Leestijd: 5 minuten

De HMHS Britannic is het zusterschip van de Titanic. Ze ging ten onder tijdens de Eerste Wereldoorlog en ligt op 120 meter diepte voor de Griekse kust. Daar is ze een magneet voor technische duikers. Op 21 november lag de Britannic precies honderd jaar op de zeebodem. Na er jaren van gedroomd te hebben kon Vic Verlinden het wrak eindelijk aanraken. ‘Het werd een van de mooiste momenten uit mijn lange duikloopbaan!’

Er zijn wrakken met een grote geschiedenis waardoor ze een plaats hebben verdiend in het rijtje “uitzonderlijk”. Daarnaast is er een apart lijstje van de buitencategorie, aangevoerd door het wrak van de Britannic. Ze ligt op 120 meter diepte in het Kanaal van Kea voor de Griekse kust. De diepte en de omvang van het schip oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op technische duikers uit de hele wereld.

 

De HMHS Britannic is gebouwd onder de naam Gigantic. Samen met de Titanic en Olympic moest dit de kern worden van de vloot luxe passagiersschepen van de White Star Line. Na de ramp met de Titanic werd de naam van de Gigantic snel veranderd in Britannic. De Britannic is in 1912 door de White Star Line besteld bij de Harland & Wolff scheepswerven in Ierland. Ze was uitgerust met een dubbele scheepshuid zodat een ramp als met de Titanic niet meer zou gebeuren. De turbinemotoren konden 18.000 pk ontwikkelen en werden door Harland & Wolff zelf gebouwd.

Ontploffing

Het prachtige schip werd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914) opgelegd in Belfast en kort daarna omgebouwd tot hospitaalschip. Het schip ging dienst doen om gewonde soldaten van het front terug naar huis te brengen en werd uitgerust om 3309 personen te vervoeren. Op 23 december 1915 vertrok de Britannic op haar “maiden trip” naar Mudros om gewonden op te halen. Toen ze op 12 november 2016 Southampton verliet kon niemand vermoeden dat dit meteen ook de laatste reis zou worden. Onder het commando van kapitein Charles Bartlett werd er aangemeerd in Napels om kolen en water in te slaan. Door het slechte weer waren ze niet in staat om de volgende twee dagen verder te varen. Op 19 november werden dan eindelijk de trossen losgegooid en koers gezet naar Griekenland. Op 21 november om 08:00 uur in de morgen gaf kapitein Bartlett bevel om de koers te verleggen naar het kanaal van Kea. Twaalf minuten later was er een zware ontploffing ter hoogte van de boeg en begon het schip snel water te maken. De Britannic was op een mijn gelopen die daar was gelegd door de U73, een Duitse duikboot die onder bevel stond van Gustav Sieb.

 

Onmiddellijk na de ontploffing gaf de kapitein bevel om de waterdichte deuren te sluiten. Dit lukte echter maar gedeeltelijk omdat de deuren tussen de ketels 5 en 6 niet volledig sloten. Na amper 15 minuten waren de patrijspoorten op dek E reeds onder water. Een groot aantal patrijspoorten was open gelaten om het schip te ventileren en het water stroomde hier nu vrijelijk door naar binnen. Kapitein Bartlett probeerde het schip op het nabij gelegen eiland Kea aan de grond te zetten. Dit ging niet meer omdat het schip steeds meer slagzij maakte. Het bevel werd gegeven om het schip te verlaten en de reddingsboten uit te zetten. Twee van de reddingsboten werden bij deze manoeuvre vernield door de schroeven van het zinkende schip. Kapitein Bartlett wandelde gewoon van de brug het water in en zwom naar een nabij gelegen reddingboot. 55 minuten na de ontploffing zonk het schip naar de bodem van het kanaal van Kea, waarbij ze 21 bemanningsleden en 9 officieren met zich meenam.

 

Het duurde meer dan drie jaar om de vergunning van de Griekse overheid te krijgen om op de Britannic te mogen duiken. Dankzij de inspanningen van expeditieleider Pim van der Horst werden de nodige papieren toch in orde gebracht en hadden we een vergunning om 12 dagen lang het wrak te verkennen. Het duikteam bestond uit 12 duikers uit 8 verschillende landen — ikzelf was de enige Belgische deelnemer aan deze expeditie. Omdat het duikschip dat we gehuurd hadden niet al te groot was, kwam het erop aan om de boot zo efficiënt mogelijk te laden. 12 rebreathers, 36 stages en 8 scooters zijn een behoorlijk gewicht. De afdaallijn op het wrak was reeds geplaatst door de crew van Kea Divers, die ook voor de veiligheid van de duikers zorgde. Het was prachtig weer toen we de haven van Kea verlieten voor een tochtje dat amper 20 minuten zou duren. Het wrak van de Britannic ligt net om de hoek, alleen bij slecht weer en hoge golfslag is het een probleem om er te duiken. We lagen al snel boven het wrak en de eerste teams maakten zich klaar om aan de afdaling te beginnen. Ons team zou als laatste te water gaan met een tussenpauze van ongeveer 45 minuten. Dit zou helpen om niet al te veel duikers tegelijkertijd aan het decostation te laten hangen. Ik concentreerde mij nu op mijn rebreather en het andere materiaal om aan mijn duik te beginnen. Na een laatste controle was het dan zover en liet ik mij van het platform achter op de boot glijden. Er was weinig stroming en het was geen moeite om naar de boei te zwemmen. Na ongeveer 10 minuten was ook mijn buddy klaar en konden we aan de afdaling beginnen.

  • De tegels in de gang zijn nog zichtbaar.
  • Scheepstelegraaf op de brug.
  • De davits zijn gebruikt om de reddingsboten overboord te zetten.
  • Korte verkenning van het bovendek.

Over de wandelpromenades

Het water was kristalhelder en de afdaling verliep vlekkeloos. We zwommen voorbij de andere groepen die reeds aan hun decompressie waren begonnen. Op een diepte van 70 meter kon ik de schaduw van het wrak al zien en enkele ogenblikken later landde ik op stuurboordzijde van de Britannic. Het was jaren een droom geweest om op dit wrak te duiken en nu kon ik het eindelijk aanraken! Ik wachtte geduldig tot mijn buddy Dennis Blom zijn filmcamera klaar gemaakt had en zwom dan een eindje over het wrak naar de rand. Het eerste dat we zagen waren de rijen patrijspoorten en de davits die gediend hadden om de reddingsboten overboord te zetten. Het wrak was mooi begroeid met sponzen in alle kleuren die onder het licht van de filmlampen zichtbaar werden. De afdaallijn lag ongeveer in het midden van het wrak en we zwommen nu over de wandelgangen waarvan de plankenvloer nog intact was. Over de rand op het eigenlijke dek zagen we de grote hefbomen die speciaal ontworpen waren om reddingsboten overboord te zetten als het schip slagzij maakte. Onze 20 minuten bodemtijd waren snel verstreken en het was tijd om naar de stijglijn terug te keren. Tijdens de opstijging draaide ik mij nog eens om voor een laatste blik op dit enorme wrak.

 

De tweede duik was vergelijkbaar met de eerste. Het was een korte verkenning van het bovendek. We zagen de ventilatoren om lucht naar de machinekamer te blazen maar ook elektrische winches om de verschillende laadbomen te bedienen. Het weer bleef goed maar toch werd er een rustdag voorzien zodat ons lichaam een beetje tot rust kon komen. Inclusief afdaling en decompressie duurden de duiken bijna 3 uur. De derde duik spraken mijn buddy en ik af om naar de brug te zwemmen om deze te fotograferen. Omdat we zonder scooter doken moesten we er een goed tempo op nahouden om binnen redelijke tijd aan onze decompressie te kunnen beginnen. Na een tiental minuten bereikten we de omgeving van de brug en begon ik onmiddellijk met het maken van foto’s. Onder andere de telegrafen en de stuurstand werden gefotografeerd maar ook de badkamer met het koperen bad van de kapitein kwam aan bod. Het gaf toch wel een speciaal gevoel om op de plaats rond te zwemmen waar kapitein Bartlett 100 jaar eerder had gestaan voor hij van zijn zinkende schip in zee stapte. De vierde duik maakten we nog meer foto’s van de omgeving van de brug, waar zich ook de luxe-vertrekken bevonden. Tijdens deze duik zagen we ook duidelijk dat sommige vloertegels nog aanwezig waren in de gangen.

 

In totaal maakte ik vier duiken op het wrak van de Brittanic. Het was een groot succes dat de expeditie zonder enig incident verliep. Voor mijzelf was de “Dir- Rebreather Britannic Expeditie” een van de mooiste uit mijn lange duikloopbaan. Niet alleen door het bijzondere wrak maar ook omdat we met een team waren dat zonder problemen 8 dagen kon samenwerken om eenzelfde doel te bereiken. Dat het 100 jaar geleden was dat de Britannic zonk, gaf onze expeditie een extra feestelijk tintje.