In januari 1970 verscheen het eerste nummer van Onderwatersport, het bondsblad van de NOB. Het eerste nummer had een afbeelding van twee dubbeltjes op de cover. ‘Dat ging het lidmaatschap meer kosten om het blad mogelijk te maken,’ vertelt Henk. ‘Een besluit dat unaniem door de ledenvergadering is gesteund.’ Voor die tijd ging het bondsnieuws onder andere mee in De Sportduiker van Jelle Ferwerda, maar de behoefte aan een eigen bondsblad groeide al snel. Henk: ‘We hadden alleen geen idee hoe we een blad moesten maken. Daarom ging ik in de leer bij Wil Plooster, een journalist. Die eerste jaren schreven we samen de stukjes.’ HES van Schoonhoven maakte het eerste logo voor het blad door loodzetsel te fotograferen door een wateroppervlak. Het blad werd helemaal met de hand gemaakt. De adressen stonden op zinkplaatjes en die moesten per stuk met de hand worden afgedrukt. Anna van Vlimmeren had voor de productie een kamer in hun huis in de Haagse Balistraat ingericht. Zij deed daar ook als vrijwilliger al jarenlang de ledenadministratie en duikreizeninformatie voor de NOB, tot in 1972 het bondsbureau werd opgericht.
Opvallend is dat de thema’s in het blad van toen nog ongeveer hetzelfde zijn. Nou ja, behalve een dan. Van HES kwam het idee om in iedere uitgave een glamourfoto van een duikster in duikpak te plaatsen. Naar zijn zeggen om de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke duikers onder de lezers te compenseren. In deze tijd ondenkbaar. Henk bleef (in zijn vrije tijd) hoofdredacteur tot 1989. Daarna begon hij een eigen publiciteitskantoor waarmee hij de acquisitie voor het blad en de duikpromotie ging doen, terwijl Anna de beroepsduikopleidingen in Fort Bovisand (UK) organiseerde. De anekdotes rollen in een oplopend tempo over tafel. Zoals die over het gouden horloge met inscriptie dat hij kreeg van koning Hoessein van Jordanië, voor het houden van lezingen over duiken. Of die keer dat hij bij Cadaques aan de Costa Brava ging duiken met Anton Stobbe die een beeldschone vrouw had. ‘Op een dag vroeg een wandelaar of ze voor hem wilde poseren. Die gekke mijnheer met die snor wil mij schilderen, zei ze tegen haar echtgenoot. Betalen wilde hij niet, maar ze mochten wel in zijn huis komen in Port Lligat. Die “gekke mijnheer” bleek Salvador Dali te zijn.’
Behalve NOB-erelid is Henk van Vlimmeren ook erelid van Baracuda, Scaldis en Dolfijn die hij mede heeft opgericht. Duiken doet hij niet meer, maar hij volgt het blad nog wel en heeft een andere oude passie opnieuw omarmd: zijn 89e verjaardag vierde hij met een parachutesprong. ‘Als ik 90 word, doe ik het weer.’