Leestijd: 9 minuten

Vanuit Candidasa bereik je alle mooie duikplaatsen aan de oostkant van Bali. Rustig of ruig en altijd met een glimlach.

Om 04.30 uur gaat de wekker. Het is nog stikdonker buiten. We hebben vroeg afgesproken om bij het eerste ochtendlicht te duiken op het USAT Libertyschip voor het strand van Tulamben, Bali. Vanuit Candidasa is het in 55 minuten te bereiken. Verblijf je in het zuiden van Bali dan ben je bijna drie uur onderweg. Daarom is het vroeg in de ochtend weldadig rustig aan het strand, zeker als de zee zo vlak is als nu. De duiken zijn relatief makkelijk. Over grote ronde kiezels lopen we het water in en trekken onze vinnen aan. Daarna een stukje donkergrijs zand overzwemmen en daar doemt de 130 meter lange romp al op. Als eerste zwemmen we tegen een bumphead parrotfish op. Een knoeperd van een vis die schichtig toekijkt als we naar het schip peddelen. In de verte zien we een stuk of twaalf van zijn soortgenoten; de rest van de school die in de ochtend rond het wrak hangt. Links liggen de boeg en het kanon op 30 meter diepte in het zand. Het hele schip ligt op de zij met de kiel naar de kant, het gevolg van een vulkaanuitbarsting in 1963 die het scheepskarkas van het strand in de zee duwde.

 

De zee heeft een deel van de romp meegenomen waardoor alleen de spanten nog overblijven. Het levert prachtige doorkijkjes op naar het knalblauwe water erachter.

 

De achtersteven ligt op ongeveer 10 meter. Iedere vierkante centimeter van het staal is begroeid met sponzen, bekersponzen, takken zacht koraal en enorme gorgonen. Het is veruit het kleurrijkste wrak dat ik ooit ben tegengekomen en schijnt ook vol macroleven te zitten, tot de pygmee zeepaardjes aan toe. Daar hebben we geen oog voor, we zijn meer bezig met kijken of we nog iets van de structuur kunnen herkennen. Best moeilijk want ze ligt flink uit elkaar met midscheeps een rijtje ketels. Voor en achter zijn de grote ruimen waar je vrij in en uit kunt zwemmen. De luiken waren al weg en de zee heeft een deel van de romp meegenomen waardoor alleen de spanten nog overgebleven zijn. Het levert prachtige doorkijkjes op naar het knalblauwe water erachter. Aan het einde van de duik keren we over het zand terug (of nee, het is toch nog de romp, aan de spleten te zien die in de bodem zitten) en komen bij een poetsstation waar watervlugge poetsvisjes een schoonheidsbehandeling geven aan een groepje sweetlips. We kunnen ernaast blijven liggen en het tafereel uitgebreid bekijken, ze willen van geen wijken weten.

 

  • Ze ligt goed uit elkaar.
  • Strand Tulamben, Bali.
  • De ruimen zijn goed toegankelijk.
  • Poetsstation.

 

Selfie-sticks

Het Libertyschip is wereldberoemd. Dat maakt het strand van Tulamben een van de drukste duik-hotspots van Bali. Er staat een accommodatie waar de Zeeuwen nog een puntje aan kunnen zuigen: een duikcentrum met een moderne douche-, omkleed- en toiletruimte, terrassen en een groot restaurant. Als wij het water inlopen voor onze tweede duik zijn de duikscholen gearriveerd en verandert het wrak in een grote mierenhoop. We zien duikers achter selfie-sticks aanzwemmen, of die door een instructeur aan de kraan van de fles of aan een arm over het wrak worden getrokken. Het wordt al moeilijker om een foto te maken zonder dat nieuwsgierige duikers in beeld blijven hangen om te kijken wat ik allemaal aan het doen ben. Met gids Wayan Yuli verkennen we tijdens deze duik vooral de binnenkant van de ruimen met de mooie doorkijkjes. Een verdwaalde bumphead zwemt buiten het wrak, hij komt voorbij in een lijst van wit, oranje en geel zacht koraal. Het laatste stukje terug naar de kant is even tijgeren. Er is een beetje stroming opgekomen waar we vooral rond de hoeken van het wrak last van hebben. Op stopdiepte is de zee weer stil.

 

Stil is het boven water zeker niet. Intussen lijkt het of alle duikscholen op Bali hier hun clientèle hebben gedropt. Een kwetterende crèche van Chinezen, Duitsers, Russen, Koreanen. Tijdens de lunch slaan we het hele circus gade. Mensen wurmen zich onwennig in neopreenpakken. Een groepje krijgt voor het eerst uitgelegd hoe je een automaat in je mond doet. Tengere Balinese vrouwen lopen af en aan met twee 12-liter flessen tegelijk, waarvan een op het hoofd en dan zonder handen. Ik wacht op het moment dat er een naar beneden klettert en er als een raket vandoor gaat, maar de balans is onberispelijk… Onderweg terug naar Candidasa zien we het prachtige landschap van Oost-Bali dat in de vroege ochtend nog in het duister verborgen lag. We stoppen bij een paar uitzichtplekken over de felgroene rijstvelden. En er is tijd voor een bezoek aan Taman Tirtagangga, een watertuin die de vergelijking met de Engelse kasteeltuinen ruimschoots aankan. Het complex is in 1946 aangelegd op de plek van een heilige bron en bestaat uit talloze vijvers, fonteinen en water spugende draken.

 

  • Liberty, Tulamben. Veruit het kleurrijkste wrak.
  • In het vroege ochtendgloren ontlopen we de drukte.
  • Pondok Bambu Seaside Bungalows, met uitzicht op de Indische Oceaan.
  • Terug bij Tulamben. Bizarre beesten op een grindhelling, zoals deze bidsprinkhaankreeft.

 

Steenvis

Candidasa is een klein dorpje halverwege de oostkust van Bali. Eigenlijk een langgerekte straat met huizen, winkeltjes, restaurants en resorts, die uitloopt op een tempel en een grote lotusvijver. Ik ben er te gast bij Pondok Bambu Seaside Bungalows dat bestaat uit twee rijen huisjes, een zwembad en een groot terras met uitzicht op de Indische Oceaan. Bambu Divers staat onder leiding van de Nederlander Gerard Elferink en zit op het terrein. De dagelijkse routine is overzichtelijk. ’s Ochtends bedenken waar we gaan duiken en dan met de minivan vijf minuten verderop naar het strand, waar de ranke boten liggen te wachten. Er wordt gedoken met de typische Balinese “jukungs”. Dat zijn groot uitgevallen kano’s met palen aan weerszijden voor stabiliteit. Gerard huurt ze van de lokale vissers die de bijverdienste goed kunnen gebruiken. In een kwartiertje ben je bij de meeste duikplaatsen zoals de eilandjes pal voor Candidasa: Gili Mimpang en Gili Tepekong (“Gili” staat voor klein). De eilandjes horen bij de mooiste duikstekken aan de oostkust van Bali en Gili Mimpang is bekend om de mola mola’s die hier in het najaar uit de diepte naar boven komen om zich te laten poetsen. Ik ben er in het voorjaar dus moet me tevredenstellen met de witpunt rifhaai die me op de eerste duik tegemoetkomt. We zwemmen hier over grote vlaktes steenkoraal – het cowl koraal dat lijkt op versteende sla en anacoprora hertshoornkoraal. Vanaf een rots kijkt een grote, bruine, lelijke kop me minzaam aan. Een echte steenvis! Daar zwem ik liever omheen. De koraalvelden worden afgewisseld door gele en rode gorgonen, bekersponzen maar ook grote vlaktes koraalpuin. Dynamietvissen heeft in het verleden gaten in de riffen geblazen. Ook opvallend: af en toe komt er een guts koud water uit de diepte naar boven. Je ziet het, maar je voelt het vooral!

 

Een bonte stoet van kruipbeestjes trekt voorbij: naaktslakken in verschillende vormen, kleuren en streepjespatronen, parende naaktslakken, eierleggende naaktslakken.

 

Rustige duiken maken we in de Blue Lagoon. Onderweg over een vlakke zee zien we de vulkaan Gunung Agung dreigend boven het landschap uitsteken. Een boze puist van 3000 meter in het landschap, omringd door stapelwolken. De vulkaan is actief en wordt nauwlettend in de gaten gehouden. In november vorig jaar is nog iedereen in een straal van twaalf kilometer geëvacueerd. Intussen is het dreigingsniveau afgeschaald en ligt de berg er vredig bij, een enkele geologische oprisping daargelaten. We rollen achterover in de turquoise zee en laten ons zakken op een zandhelling met verspreid blokken koraal. De duik begint goed met een paartje sepia’s dat meer aandacht heeft voor elkaar dan voor ons. Na verloop van tijd loopt de helling uit op een wand die mooi is begroeid met hard koraal en sponzen. Wayan neemt me mee naar een groot paddenstoelvormig blok koraal met twee grote frogfish eronder. Hij moet drie keer wijzen voor ik de tweede zie. Ze zitten op een moeilijke plek onder de rots en we gaan ze niet voor een foto verplaatsen zoals weleens gebeurt. Na een dik uur duiken wordt het koud. Het water is 25 graden en een drie millimeter tropenpak is eigenlijk te dun. Als we terugvaren naar Candidasa vertelt Wayan dat de beroemde steiger bij de haven niet toegankelijk is voor duikers. De haven was aangelegd in een stuk zee dat te ondiep bleek voor schepen, en de palen werden een mekka voor liefhebbers van klein zeeleven. Jammer voor ons zijn ze de haven net aan het uitbaggeren.

 

Rammelaar

Voor het echte “muckduiken” rijden we nog een keer richting Tulamben. Batuh Belah ligt een stukje voor Tulamben Liberty op veertig minuten rijden. Het is de macro-duikplek van Bali en vandaag hebben we hem helemaal voor onszelf alleen. Onder water loopt het strand geleidelijk af naar een grote grindhelling met heel af en toe een steenblokje. Geen koraal, geen sponzen, helemaal niks. Je zou niet denken dat je op zo’n kaal veld een mooie duik maakt maar het tegendeel is waar. Het eerste dier dat ik tegenkom is een bidsprinkhaankreeft. Die staat al lang op mijn lijstje met zijn mooie kleuren en buitenaardse voorkomen. Hij is ver buiten zijn hol en kijkt me met zijn radarogen over 360 graden argwanend aan. Half achter een steen kan ik stiekem naderbij sluipen voor een foto. Hij laat me even mijn gang gaan en gaat er na vier keer flitsen op zijn heleboel pootjes heel snel vandoor. Intussen hoor ik de rammelaar van Wyan die alweer iets anders heeft gevonden. Zo gaat het de hele duik van 85 minuten door. Een bonte stoet van kruipbeestjes trekt voorbij: naaktslakken in verschillende vormen, kleuren en streepjespatronen, parende naaktslakken, eierleggende naaktslakken. En als kers op de taart een spierwit schorpioenvisje dat zo fel tegen de bodem afsteekt dat ik me afvraag hoe het overleeft.

 

  • Gili Mimpang. Hard en zacht koraal wisselen elkaar af.
  • Gili Mimpang. Hard en zacht koraal wisselen elkaar af.
  • Voor tropisch water kan het soms fris zijn.
  • Gorgonen geven het rif kleur.
  • Sepiapaartje Blue Lagoon.
  • In de baai is het water rustig, ideaal voor macrofotografie.
  • Naaktslakken in allerlei soorten en kleuren.
  • Naaktslakken in allerlei soorten en kleuren.
  • Vis in blik.
  • Schorpioenvisje.
  • We duiken vanaf de typische Balinese “jukungs”.
  • Veersterren kom je overal tegen.
  • Jonge schildpad komt zichzelf bekijken.
  • Taman Tirtagangga.
  • Pondok Bambu Seaside Bungalows, met uitzicht op de Indische Oceaan.
  • Gerard Elferink en crew. Tweede van links gids Wayan Yuli.
  • Gunung Agung, overal aanwezig.

 

De tweede duik gaan we op zoek naar de rhinopias. Dat zijn felgekleurde vissen met een enorme lachebek die hier wat dieper schijnen te zitten. We zwemmen een stukje uit en zakken af tot ongeveer 23 meter, maar helaas, zijn ze niet thuis. Het veld is ook best groot om af te zoeken. Met m’n neus in de bodem gaat er niettemin een hele microkosmos voor me open. Ik vermaak me prima met een knalrood krabje op de rand van een spons, een krabje dat op de voet van een grote oranje kokerworm leeft en een schuchter visje dat een bierblikje tot huis heeft gemaakt. Als ik te dichtbij kom dan duikt het snel naar binnen. Ga ik achteruit dan komt het weer naar buiten. Een spelletje om af te tasten hoe dichtbij ik kan komen. Wat een prachtige muckduikplek. Na 80 minuten komen we allebei met een grote grijns weer boven.

 

Ferme dame

We sluiten het duiken af met twee rustige duiken op twintig minuten varen van Candidasa. Hier liggen de koraaltuinen van Temple Divesite en Bias Tugel, een klein stukje verderop. Die laatste ligt onder een resort van een Koreaan die halverwege de bouw te horen kreeg dat de vergunning niet doorging. Sindsdien staat het als een moderne kasteelruïne op de heuveltop. We duiken tot maximaal zestien meter en laten ons op een milde stroming langs de koraalblokken drijven. Er is weinig groot spul, wel heel veel veersterren die zo typisch zijn voor het water van de oostelijke Indische Oceaan. Tot we aankomen bij Shark Corner. Dat is een rotsformatie met een ondiepe grot waar normaal een paar rifhaaien liggen te rusten. Van een afstandje zien we dat er een haai thuis is. Ze is een ferme dame van drie meter lang. We zwemmen voorzichtig naar haar toe maar als ze ons in de gaten krijgt, duikt ze met een zwiep van de staart in een grote wolk zand de grot in. We wachten een kwartiertje. De begroeiing van de onderkant van de rots is ook de moeite waard maar de haai laat ons alleen het witte puntje van haar staart zien. Na 45 minuten houden we het vanwege de kou (watertemperatuur 23 graden) voor gezien. Onderweg terug naar de kano zwaait een jonge schildpad ons vaarwel. Het dier komt zichzelf eens van dichtbij bekijken in het bolle frontglas van de camera. Niet bang of verstoord maar heel nieuwsgierig en vriendelijk.

 

Bali is een schitterend eiland, boven en onder water. Vanuit Candidasa bereik je alle belangrijke duikplaatsen aan de oostkust. Van Tulamben in het noordoosten tot en met Nusa Penida in het zuiden. Daar vind je plekken als Crystal Bay met het beste zicht van heel Bali en een kans om mola mola’s te zien, en Manta Point, een ondiep rif met poetsstations voor de gracieuze reuzenroggen. Tel daar de prachtige, vriendelijke bevolking bij op en Bali is niet alleen het Eiland van de Goden maar bovenal een goddelijk eiland.

 

________________________________________________

Liberty

Even een misverstand uit de weg helpen: het Libertyschip bij Tulamben is geen Liberty. Libertyschepen zijn in de Tweede Wereldoorlog in serie gebouwd om de Amerikaanse troepen te bevoorraden. Er wordt van gezegd dat ze de oorlog hebben gewonnen omdat de Amerikanen er meer konden bouwen dan de Duitsers en Japanners konden torpederen.

 

Het schip bij Tulamben heet voluit USAT Liberty, waarbij USAT staat voor United States Army Transport. Het vrachtschip is in 1918 gebouwd en deed dienst in de Tweede Wereldoorlog. Ze was bewapend met twee kanonnen. In 1942 werd de USAT Liberty door een Japanse onderzeeër getorpedeerd. De kapitein wist het kreupele schip nog op het strand van Tulamben te zetten. Daar stond het – leeggehaald en gestript – half op land en half in zee tot een aardverschuiving als gevolg van een uitbarsting van de Agung het wrak de zee in duwde.

 

Tekst gaat verder na afbeelding

Bali
Onderweg terug van Tulamben naar Candidasa.

 

________________________________________________

BALI is een vulkanisch eiland en ligt tussen Java en Lombok. Het is ongeveer 5.500 vierkante kilometer groot met bijna vier miljoen inwoners. De voornamelijk Hindoeïstische bevolking is erg vriendelijk en er is volop aandacht voor kunst, dans en muziek. De kust bestaat uit stranden, koraalriffen en mangrovebossen. In het binnenland vind je tropisch oerwoud, savannes en de mooie terrasvormige groene rijstvelden. Door de ligging in de “Ring van Vuur” is er kans op een vulkaanuitbarsting of aardbeving – de laatste beving was op 23 augustus en veroorzaakte geen schade.

REIS: Wij vlogen met Garuda Indonesia van Amsterdam via Jakarta naar Denpasar. Reistijd ongeveer achttien uur. Bij een verblijf van korter dan dertig dagen heb je geen visum nodig.

BESTE REISTIJD: Bali heeft een tropisch klimaat. Het hele jaar door liggen de temperaturen tussen de 25 en 35 graden. Juni, juli, augustus, september en oktober zijn de beste maanden om Bali te bezoeken. Dan ben je buiten het regenseizoen. September is een goede maand voor de mola mola’s.

INENTINGEN: DTP (difterie, tetanus en polio) en hepatitis A (besmettelijke geelzucht). www.reisvaccinaties.nl.

ELEKTRICITEIT: 220V, er worden dezelfde stekkers en stopcontacten gebruikt als in Nederland.

VALUTA: Indonesische Rupiah. Creditcards worden geaccepteerd. Zorg wel voor voldoende contant geld. In Candidasa zijn geldautomaten en een wisselkantoor.

TAAL: Indonesisch. Bij Bambu Divers spreken ze Nederlands en goed Engels.

SOORT DUIKEN: Kantduiken, bootduiken, wrakduiken, nachtduiken. Geschikt voor alle niveaus.

 

Deze reis kwam tot stand in samenwerking met Eigen Wijze Duikreizen. Meer info: www.ewdr.com www.bambudivers.com