Scheepswrakken hebben allemaal hun verhaal, waarbij het ene wat heldhaftiger is dan het andere. Maar elke geschiedenis is het waard om te onderzoeken, ook al heeft het betreffende schip een roemloos einde gekend. Een verloren schip komt dan weer tot leven. De bodem van de Middellandse Zee voor de kust van Zuid-Frankrijk ligt bezaaid met roemruchte wrakken. De Donator, Le Grec, Rubis. Minder bekend maar net zo mooi is de Benzène. Ze ligt nog lekker ondiep ook.
De Benzène ligt al sinds 1967 in de haven van het Zuidfranse eilandje Île du Levant, zo’n vijftien kilometer uit de kust van Le Lavandou. Het werd bijna vijftig jaar geleden afgezonken als kunstmatige havenpier om de haven te beschermen tegen golven. Vooral tijdens de krachtige mistral die uit het Rhônedal komt waaien, beuken zowel de zee als de windvlagen bij voortduring op haar flanken en het bovendek. Na al die jaren raakt het scheepskarkas langzamerhand vermoeid en begint het uit elkaar te vallen. Nog even en het zal geheel onder water verdwijnen.
De tanker in betere dagen (foto: Franse marine).
Ultimatum
De zestig meter lange Benzène werd in 1936 gebouwd om brandstof te vervoeren. De tanker deed dienst bij de Franse marine onder het registratienummer A633. In de tweede wereldoorlog, op 3 juli 1940, lag de Benzène met een aantal andere schepen van de Franse marine in de haven van Mers el-Kébir, in Algerije. In haar gezelschap waren de oude slagschepen Provence en Bretagne, de moderne slagschepen Dunkerque en Strasbourg, een schip dat watervliegtuigen aan boord had en zes torpedojagers. Frankrijk had een wapenstilstand getekend met Duitsland. Engeland, dat er nu alleen voorstond, was bang dat de Franse schepen zich zouden aansluiten bij Duitsland. De Engelsen stuurden daarop een zeemacht naar Mers el-Kébir en leverden een ultimatum af bij de Franse commandant. De Fransen moesten hun schepen inleveren of demilitariseren, anders zou de Britse vloot het vuur openen. Aangezien de Fransen niet reageerden op het ultimatum opende de Engelse vloot om vijf uur in de middag het vuur op haar voormalige bondgenoot. De Fransen, met hun rug tegen het vasteland, konden geen kant op. Bij deze enigszins controversiële actie sneuvelden 1297 Fransen en raakten 350 gewond. De Benzène overleefde het gevecht en werd in november 1942 weer ingezet bij een zeeslag. Echte wapenfeiten verrichtte ze niet.
Tijdens haar loopbaan werd de A633 meerdere keren verbouwd, zoals vaker gebeurde met dit soort schepen. Maar na dertig jaar dienst werd haar een andere rol toebedeeld. De kleine haven van Île du Levant werd sinds een paar jaar beschermd door het wrak van de Polyphème, maar dit was niet voldoende om de veiligheid van de aanlegsteiger te borgen. De Benzène werd aangewezen om in het verlengde van dit wrak te worden gelegd. Vanaf dat moment bepaalden twee roestige wrakken jarenlang het havenbeeld van het idyllische vakantie-eiland. De Polyphème is inmiddels geheel verzwolgen door de Middellandse Zee en is in de jaren tachtig bedekt door grote stenen die haar beschermende taak hebben overgenomen. De Benzène doet nog steeds trouw dienst maar verdwijnt zienderogen onder de zeespiegel.
Het wrak heeft zich ontpopt als een prachtig kunstrif.
Doorkijkjes
Het wrak heeft zich ontpopt als een prachtig kunstrif. De maximum diepte bij het roer bedraagt zes meter. Je kunt er al duikend lang verblijven en het is er licht, vol met kleuren. Op sommige plekken kun je het wrak nog in, alhoewel steeds meer ijzeren platen los raken en een gevaar vormen voor duikers. Maar ook zonder het wrak binnen te gaan heb je het meest prachtige uitzicht op ladders, buizen en ketels. Het gevaarte biedt fantastische en fotogenieke doorkijkjes. De Benzène is op sommige plekken volledig begroeid met parasolwier, terwijl er veel vissoorten in en om het schip gedijen. Vooral jongere dieren hebben hier een veilig heenkomen gevonden. Scholen oblada’s zwemmen heen en weer over het dek, slijmvisjes verstoppen zich in de openingen, inktvissen komen soms spontaan tevoorschijn en af en toe kun je een verdwaalde tandbaars spotten. Zee-egels en zeesterren klampen zich vast aan het karkas terwijl gekleurde girelles zenuwachtig om je heen bewegen. Op en boven het zand rondom het wrak vind je grote pietermannen, gevlekte dwergtarbots en jonge sepia’s. Zelfs voor verwende duikers en fotografen is zo’n ogenschijnlijk onbeduidend wrakje, verrassend interessant en mooi.
In de nacht komt de Benzène nog veel meer tot leven. De vele schorpioenvissen die zich overdag schuil houden worden bij het invallen van de nacht actiever en gaan onverschrokken op jacht. Kleine congeraaltjes kronkelen over het zand en scholen calamares patrouilleren rondom de Benzène. Heel bijzonder aan hun formatie is dat alle inktvisjes vooruit zwemmen, behalve de achterste: die zwemmen achteruit om het kielzog van de school in de gaten te houden. Ook kleine sidderroggen en pijlstaartroggen komen in de buurt van de Benzène zodra het donker is. Op het moment dat je als duiker in de handen klapt verschijnen er sterren en vonken in het water. Dit magische effect wordt veroorzaakt door fluorescerend plankton.
De Benzène beschermt het haventje van Île du Levant.
Nieuw begin
Wanneer een schip een wrak wordt, betekent dit niet altijd het einde. Soms is het juist een begin. Dit is ook het geval bij de Benzène. Doordat ze zo dicht bij de oppervlakte ligt, hebben zowel beginnende als gevorderde duikers er plezier van. Ook snorkelaars kunnen hier van alles ontdekken. Omdat duiken in havens verboden is, moet je het schip van de veilige noordzijde benaderen. Dat kan vanaf een boot, maar ook gewoon vanaf de kant. Het is typisch een wrakduik voor iedereen. Het is een onopvallend, roestig en lelijk ogend gevaarte dat onder water voor een ware betovering kan zorgen. Coördinaten: 43°00,98’N 06°25,99’E
____________________________________________
Île du Levant
Île du Levant, Port Cros en Porquerolles zijn de drie eilanden die samen de Îles d’Hyères worden genoemd. Het is een prachtig (en beschermd) duikgebied met wrakken, steile wanden vol gorgonen en grote velden zeegras. Sinds er niet meer wordt gejaagd zijn de tandbaarzen weer terug. Île du Levant is bereikbaar vanuit Hyères en Le Lavandou. Het eilandje is acht kilometer lang en twee kilometer breed, en voor het grootste deel militair terrein. Dat is niet toegankelijk voor het publiek. In het toegankelijke deel wonen ongeveer honderd permanente bewoners. Er zijn hotels en B&B’s. Voor je een vakantie boekt naar Île du Levant: hou er rekening mee dat – behalve in de haven, het dorpsplein van Héliopolis en de restaurants – wordt verwacht dat je naakt loopt.