Dat het water goed opgewarmd is, is meteen te merken aan het aantal duikers dat op populaire duikplekken te water gaat. In Zeeland is vaak geen parkeerplaatsje meer te vinden en ook de betere zoetwaterduikplaatsen worden druk bezocht. Logisch, duik je ’s winters in het zoete vaak over een kale zandvlakte, in de zomer is deze omgetoverd tot een tapijt in allerlei kleuren groen. Daar zijn dan ook meteen schuilgelegenheden te vinden voor vis en ander onderwaterleven. Nu de watertemperaturen aangenaam zijn kan de duik meteen een stuk langer. Koud krijg je het niet meer, de fles gaat mee tot zo’n 30 bar en de sanitaire stop… nou ja, je weet wel.

In ‘onze’ zoetwaterplas zijn allerlei objecten geplaatst. Van oefenplateau’s tot wrakken en takken en zelfs hele bomen. Enkele jaren terug zijn er op 15 meter diepte drie bomen geplaatst die bijna tot aan de oppervlakte reikten. Twee van deze bomen zijn inmiddels omgekieperd en liggen plat op de bodem. De derde staat met behulp van de boei nog netjes rechtop. Deze boom zal onze eerste stop worden. Het is heel even op de tanden bijten, want we zwemmen op kompas naar de bomen toe en op 15 meter zit je onder de thermocline, met andere woorden, het is er koud. Gelukkig zijn de takken van de bomen het meest interessant en die zitten op het ogenblik bijna allemaal boven deze thermocline.
Gek dat de bruine hydra’s zo heten. In onze plas zijn ze meestal wit, een enkele keer roze
Aangekomen bij de boom wordt er langs de stam een opstijging gemaakt en geleirupsmosdiertjes zweven ons tijdens de opstijging tegemoet. Ze zitten niet echt vast op de takken en door onze bubbles worden ze eruit gekatapulteerd. Eigenlijk zonde want op de zandbodem onder de bomen maken ze geen schijn van kans. Gelukkig zijn we de mosdiertjes al op meerdere, veiligere plaatsen tegengekomen. Met iedere meter die we opstijgen komen we dichter bij de thermocline en het warme water. Dan komen de takken in zicht en gelukkig blijken er nog heel veel mosdiertjes in de takken te hangen. Het is even goed opletten want er zwemt een meerval rond die zo af en toe in deze takken ligt te luieren. Helaas is hij vandaag niet thuis. We zoeken de stam en takken af op zoek naar slakjes. Het zijn er minder dan gebruikelijk maar we vinden wel heel erg veel slakkeneieren en ook nog eens verschillende soorten. Gelukkig maar, het zijn er zoveel dat de boom, na het uitkomen van de eieren weer rijkelijk voorzien zal zijn van slakken.

Net boven de thermocline zien we tot onze grote verbazing zoetwaterkwalletjes zwemmen. Het is begin juni en het water van ‘onze’ plas blijft meestal kouder dan de plassen in de omgeving. Vorige jaren begonnen we pas naar kwalletjes uit te kijken als deze in de omringende plassen al lang gespot waren. Van kwalletjes in de omringende plassen hebben we tot nu toe nog niets gehoord. Aan de andere kant zien we in onze plas ook nog kwalletjes in november, als ze in de omringende plassen al heel lang verdwenen zijn. Het blijft toch een speciale plas. We speuren de takken verder af naar andere interessante zaken. Langzaam wordt ook deze boom in bezit genomen door de quagga-mosselen. Hier en daar groeien sponzen in de boom en die hebben hun plaatsje al eerder veroverd. Gelukkig groeien ze in geval van nood gewoon over de mosselen heen.

Dan valt ons oog op hele kleine uitstulpinkjes op de mosselen. Kijkend door de lens van de camera blijken het hydra’s te zijn. In dit geval groene en bruine hydra’s door elkaar. De eerste keer dat we groene hydra’s echt onder water zien. Meestal worden ze pas achteraf op de foto gevonden. Ze zijn met enkele millimeters ook wel heel erg klein. Gek dat bruine hydra’s zo heten. In onze plas zijn ze meestal wit, een enkele keer roze. Vermoedelijk komt die roze kleur door de prooi die ze vangen. Op heel veel plaatsen in de plas komen zeer grote scholen bloedrode aasgarnalen voor. Ook tussen de takken van de boom hangt een hele grote wolk en we hebben al bruine hydra’s gezien met een bloedrode aasgarnaal tussen de tentakels. Tijdens andere duiken hebben we vaker baarzen gezien die zich ook tegoed doen aan de aasgarnalen. Ze zwemmen de wolk in en trekken hun bek open. Door de onderdruk die wordt gecreëerd, worden de aasgarnalen naar binnen gezogen. Tenminste dat is onze theorie.

Vandaag zien we bij de boom geen enkele baars. We stijgen weer een stukje verder op, meneer meerval is niet thuis, mevrouw baars is niet thuis, maar iets hoger doemt wel een grote snoek op. Ook de snoek heeft de takken van de boom vaak als thuishaven en hangt dan koninklijk tussen de takken. De snoeken die we tot nu toe bij de boom tegengekomen zijn hebben allemaal een aanzienlijk formaat. Ze laten zich niet storen door de uitadembubbels van welke duiker dan ook en zullen hun post alleen verlaten als er echt geen andere oplossing is. Prima kansen voor de onderwaterfotograaf om ze mooi op de foto te zetten. Weer een stukje hoger komen we tussen de mosselen een Ponto Kaspische vlokreeft tegen. Met de komst van de zwartbekgrondel zien we minder vlokreeften maar een beetje speurwerk op de takken levert iedere keer wel wat vlokreeften op. Ze vinden prima schuilgelegenheid tussen de mosselen. Nog een stukje hoger komt het touw van de boei die de boom verticaal houdt in zicht. Bij de knoop verschuilt zich een klein visje. Even goed kijken wat het is. Hé, een klein zonnebaarsje, gek, we komen ze eigenlijk alleen vrij ondiep tegen en dan meestal in een klein schooltje. Hoe zo’n klein zonnebaarsje hier in de middle of nowhere verzeilt raakt, het blijft een vraag.

Inmiddels hangen we al een dik uur in het water en wordt het tijd om de terugtocht te aanvaarden. Iedere keer als we de boom bezoeken ontdekken we andere dingen en hebben we nieuwe vragen. Ons duikplan had nog een tochtje naar een van de hutten voorzien maar gezien de duiktijd van een heel dik uur en een manometer die ver naar links helt beginnen we maar aan de terugtocht, eigenlijk met tegenzin. We zwemmen terug is het groene, door de thermocline, terug naar de bodem, weer het koude water in, is na deze lange duik een onaantrekkelijk idee. We houden de vijf meter aan, hebben we aangekomen bij de instapplaats meteen de veiligheidsstop gedaan en kunnen we het water uit op zoek naar de koffie. Toch verbazingwekkend hoe een oude grote boom in een zoetwaterplas een paar duikers zo lang bezig kan houden…….
