Het is een rommeltje bij de instap van Zilveren Schor. Waar eens een mooi grasveld lag, is het nu een wirwar van betonplaten, pallets en bouwmateriaal. Rechts van de instap verschijnt een park met luxe vakantiehuizen. Maar als we eenmaal door de blubber naar de waterkant zijn gesukkeld en onderduiken, zien we daar niks meer van. Voor ons strekt een steile helling zich uit. Het zicht is zeker acht meter. We laten de gigantische fuik helemaal links van de instap voor wat hij is en duiken langs de rand van de dropoff op zo’n vier meter diepte. Duizenden gasbelletjes op de bodem glinsteren in het licht van de laagstaande winterzon. Even verderop wijkt de wand terug en lijkt het alsof we in een grot kijken…
De “grot” is een slijpprofiel van de stroming uit de tijd dat het Veerse Meer nog in open verbinding stond met de Noordzee. Tot 1960 had de zee vrij spel langs de oevers van Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland. Golven beukten op de steile dijken, nollen trachtten de stroming te breken en op dat ruige water verdienden vissers met hun kotters de kost. Waar het water in de buitenbochten van de stroomgeulen het zand uit de dijkwanden spoelde, ontstonden grillige formaties van overhangende veenblokken. Zulke slijpprofielen waren ooit typisch voor de hele Zeeuwse delta. Sinds de afsluiting van de zeegaten zijn ze steeds zeldzamer geworden. De meeste zijn verdwenen en door de sterk verminderde stroming komen er geen slijpprofielen meer bij. Zilveren Schor is de enige plek waar je dit bijzondere verschijnsel nog kunt zien.
Onderdak
Na de watersnoodramp werden Noord- en Zuid-Beveland met twee dammen met elkaar verbonden. Zo ontstond het Veerse Meer. De waterkwaliteit ging hard achteruit. ’s Zomers werd het een stinkende, bruine poel met een zicht van decimeters. Geen plek voor duikers om daar het hoofd onder water te steken. In 2004 bracht een doorlaat in de Zandkreekdam een enorme verbetering. Dagelijks spoelt 40m3 Oosterscheldewater per seconde het meer in. Met het zoutgehalte verbeterden ook het zicht en het leefklimaat voor planten en dieren. De eerste duikers die gingen kijken, ontdekten al snel dat de oever bij Zilveren Schor bijzonder was. Waar de stroming de zachte delen in de bodem heeft weggespoeld, zijn hier de indrukwekkende overhangende veenblokken achtergebleven. Onder de overhang kijken we tijdens onze winterse duik naar zeedraad en roodwier. Vanaf het voorjaar groeien de blokken vol met zakpijpen en bieden de holtes letterlijk onderdak aan krabben, kreeften, grondels en zeedonderpadden.
Zilveren Schor ligt vrij beschut. Wind uit het zuidwesten staat hier aflandig. Als het niet te hard waait zorgen de hoge bomen aan de oever voor een spiegelglad wateroppervlak. Het zonlicht dringt dan diep in het water door. Als we van de overhang wegduiken, de steile helling op, zien we onder de acht meter weinig leven meer. De sliblaag heeft de overhand, met hier en daar reusachtige veenblokken. Dieper dan tien meter is niet aan te raden want dan kom je in de buurt van de vaargeul.
Beschermen
Op deze plek met de zichtbare restanten van oude stroomgeulen bouwen projectontwikkelaars nu vakantievilla’s. Waar het grasveld was, komen een strandje, bootsteiger en een recreatiegebouw met restaurant. Dat biedt mogelijkheden voor duikers om, net als bij Den Osse, wat te kunnen eten en drinken terwijl de logboeken worden bijgewerkt. Maar dan moeten de unieke overhangen er nog wel zijn! De NOB-commissie Deltagebied is in overleg met de ontwikkelaars om het rifdak en de overhangen te beschermen, te zorgen dat duikers en de bootjesmensen elkaar niet in de weg zitten en voorzieningen op het droge aan te leggen voor duikers. Zo heeft de commissie een voorstel gedaan voor een lange steiger tot aan het diepe water met aan het einde een ruim plateau en duiktrappen. Ook wordt gekeken of een sanitair gebouw bij de parkeerplaats kan worden geplaatst en picknicktafels langs de oevers. Duikplaats Zilveren Schor zou daarmee zomaar kunnen uitgroeien naar de eerste hotspot in het Veerse Meer.