Wanneer het beeld op de sensor gelijk is aan of groter dan het gefotografeerde voorwerp, spreken we van een macrofoto. Gelijk is 1:1, vanaf 2:1 en hoger ben je het onderwerp aan het vergroten. Bij fotowedstrijden mag je nog foto’s inleveren in de categorie macro als de afbeeldingverhouding 1:3 is (close-up). Simpel gezegd: een visje van tien centimeter lang beeldvullend op het scherm noemen we nog een macrofoto.
Onderwatermicroscoop
Waar onze ogen onder water tekort schieten, hebben we een camera met een macrolens als hulpmiddel om veel beter te kunnen zien. Ontwikkelingen in de digitale fotografie verleggen constant de grenzen van wat mogelijk is. Details die vroeger alleen onder een microscoop waren te zien, zijn nu in hun natuurlijke omgeving vast te leggen. Als je denkt alles al te hebben gefotografeerd komt er nieuwe apparatuur op de markt die het mogelijk maakt nóg kleinere diertjes te fotograferen. Ook compacte digitale camera’s kunnen hele kleine details eenvoudig vastleggen. Met nog wat extra hulpmiddelen als macrolenzen, teleconverters en voorzetlenzen kunnen we een camera in een ware onderwatermicroscoop veranderen.
Macrofotografie is populair in Nederland. Veel van het onderwaterleven is klein tot heel klein. Hierdoor zit je met de camera heel dicht bij het onderwerp en heb je door de kleine hoeveelheid water tussen lens en onderwerp nauwelijks last van zweefvuil. Soms zijn de omstandigheden zo slecht dat je alleen maar macro-opnamen kunt maken.
Klein gebied
Macrofotografie vindt plaats in een heel klein gebiedje vlak voor de lens. Bij een full frame spiegelreflex is dat gebiedje 3,5 bij 3,5 centimeter, bij compacts en systeemcamera’s nog kleiner. Kleine aanpassingen in de scherpstelling of de positie van de camera en je flitser(s) hebben daarom een relatief grote invloed op het eindresultaat. Om goede macrofoto’s te kunnen maken moet je inzicht hebben in het effect van het diafragma op de scherptediepte. Je moet weten dat het brandpunt van de gebruikte lens invloed heeft op de scherptediepte, net als de afstand van de lens tot het onderwerp. Ten slotte worden macro-opnamen altijd met een of meerdere flitsers gemaakt. Daarom is ook een goede kennis van flitsers en flitstechniek zeer belangrijk.