit ‘siet’) waar de Vlaamse overheid 500 miljoen euro in stopt. Voor dat geld wordt het gebied onder de noemer “be-MINE” herschapen in een toeristisch-recreatief park. Een prominent onderdeel daarvan is TODI: een immens indoor duik- en snorkelcentrum.

 

Aan de buitenkant oogt TODI als een nieuwbouwpand maar achter de muren gaat een van de twee voormalige “indikkers” van de kolenmijn schuil. De indikkers dienden om het water dat in de kolenwasserijen werd gebruikt van slib en stenen te ontdoen en weer klaar te maken voor hergebruik. De grootste indikker is omgebouwd tot duikbassin. Het is 43 meter in diameter en trechtervormig met een duikdiepte die van vijf naar tien meter afloopt. Er gaat 6.200.000 liter water in. Op de bodem zijn decoraties gebouwd maar de grootste attractie worden wel de tropische zoetwatervissen die er straks vrij in rondzwemmen. De tweede indikker dient voor de natuurlijke filtering van het water van het duikbassin. Het project, dat 9 miljoen euro kost, is het geesteskind van de exploitanten Dirk Heylen en Wouter Schoovaerts. Tien jaar geleden begonnen zij plannen te maken en vanaf november kun je er duiken. Een toegangskaartje gaat € 37,00 kosten voor een verblijf van 90 minuten.

 

TODI

Replica van een mijngang. De rails zijn origineel.

 

Thema’s

De decors in het duikbassin worden gemaakt van waterdicht spuitbeton, in natuurgetrouwe kleuren geschilderd en afgewerkt met meerdere lagen epoxy. Er zijn acht thema’s die van elkaar worden gescheiden door een gordijn van luchtbellen die uit een leiding op de bodem komen. Zo wordt het thema fauna uitgebeeld door een stuk afgestorven boom, steenkorven en een rif. De steenkorven bieden een natuurlijke schuilplaats aan de kleinste vissen en zijn veilige broedplaatsen. In het rif zijn talloze pvc-buizen van verschillende diameters aangebracht, ook als onderkomen voor de vele vissen. Het thema grotduiken krijgt vorm met een grot, een kloof en een mijngang. De kloof is zo geconstrueerd dat door een gat het daglicht binnenkomt en er een mooie oefenplek voor fotografen ontstaat. De mijngang is een replica van de mijngangen in Beringen en werd nagebouwd in overleg met de ‘Vrienden van het Mijnmuseum’. De rails is origineel en heeft nog gediend in echte mijngangen 800 meter onder de grond. Het thema wrakduiken wordt verbeeld door een groepje zuilen, een tikibar en drie “autocarossen” zoals de Belgen het zo mooi noemen. Hoewel de geprepareerde auto’s niet passen in het geheel zijn ze er toch neergezet als een eerbetoon aan de 6.000 ontslagen arbeiders uit de Fordfabriek in Genk, waar ze als een van de laatste auto’s van de band rolden. De tiki is een kopie van een bar die Wouter Schoovaerts aantrof op het eiland Zanzibar. Deze tikibar moet in de toekomst ook een attractie worden voor bezoekers zonder duikervaring. Zij kunnen met een helm duiken en wandelen via een afgezet pad onder water langs de rand van het duikbassin naar de bar.

 

Voor de veiligheid beschikt TODI over een volledig uitgeruste EHBDO-kamer. De duikers worden vanuit een commandopost aan de bassinrand in de gaten gehouden op monitors die zijn verbonden met de verschillende onderwatercamera’s. Een tweede opzichter is aanwezig bij het bassin en op de bodem komen reserveflesjes. De bezoekers moeten zich houden aan de veiligheidsregels van de organisatie waar zij hun brevet hebben gehaald.

 

TODI

Thema objecten zijn op de bodem geplaatst. Inmiddels staat er tien meter water in.

 

Spoelen voor de duik

Tussen de 2000 en 2500 zoetwatervissen krijgen in TODI hun habitat. Een team biologen houdt zich al vanaf het begin bezig met alle aspecten van de zorg voor de meer dan 25 verschillende soorten. De vissen worden bij Aquabeek in Nederland opgekweekt in water van 23 graden, waardoor ze in het bassin kunnen overleven. Om het voeren van de vissen vlot te laten verlopen werken ze met geluiden: elke groep vissen leert een eigen geluid en krijgt op een ander tijdstip te eten. Zo verwachten de verzorgers dat de vissen straks weten wanneer het hun beurt is en komen ze niet allemaal tegelijkertijd. Zodat de kleine visjes ook rustig kunnen eten. De vervuiling van het water door de vissen zal minimaal zijn. De biologen maken zich meer zorgen om vervuiling door zonnebrandcrème en cosmeticaproducten. In de tweede indikker staat de filterinstallatie met onder andere een biologische filtervijver vol poreus gesteente waarin ontelbare bacteriën zich nestelen. Bovenop de filter worden moerasplanten geplant die leven van de reststoffen die ontstaan wanneer de waterzuiverende bacteriën organisch afval uit het water verwerken. Om besmetting van het water (met bijv. blauwalg) tegen te gaan, is alles waarin restwater kan zitten niet toegestaan in het bassin. Trimvesten en droogpakken mag je thuis laten, er zijn natte duikpakken en stabjacks te huur. De eigen natpakken en overige meegebrachte duikmaterialen moeten voor de duik eerst worden gespoeld.

 

Bezoekers komen op de begane grond binnen. Daar zijn een snackbar en de kleedkamers. Met de lift gaat het vervolgens naar het platform rond het bassin. Niet-duikende bezoekers kunnen de duikers via ramen onder water zien. Een grappig detail is dat bij een raam een onderwatermicrofoon is opgehangen. Aan de buitenkant is rondom het bassin een balustrade gebouwd waardoor bezoekers naar binnen kunnen kijken. Om beslagen ruiten te voorkomen wordt lucht langs de ramen geblazen. Zowel het water als de lucht worden op 23 graden gehouden.

 

TODI

Autowrakken, een eerbetoon aan de arbeiders uit Genk.

 

Kinderparadijs

Voor niet-duikers en kinderen is er naast het duikcentrum genoeg te doen op de be-MINE site. Naast TODI staat het mijnmuseum. Daartegenover ligt het gloednieuwe zwemparadijs, met een buitenbad en een binnenbad met een glazen dak en twee glijbanen met speciale lichteffecten. Tot de erfenis van de mijn hoort ook de steenberg. Hier kunnen de kinderen hun energie kwijt in een touwenparcours tussen 1600 houten palen met in het midden grote prismavormige speelvlakken met kruiptunnels, klimvakken, een glijbaan en reuzentrappen. Kortom, alle reden om het gezin mee te nemen op dit indoor duikdagje uit.

 

TODI

Twee indikkers op de be-Mine site in Beringen worden een indoor duikcentrum.