Keizersvissen zijn er in heel veel soorten en komen voor in de tropische Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de westelijke Grote Oceaan. Met een familie van maar liefst zeven verschillende geslachten en meer dan tachtig soorten zie je deze baarsachtigen dus vaak. Ze zijn plat en rond, met een grote kop en een kleine bek op de punt met kleine borstelachtige tandjes. Gemiddeld zijn ze als volwassene tussen de 20 en 45 centimeter lang. De kleinere soorten zijn populair als aquariumvis. In deel 1 (Onderwatersport 23.1) bespraken we al zes verschillende keizersvissen. In deel 2 nog eens vijf prachtige familieleden.

Grijze keizersvis – Pomacanthus arcuatus
De grijze keizersvis is met een maximale lengte van zestig centimeter de grootste keizersvissensoort. Je vindt ze van New York tot Rio de Janeiro en dus ook in de golf van Mexico en het Caribisch gebied. Ze hebben een grijze kleur met zwarte stippen, de kop is effen grijs met een witte bek. De jonkies zijn zwart met gele verticale strepen. Het is een schuwe vis en ondanks het grote verspreidingsgebied, moeilijk op de foto te krijgen. Op de foto van de teenager, zie je nog de ‘babystrepen’. Ze leven op een diepte van drie tot dertig meter. De juvenielen zijn vaak ondiep te vinden tussen stukjes koraal en in zeegrasbedden. Ze zijn overdag actief en schuilen ‘s nachts in het rif. Ze eten voornamelijk sponzen, maar ook wel algen, zakpijpen en hydroïdpoliepen. Dan kan je denken aan brandkoralen en andere neteldieren. De voortplanting is in de zomer, van april tot september.

Hertogskeizervis – Holacanthus tricolor
De volwassen vis is meestal geel en wordt richting de staart steeds meer blauw. De staartvin zelf is weer geel. De jonge dieren zijn helemaal geel met een zwarte vlek op de flank. De volgroeide Hertogskeizervis meet zo’n 25 centimeter. Deze vis voedt zich voornamelijk met sponzen, die ze echt nodig heeft om te kunnen overleven, maar kwallen en koralen, plankton en algen behoren ook tot het dieet. Het leefgebied bevindt zich in de riffen van de tropische, westelijke Atlantische oceaan tot aan de Noordelijke Golf van Mexico. De Hertogskeizersvis zit op bijna elke diepte: tussen de 3 en 92 meter zijn ze eerder gezien.
De volwassen vissen verblijven het hele jaar door in paren bijeen, wat duidt op een langdurige en monogame band. De voortplanting gebeurt rechtop, staand in het water, waarbij de buiken van de vissen dicht tegen elkaar in wolken van sperma en eieren zijn. Het vrouwtje produceert 25.000 tot 75.000 eieren per dag en tot wel tien miljoen eieren tijdens elke paaicyclus. De eieren zijn doorzichtig, drijvend in een waterkolom. Ze komen na vijftien tot twintig uur uit in larven, die geen werkende ogen, vinnen of zelfs darmen hebben. De grote dooierzak wordt na 48 uur geabsorbeerd. Daarna ontwikkelen de larven langzaam normale kenmerken van vrij rondzwemmende jongen. Drie tot vier weken lang voeden zij zich met plankton en bereiken een lengte van anderhalve tot twee centimeter en nestelen zich op de bodem.

Koningskeizervis – Pomacanthus annularis
Deze soort heet in het Engels de Blue-ringed-angelfish. Dat is wel een mooie naam voor deze vis met zijn felblauwe ring en diagonale strepen op een gele achtergrond. Het jonge dier is donkerblauw met blauwe en witte strepen. Het ondergaat een enorme kleurverandering in de groei van ‘jonkie’ naar volwassene. In de aquariumhandel zijn het geliefde soorten, vooral de kleintjes, want de grote kunnen agressief zijn tegen de eigen soort. Verder zijn ze makkelijk te houden en ze eten alles. In de natuur leeft het op kustriffen met spaarzame koraalgroei en in rotsachtige gebieden met veel schuilplaatsen. De koningskeizersvis kan wel 45 centimeter groot worden en komt voor op dieptes tussen de 3 en 35 meter. De volwassen dieren zijn vaak paarsgewijs te vinden in spleten, holen of wrakken.

Zesbandkeizersvis – Pomacanthus sexstratius
Deze vis heeft een voorkeur voor koraalrijke lagunen en steile buitenrifwanden met een diepte tussen de 1 tot 50 meter. Ze zijn zowel in helder als in troebel water te vinden. Meestal zijn ze behoorlijk schuw, en ze gaan zeker niet graag op de foto. Je herkent ze aan de witte verticale band achter de kop en daarna nog vijf zwarte banden op hun beige-gele lichaam. Het lichaam is ook nog eens bedekt met blauwe stippen en heeft blauwe randen, geweldig!
Het verspreidingsgebied is erg groot, van de Malediven tot Japan en Australië, ook wel de Indo-Pacific genoemd en ze kunnen wel 46 centimeter lang worden.
Net zoals de andere keizersvissen begint de zesbandkeizersvis haar leven altijd als vrouw. Het is een zogenoemde ‘sequentiële hermafrodiet’. Eenmaal volwassen vormen de vissen koppels die voor het leven bij elkaar blijven. Als er een man nodig is, verandert een van de ‘dames’ in een man. Op deze manier zijn er altijd voldoende vissen van beide seksen beschikbaar. Aan de kleur is overigens het verschil tussen man en vrouw niet te zien, ze zien er identiek uit.

Pauwoogkeizersvis – Pygoplites diacanthus
Alle keizersvissen zijn mooi, maar de Pauwoog is de Parel van de Rode Zee. Het levensgebied strekt zich uit van de Rode Zee naar de Indische Oceaan en de Stille Oceaan. Dus van Madagaskar, Oost-Afrika, Malediven tot aan Japan. De kleuren zijn geel en blauw met witte verticale strepen die zwart omlijnd zijn. Die verschillende regionen kunnen soms kleine kleurverschillen geven, bijvoorbeeld het geel wat meer oranje. Wat altijd blijft is het knalgele staartje. De felle gestreepte kleuren kunnen dienen om de lichaamsvorm te vervagen, waardoor de vis voor andere roofvissen moeilijker te herkennen is. De aarsvin bevat blauwe en gele concentrische strepen, en het achterste deel van de rugvin is blauw. Deze kleuren hebben vermoedelijk ook een functie van camouflage. De blauwe plek op de staart (die op een oog lijkt) zou bijvoorbeeld mede kunnen dienen om belagers om de tuin te leiden. Jonge exemplaren hebben een afwijkende kleur, met een grote zwarte plek op het onderste deel van de zachte rugvin. Het visje is klein en gedrongen van bouw, wel heeft het een vooruitstekend bekje en kan 15 tot 25 centimeter groot worden. Ook kan dit stevige model maar liefst 25 jaar oud worden. De vis bevindt zich vaak in lagunen en langs de wanden van koraalriffen, in de buurt van grotten. Het voedsel bestaat vooral uit sponzen. De vis komt solitair of in paren voor. De voortplanting vindt plaats gedurende zonsondergang of in het donker. Ze doen een paringsdans waarbij ze elkaar omcirkelen en daarna laten ze de eieren en het sperma los in de bovenste waterlaag. Dat moet een geweldige ervaring zijn om te zien.
