Het waren de pioniers van de duikwereld. In de 19e en een deel van de 20e eeuw doken ze nog niet met trimjackets en persluchtflessen. De echte bikkels zoals de mariniers gingen te water met een Siebe Gorman duikhelm. Gewapend met koperen helm, loodzware schoenen en een flink rug-en borstgewicht daalden de mannen af terwijl ze met een luchtslang verbonden waren met de oppervlakte. Mannen ja, want vrouwelijke duikers waren er toen nog niet. Zelfs Afro-Amerikaanse mannen waren tot de jaren ’50 niet welkom in het Amerikaanse leger, zoals de Hollywoodkaskraker ‘Men of Honor’ vertelt.
Goed, een man ben ik niet en sterk ook niet, maar ik wilde een keer voelen hoe het is om decennia terug in de tijd te gaan. Duikteam IJmond bood die kans bij een workshop helmduiken. Een helmduiker reist niet licht, blijkt uit de uitrusting die is uitgestald op het gras bij Zandeiland 4 in Vinkeveen. Twee grote bufferflessen met 10.000 liter perslucht, twee radio’s voor communicatie met twee helmduikers, een grote handpomp en natuurlijk de helmen met bijbehorende materialen. Ik ga eerst voor een duik met de Siebe Gorman helm, genoemd naar de in 1788 geboren Augustus Siebe, Duitser en duikpionier. Hij bracht de eerste duikhelmen in 1830 de markt en ontwikkelde ze later verder. De helm van het Duikteam IJmond komt waarschijnlijk uit 1945, is het vermoeden. ‘Ze zijn genummerd, maar in de oorlog is een deel van de administratie verloren gegaan. Op basis van de nummers die wel bekend zijn, denken we dat onze spullen uit de jaren ’40 komen,’ vertelt “hoofd aankleding” Simon Visser.
Te groot
Twee mannen helpen me bij het aankleden en dat is nodig ook. Allereerst trek ik het moderne droogpak aan, een van de dingen die in de loop der tijd zijn vervangen. Op het droogpak is een rubberen kraag gemonteerd waarop mijn assistenten de zware koperen schouderplaat vastzetten. De 12 draadeinden van de schouderplaat passen door de 12 gaten in de rubberen kraag. Door de vleugelmoeren aan te draaien, ontstaat een waterdichte verbinding tussen de plaat en het pak. De bovenzijde van het borststuk heeft een schroefdraad waar de helm op past. Helm en schouderplaat wegen samen 24 kilo, maar we zijn nog niet klaar. Ik heb schoenmaat 37. De droogpakschoenen zijn negen maten te groot, maar dat is geen probleem. Ik steek mijn voeten in metalen schoenen die ongeveer 6 kilo per stuk wegen. De heren trekken de bandjes strak aan, daar kan ik niet meer uitschieten. De teller staat nu al op 36 kilo. Ik hoef maar een paar meter naar de ladder te lopen die in het water staat, maar het lijkt een hele tocht.
Door de luchtstroom waait mijn haar voor mijn ogen. Ik krijg het niet weggeblazen en kan nog maar de helft zien.
Er is geen trimslang zoals een sportduiker die heeft. Op mijn helm zit een speciale luchtinlaat. Door aan het ventiel te draaien, doseer je de luchttoevoer. Om lucht af te blazen, moet ik mijn hoofd naar rechts bewegen. Daar zit ter hoogte van mijn oor een afblaasknop met terugslagklep. Alles werkt, de handige leden van het duikteam onderhouden hun spullen pico bello. ‘Onderdelen maken we vaak zelf, want ze zijn zo oud dat je de benodigdheden niet meer kunt kopen,’ vertelt Kees van Hooff. Vroeger kwam de lucht van een tweecilinderpomp die door vier sterke mannen werd bediend. Als ze stopten met pompen, dan had de duiker nog voor ongeveer drie minuten aan lucht in de slangen en het pak zitten. De handpomp werkt nog, maar om het makkelijker te maken is op de pomp een persluchtaansluiting gemonteerd. Kees: ‘Als we bij verenigingen een workshop geven, moeten we uren pompen. Dat is niet te doen.’
Claustrofobisch
Simon draait het frontglas in de helm. Ik sta op van de kruk en wankel tussen mijn twee helpers naar de waterkant. ‘Recht vooruitkijken,’ adviseren ze nog, ‘want als je naar beneden kijkt neem je het gewicht van de helm mee. Bovendien is er niets te zien, want je kunt je hoofd toch niet ver genoeg naar voren buigen.’ De luchtslang is aangesloten, net als de kabel voor communicatie. Aan de waterkant krijg ik voor en achter nog twee loodblokken van ongeveer 16 kilo per stuk omgehangen. De teller staat nu op grofweg 68 kilo. ‘Dit is echt nodig,’ vertelt Simon. ‘De helm is zo groot en bevat zoveel lucht dat je anders niet onder water komt.’ Vinnen heb ik niet. Helmduikers zwemmen of zweven niet, maar lopen over de bodem. Zodra ik in het water sta is het gewicht deels verdwenen. De ademhaling giert me door de keel. Ik ben helemaal van de buitenwereld afgesloten, zeker omdat de communicatie niet goed blijkt te werken. Er zit ruis op de lijn, een probleem dat pas ’s ochtends is opgemerkt. Het idee dat ik zelf de helm niet af kan doen, is niet fijn. Claustrofobisch moet je zeker niet zijn. Helmduiker Bastiaan de Bruijn begeleidt me gelukkig goed. Hij wacht tot ik me wat fijner voel en stapje voor stapje lopen we verder. De helmduikers hebben vooraf een oranje touw vanaf de waterkant naar de voorkant van de bus gespannen. Dat is mijn hulplijn. ‘Achteruitlopen,’ is de instructie. ‘Wie vooruitloopt op de steile helling kan gemakkelijk vallen. Het lukt niet om te klaren met behulp van het neusstukje dat in de helm zit. De v-hoek van de kunststof neusvleugel is te groot voor mijn neus. Ik gebaar naar Bastiaan dat ik niet kan klaren, wat hij weer via zijn radio doorgeeft aan het communicatiecentrum op de kant.
Ik loopt naar de bus en voel opeens dat ik mijn voeten niet meer op kan tillen. Naar beneden kijken werkt dus niet, maar ik ken de duikstek en weet dat ik met mijn voeten onder de metalen kabel ben gehaakt die voor de bus langsloopt. Ik doe mijn voeten iets naar achteren en til ze wat verder op en stap zo op gevoel over de kabel. De voorkant van de bus is de eindhalte. De luchtslang is niet langer. Na een korte fotosessie keren we om en lopen we terug. Ik heb nu het touw nodig om me op de steile gedeelten aan op te trekken. ‘Als er geen touw ligt, kun je je ook vasthouden aan de luchtslang. Die kan dat hebben,’ heeft Simon me voor de duik al uitgelegd. Het water uitklimmen is niet eenvoudig. Zodra ik half uit het water op de ladder sta, verwijderen de behulpzame “aankleedmannen” het borst- en ruglood. Dat scheelt. Als de helm afgaat voel ik me opgelucht: ik kan mijn hoofd weer vrij bewegen. Ik ben 23 minuten onder water geweest, en dat vind ik lang genoeg.
Artikel gaat verder na foto’s
Flexibeler
Helmduiken is een bijzondere ervaring maar niet iets wat ik iedere dag zou willen doen. Wat heb ik bij deze duik een respect gekregen voor de stoere mannen die zich in de 19e en 20e eeuw voor hun werk in dit pak hesen en op grote diepte langdurig aan het werk waren! Ook anno 2019 duiken beroepsduikers nog met een helm. Om het verschil te voelen, maak ik een tweede duik. Deze keer met de moderne Kirby Morgan 37. Ik heb nu mijn eigen neopreen duikpak en eigen neopreen schoentjes aan. Ik krijg een speciale nekseal met een metalen rand om, waaraan de helm wordt vastgemaakt. Mijn voeten steek ik in robuuste laarzen waar enkellood omheen komt. Ik voel me veel flexibeler dan met de loodzware schoenen die bij de Siebe Gorman hoorden. Dan krijg ik de gele helm op. Wat een tegenvaller. De helm weegt slechts 14 kilo maar voelt zwaarder aan dan de 24 kilo van de Siebe Gorman. Dat komt omdat het gewicht helemaal op je hoofd rust, terwijl het bij de andere helm over je schouders wordt verdeeld.
Op mijn rug draag ik nu een 5-literfles. De helm heeft een speciale bailout-aansluiting. Als er iets misgaat met de luchttoevoer van de kant, kan ik overschakelen op de fles. Ook zit er rechts op de helm een knop waarmee ik de luchttoevoer richting het glas kan regelen. Zo kan ik voorkomen dat het glas van het masker beslaat. Een tegenvaller: zodra ik onder water een paar stappen heb gezet, voel ik water bij mijn kin. De nekseal is eigenlijk net iets te groot. Ik loop terug naar de kant en daar hoor ik dat ik bovendruk en onderdruk kan creëren door aan de luchttoevoer van de helm te draaien. Het principe is vergelijkbaar met het klaren van je duikbril.
Haar
Ik loop tot aan de bus. Het blokje om je neus te klaren, is bij deze helm van buitenaf te verzetten, dus met deze helm kan ik wel klaren. Het openzetten van de kraan lijkt te werken, maar als ik mijn kin naar beneden beweeg en adem krijg ik toch water binnen. Bovendien waait door de luchtstroom mijn haar voor mijn ogen. Ik krijg het niet weggeblazen en kan nog maar de helft zien. Ik voel me niet helemaal senang. Wat als de helm toch voorbij mijn mond volloopt? Zelfs als ik zou opstijgen is het water niet meteen uit de helm gelopen. Met de communicatie is bij deze helm niets mis, dus geef ik een seintje naar de mensen op de kant. Ik kom terug. Ze geven aan dat ze het gehoord hebben en terwijl ik terugloop, halen zij de kabel van de luchttoevoer en de kabel van de communicatie binnen.
Ik ben blij dat ik het helmduiken een keer ervaren heb. Maar als ik daarna bij een funduik met mijn normale set langs de bus zwem voel ik me heel gelukkig. Wat een bewegingsvrijheid en wat een klein maskertje. Ik prijs me gelukkig dat de ontwikkelingen in duikland de laatste 50 jaar niet hebben stilgestaan.
_______________________________________________________________
Zelf helmduiken?
Duikteam IJmond organiseert regelmatig demonstraties en workshops helmduiken. Dit kan op iedere gewenste locatie. Per dag kan de helmduikploeg een groep van 10 tot 12 duikers onder deskundige begeleiding te water helpen. De geschiedenis zelf ervaren? Zie dan de website van Duikteam IJmond.