Leestijd: 6 minuten

De lente ligt ver achter ons en veel duikers hebben al mooie duiken gemaakt. Hoewel de temperaturen boven water heel aangenaam zijn, kunnen ze onder water wat aan de frisse kant zijn. Zeker in het zoete water waar de thermocline nog dicht bij de oppervlakte ligt.

Iedere duiker verheugt zich op het terugkerende onderwaterleven. Een van de eerste dingen die op zal vallen, zijn de slingers van baarseieren die je in het ondiepe overal tegen kan komen. Zolang ze maar niet op de grond liggen is de ontwikkeling van de baarsjes week na week te volgen. De planten beginnen weer te groeien en de eerste slakjes laten zich zien. Iedere week wordt het groener en zijn er meer dieren te zien. De gemiddelde duiker loopt het water in, zet z’n masker op, vinnen aan en verdwijnt onder water. Als de lucht op is, het toch nog frisjes wordt of een sanitaire stop zich opdringt is het weer tijd om het water te verlaten. Vinnen uit, masker af en snel het water uit. Veel duikers vergeten dat er boven water ook allerlei waterleven bezig is met de lente. Ja, we zijn duikers en steken het liefst zo snel mogelijk onze kop onder water, genieten van het onder water zijn. Het onderwaterleven, de objecten of gewoon de rust onder water, ieder geniet op zijn eigen manier.

 

Toch loont het de moeite om voor of na de duik eens rustig te kijken over het water, in een rietkraag of aan de waterkant. Met een snorkeltje is ook de zeer ondiepe waterkant prima te doen. Hier zal je waterplanten tegenkomen die dieper niet te vinden zijn. Ook dieren die zowel boven als onder water kunnen leven of dieren die de wateroppervlakte of in ieder geval het water nodig hebben om te kunnen (over)leven. Libellen, waterjuffers, broedende watervogels, kikkers, met heel veel geluk salamanders, allemaal te vinden in het ondiepe of aan de waterrand.

 

De watervogels

Voor de meeste duikers zijn een eend of zwaan niets uitzonderlijks. Vaak is een fuut en aalscholver ook nog wel uit elkaar te houden. Ook de gewone reiger is tegenwoordig een veel geziene vogel. Hij staat vaak verscholen tussen de oevervegetatie, op jacht naar een visje of kikker. Bij veel zoetwaterplassen behoren deze vogels tot de inboedel. Als een witte reiger opduikt wordt het een ander verhaal, dan willen alle hoofden nog wel eens die kant opkijken. Hoewel hij steeds vaker gespot wordt blijft het een niet alledaagse verschijning. Dat is al helemaal het geval als er een ijsvogeltje opduikt, een van de mooiste vogeltjes van Nederland. Veel watervogels steken hun kop onder water om aan hun dagelijks kostje te komen, dit zijn de watervogels die van plantaardig materiaal leven en grazen van de onderwaterplanten. Andere watervogels gaan onder water op jacht, ze vliegen letterlijk onder water op zoek naar een visje, kreeft of kikker. Voor duikers een rare gewaarwording als je ineens een vogel voorbij ziet vliegen. Wat opvalt is dat ze vreselijk snel zijn maar dat zal ook wel moeten als je een visje wil vangen. Helaas loopt het niet altijd goed af, vissers willen nog wel eens een lijntje verliezen en als daar toevallig wat aas aan zit dat op een visje lijkt.

 

Het ijsvogeltje is een van de mooiste vogeltjes van Nederland. Ze zitten vaak op een overhangende tal aan de waterkant speurend naar een visje onder water

 

Amfibieën

Er zullen weinig duikers zijn die onder water al eens een levende kikker gezien hebben. Ze zijn te voorzichtig en zijn al weg lang voordat we ze als duiker hebben gezien. Kikkers aan de waterkant is een ander verhaal, veel geduld en heel stil zijn is het motto. Met een snorkel maak je weinig geluid en met veel geduld lukt het om kikkers stilletjes te bekijken bij hun dagelijkse werkzaamheden. In het zonnetje opwarmen, af en toe een kwaak laten horen en wat vliegend gedierte wegvangen. Tenminste als het nog geen paartijd is.

 

Tijdens de paartijd, die ergens in april begint, zijn de kikkers een stukje minder voorzichtig en gaan de mannetjes al kwakend op zoek naar een vrouwtje. De bevruchte eitjes, het kikkerdril, worden tussen de waterplanten gelegd. Het dril van een kikker herken je aan de klomp waarin ze deze leggen, omhuld in een geleiachtige massa waarin de eitjes prima zichtbaar zijn. De eieren van de pad liggen in een sliert.

 

Pad of kikker?

Omdat padden en kikkers niet alledaagse kost zijn voor de meeste duikers, nog even wat verschillen, zodat je volgende keer weet wat je ziet. Padden overwinteren in holletjes en dergelijke op het land om in het voorjaar in de nachtelijke uren naar water te trekken voor de voortplanting. Kikkers kunnen de winter prima doorbrengen onder water. Met het kouder worden van het water vertraagt de stofwisseling en gaan ze over op huidademhaling. Zodoende kunnen kikkers ook onder een bevroren wateroppervlak overleven. Met het warmer worden van het water worden de kikkers wakker en verschijnen aan de oppervlakte om met hun kikkerconcert te beginnen. Voor de één een prachtig concert, voor de ander een hel en weer een slapeloze nacht.  Kikkers hebben een vochtige gladde huid en een slanke lichaamsbouw terwijl padden een wrattige droge huid hebben en een plompe lichaamsbouw. Kikkers zijn goede zwemmers met lange achterpoten en zwemvliezen waarmee ze ook prima kunnen springen. Padden hebben korte achterpoten en hoewel ze kunnen springen lopen ze meestal een beetje onhandig rond. Af en toe wordt er onder water wel eens een dode kikker gevonden. De kans is groot dat deze kikker net te ondiep heeft gezeten en in de winter is bevroren of hij heeft onder water in een holletje gezeten waarbij de zuurstof in het water niet toereikend is geweest voor de huidademhaling.

 

Libellen en waterjuffers

Omdat libellen en waterjuffers familie van elkaar zijn is de lichaamsbouw vrijwel hetzelfde, twee paar vleugels aan de romp en een lang smal achterlijf dat bij libellen breder en platter is. De libellen zijn robuuste grote vliegers, de waterjuffers zijn kleiner en eleganter. Hoewel de volwassen dieren boven water leven kun je de larven onder water tegenkomen. Ook onder water zijn de larven van libellen veel groter en robuuster. Beide larvensoorten zijn jagers en leven van kleine waterdiertjes. Hoewel onder water beide larvensoorten niet moeders mooiste zijn, zijn ze als volwassen dier prachtig om te zien. Beide soorten hebben het water nodig om hun eieren af te zetten.

 

Waterjufferlarve. Onder water niet moeders mooiste maar als volwassen dier een elegante vliegen

 

Zoogdieren

Na een lange afwezigheid zijn in 1988 de eerste bevers uitgezet in Nederland. Inmiddels gaat het bijzonder goed met de bever en zo hier en daar dringt zich de vraag op of het niet te goed gaat en ze langzaamaan een plaag aan het worden zijn. We zullen het aan de deskundigen overlaten. Hoewel de bever een schuw dier is lijkt het erop dat ze steeds meer aan mensen wennen. Kwamen ze vroeger pas in de schemering tevoorschijn, kun je ze nu overdag al zwemmend en knagend aantreffen. Onder water zal het lastig worden om te tegen te komen, we maken simpelweg te veel geluid. Weet je de burcht te vinden die boven water niet altijd te herkennen is dan kun je de snorkel erbij halen en dan is het weer stilletjes afwachten. Misschien komen ze tevoorschijn om aan een takje te gaan knagen of om hun “huis” met takjes te versterken.

 

Bevers zijn inmiddels algemeen in waterrijke gebieden. Als duiker zul je ze alleen met veel geluk tegenkomen

 

De rest

De lijst van dieren die op, aan of een gedeelte van hun leven onder water doorbrengen is eindeloos. Kevers, schietmotten, muggen en ja, zelfs spinnen. Sommige dieren kun je in dieper water aantreffen, voor andere moet je ondiep zijn of zelfs aan de wateroppervlakte. Kijk eens onder wat leliebladeren of over de wateroppervlakte in het ondiepe. Die snorkel is dan toch wel handig. Er zwemmen, lopen en vliegen heel veel dieren die in eerste instantie niet gelinkt worden aan duikend Nederland maar bijna altijd in, op of aan het water te vinden zijn.

 

Verloren vislijnen kunnen vogels fataal worden