Leestijd: 4 minuten

Voor de Zuid-Franse kust liggen wrakken van mythische proporties. Schepen als de Rubis, de Donator en de Togo staan bij veel duikers op de ‘bucketlist’. Vanuit één thuisbasis kun je hier dagen en weken vullen met diepe en ondiepe wrakken in helder blauw water. En als je genoeg hebt van deze en vele andere scheepswrakken dan liggen er ook nog een paar vliegtuigwrakken die een onderwaterbezoek waard zijn.

De Romeinen noemden haar liefkozend Mare nostrum: onze zee. De Fransen gaven haar de bijnaam la Grande Bleue, de grote blauwe. Met een oppervlakte van 2.500.000 vierkante kilometer en een maximum diepte van meer dan 5 kilometer kent de Middellandse Zee slecht twee openingen naar andere zeeën. De eerste is de Straat van Gibraltar, die 5,5 miljoen jaar geleden ontstond na een aardverschuiving en die er voor zorgde dat in 100 jaar tijd de leegstaande zee werd gevuld met water dat vanuit de oceaan binnenstroomde. De tweede opening is recenter en stamt uit 1869 en zorgt voor een verbinding met de Rode Zee: het door mensenhanden gegraven Suezkanaal.

 

Geheimen

Op de bodem van deze relatief jonge zee liggen duizenden wrakken. Vele daarvan zijn nog niet eens ontdekt en liggen op dieptes die niet te bereiken zijn. Schepen uit de Oudheid die beladen waren met amforen zonken in het blauwe water. Oude en moderne oorlogen lieten ook hun sporen na op de bodem. Andere schepen vergingen doordat ze vastliepen op verraderlijke rotsen vlak onder de waterspiegel en vliegtuigen werden in de oorlogsjaren uit de lucht geschoten om hier hun laatste rustplaats te vinden.

 

Het ene wrak ligt dieper dan het andere, maar ze hebben allemaal een paar punten gemeen: een geschiedenis, een rijk onderwaterleven en de meest fotogenieke taferelen. Sinds de duiksport bestaat wordt de rust van veel van deze wrakken verstoord en worden hun geheimen blootgelegd. Zeker in de begintijd van het duiken werd er naar hartenlust geroofd. Amforen en patrijspoorten waren gewilde relikwieën. Toch is er gelukkig nog heel veel te zien van die stille getuigen van rampen op het zoute water.

 

Rubis

De Rubis is een Franse onderzeeër die in 1931 te water werd gelaten. In 1958 werd dit schip afgezonken voor de Cap Camarat om als opsporingsdoel te dienen. Sindsdien rust hij op de zandbodem op een diepte van 42 meter. Het wrak is prachtig om te zien en wordt bewoond door veel vis, waaronder congeralen en tegenwoordig ook weer (beschermde) tandbaarzen. De toren staat nog altijd overeind en leent zich tot het maken van fenomenale foto’s, zeker omdat het zicht vaak erg goed is. De stroming kan sterk zijn. Dat maakt de duik wat uitdagender maar het is desondanks één van de meest geliefde wrakken voor de kust van Zuid-Frankrijk.

Donator

Op een gedeelde eerste plaats staat de Donator, voor het eiland van Porquerolles. Boeien aan de oppervlakte en lijnen naar het wrak zorgen ervoor dat dit schip goed te vinden is. De oorspronkelijke naam van het schip is Prosper Schiaffino en het was een vrachtschip dat wijn, groente en fruit vervoerde. Na de tweede wereldoorlog, aan het einde van 1945, voer het op een nog niet geruimde mijn. De boeg brak letterlijk af en het schip zonk al snel naar een diepte van 52 meter. De vele stroming en de diepte maken de duik moeilijk maar onvergetelijk. Het wrak is begroeid met felgekleurde gorgonen en het wemelt er van groot en klein onderwaterleven. Het oude roer aan de achterkant van het schip is dé plaats om herinneringsfoto’s te maken en een korte reis door het ruim dat eenvoudig toegankelijk is vanaf de open voorkant maakt van iedere fotograaf een gelukkig mens. Vanaf een diepte van 35 meter over het dek heen heb je hier overigens ook al een prachtige duik terwijl je wordt omringd door enorme scholen vis.

Grec

Vlak naast dit schip ligt het wrak van de Grec. Dit vrachtschip voer een maand na zijn buurman ook op een mijn en ligt iets minder diep, alhoewel een bodem van 47 meter toch nog respectabel is. Hier kun je tussen het roer en de enorme schroef doorduiken. Ook hier lijkt het onderwaterleven een eigen wereld te hebben gesticht, met veel kleur en beweging terwijl vissen in grote, gekleurde groepen om en rond het wrak toeren.

Togo

De Togo is een vrachtschip van tachtig meter lang dat kolen vervoerde, en dat in 1918 op een Duitse mijn voer en zonk. Het ligt al bijna honderd jaar in twee stukken in de baai van Cavalaire-sur-Mer. Het hoogste punt is op 47 meter, terwijl de bodem op 60 meter is. Geen eenvoudige duik dus. De mooiste plek is voor de boeg, in open water, van waar je een adembenemend zicht hebt op dit grote schip.

Vliegtuigen

Wanneer je genoeg hebt van deze en vele andere scheepswrakken in de regio, is het wrak van de Mustang een diepe optie. Dit vliegtuig ligt op een bodem van 56 meter voor de kust van Carqueiranne. Deze geallieerde kist is waarschijnlijk geraakt door de Duitse afweer in 1944. Wat ondieper, beter bereikbaar voor de kust van La Ciotat ligt een Amerikaanse P-38 Lightning. Ook dit toestel werd in 1944 door de Duitsers neergehaald. Met een bodem op toch nog 40 meter is deze duik minder moeilijk dan die naar de vele andere legendarische wrakken in de Middellandse Zee.

Feeëriek

Het zijn wrakken die lang niet voor iedere duiker bereikbaar zijn. Maar wanneer je het niveau hebt bereikt waarop je deze schepen en vliegtuigen op een veilige en verantwoorde wijze kunt bezoeken, zijn het wel enorme beloningen voor je ervaring en de reis die je hebt gemaakt. Vanuit één thuisbasis kun je hier dagen en weken vullen met diepe en ondiepe wrakken in helder blauw water. En die laatste wrakken hebben ook iets magisch, iets feeërieks, omdat ze anders zijn in het licht, omdat je er langer kunt blijven, en omdat ze ook begroeid en bewoond zijn. En wie het kleine en ondiepe niet eert… 😉