Wierenwoud
Meterslange wieren in de tinten okergeel, olijfgroen en diepbruin zwieren heen en weer in de deining van de golven. De slierten van het knotswier en blaasjeswier worden door luchtblaasjes omhoog gedragen en raken het wateroppervlak. Dieper onder de laagwaterlijn, in het gebied dat nooit droogvalt, groeien kelpsoorten die dichte wouden vormen. In de schaduw van de grote bruinwieren leven roodwieren, zeeanemonen, en hydropoliepen. In de wirwar van wieren verschuilen allerlei soorten visjes en krabben zich: wierenwouden herbergen een enorme biodiversiteit.
Dit onderwaterlandschap komt over de hele wereld aan de kust voor en is met name bekend uit gematigde of koude wateren. Ze groeien meestal vanaf het wateroppervlak tot enkele tientallen meters diepte, maar als het water helder genoeg is, en er dus voldoende licht de bodem bereikt, kunnen kelpwouden nog veel dieper groeien. Bij de Galápagos eilanden is bijvoorbeeld een kelpwoud ontdekt dat dieper dan 50 meter groeit en bij Madeira komen diepwaterkelpwouden voor tussen 72 en 91 meter diepte. Prachtige landschappen, maar voor de meeste duikers nét iets te diep om zelf te bezoeken.

Sponstuin
Zodra je in de Oosterschelde beneden de 7-10 meter diepte komt, beginnen de wieren te verdwijnen en komt een nieuw landschap in de plaats: de sponstuin. Hier tref je pastelgele geweisponzen aan, misschien wel met een goed gecamoufleerde Veranderlijke steurgarnaal. Paarse buisjesspons groeien soms in de kenmerkende vorm van paarse buisjes, maar ook wel eens groeit als bleek-witte korst. Daartussen groeien velden van golfbrekeranemoontjes, zee-anjelieren, pennenschaft, en dodemansduim. Het is hier wat donkerder dan in het wierenwoud, maar niet minder kleurrijk.
Sponstuinen komen over de hele wereld voor, met name op plekken waar minder licht aanwezig is. Dit geldt bijvoorbeeld voor diepe wateren of gebieden waar het water donkerder kleur door hoge concentraties tannine. Ook onder zee-ijs kan het donker zijn: in 2022 ontdekten wetenschappers uitgestrekte sponstuinen op een onderzeese bergketen nabij de noordpool. Begin dit jaar zijn er bij Antarctica ook zulke tuinen ontdekt, toen het afbreken van een gigantische ijsberg ter grootte van Chicago onverwacht toegang gaf tot de zeebodem. Zo kan een trieste gebeurtenis toch nog leiden tot bijzondere ontdekkingen.

Wormenrif
Bij het woord ‘rif’ denken we al snel aan tropische koraalriffen, maar een rif kan ook uit ander materiaal bestaan. Rotsen bijvoorbeeld, of oesters, of… wormen! In de Oosterschelde kennen we dit landschap vooral van de wat diepere zandvlaktes waar velden van pauwkokerwormen groeien. Pauwkokerwormen, ook wel waaierkokerwormen genoemd, zijn borstelwormen die een beschermend kokertje bouwen van zand, schelpgruis en slijm om zich in terug te kunnen trekken. Het lichaam van de worm zit grotendeels verstopt in de koker. Alleen hun sierlijke tentakelkransen steken als kleurrijke waaiers uit de opening. Daarmee filteren ze voedsel uit het water. Een andere koker-bouwende borstelworm in Nederland is de schelpkokerworm. Deze soort bouwt een kokertje van grof schelpenzand en heeft een kleinere tentakelkrans dan de pauwkokerworm. Op de Bruine Bank in het Nederlands deel van de Noordzee is recent nog een andere rif-vormende soort aangetroffen: de zandkokerworm.
Wormenriffen vormen een belangrijk landschap, want de relatief harde kokers bieden houvast voor dieren die niet in het zachte zand kunnen leven. Plukjes mosdiertjes kunnen zich hier bijvoorbeeld op vestigen, en daar leven weer naaktslakken op. Ook voor sepia’s en pijlinktvissen zijn dit ideale plekken om hun eieren aan te hechten. De kokers van deze borstelwormen zijn eigenlijk de originele sepia-stokjes.

Zeegrasveld
Ooit lagen er in Nederland uitgestrekte zeegrasvelden, vooral in de Waddenzee en de voormalige Zuiderzee (nu het IJsselmeer). Alleen al in de Nederlandse Waddenzee groeide naar schatting meer dan 15.000 hectare zeegras, en in de Zuiderzee zelfs tot 30.000 hectare, vóór de afsluiting en de omslag naar zoet water. Met het verdwijnen van deze onderwaterweides verloren we niet alleen een bijzonder landschap, maar ook een schat aan biodiversiteit. Tal van dieren vonden er beschutting, zoals jonge vissen die verscholen opgroeiden tussen het zeegras, maar ook soorten die vastgegroeid leefden op de bladeren van het zeegras zelf.
Daarnaast zijn we ook de belangrijke eigenschappen kwijtgeraakt van zeegrasvelden. Deze gebieden slaan ongeveer 10% op van alle koolstof die jaarlijks in oceaansedimenten wordt opgeslagen. En dat terwijl we juist dringend manieren nodig hebben om koolstof op te slaan in de strijd tegen klimaatverandering. Gelukkig zijn er tegenwoordig herstelprojecten om zeegras terug te brengen naar onze kustwateren, maar de huidige bedekking is helaas slechts een fractie van wat het ooit was.

Maerl beds
Maerl is een verzamelnaam voor kalkvormende roodwieren die los op zeebodems leven. In Nederland komen ze niet voor, maar in onze buurlanden zoals Frankrijk en het Vereningd Koninkrijk kunnen ze uitgestrekte roze tapijten vormen, beter bekend als ‘maerl beds’. Deze unieke onderwaterlandschappen zijn een hotspot voor biodiversiteit. Tussen het maerl wemelt het van het leven: slakken, zee-egels, anemonen, borstelwormen en kleine kreeftachtigen vinden er voedsel en beschutting. Ook jonge Sint Jakobsschelpen, kabeljauw en pollak gebruiken deze velden als kraamkamer en opgroeigebied.
Wat maerl extra bijzonder maakt, is de extreem langzame groei: gemiddeld slechts één millimeter per jaar. Toch kunnen deze wieren, als ze ongestoord hun gang gaan, indrukwekkende formaties vormen. In Bretagne bijvoorbeeld zijn maerl beds gevonden die tot wel tien meter dik zijn — opgebouwd over duizenden jaren.
Ondanks hun ecologische waarde krijgen maerl beds nóg minder aandacht dan de andere onderwaterlandschappen uit dit artikel. Dat is zorgwekkend, want dit kwetsbare ecosysteem staat onder druk. Bodemberoerende visserij, zoals sleepnetten, beschadigt de structuur van het maerl en vernietigt het leefgebied van talloze soorten. Daarnaast vormt oceaanverzuring een groeiende bedreiging: het maakt het moeilijker voor kalkhoudende organismen zoals maerl om hun structuur op te bouwen en te behouden. Hun lage groeisnelheid maakt maerl beds extra kwetsbaar en daarom is het des te belangrijker om ze te beschermen.

Dit artikel is gebaseerd op een samenwerking met Tamar Stelling en De Correspondent. Het originele artikel is te lezen als ‘Te troebel om te zien, te mooi om te negeren: vijf schitterende landschappen die niemand kent’, 26 maart 2025.
De zeeschappen zijn gemaakt door illustrator Maria Fraaije. Deze prents zijn te koop via haar webshop Fraaijeboel Illustration.