Leestijd: 5 minuten

Als je als duiker in Limburg woont dan is ‘even’ naar Zeeland rijden voor een duikje geen optie. Wat doe je dan? Je gaat op zoek naar zoetwaterplassen die de moeite waard zijn.

Limburg is gelukkig rijk aan zoetwaterplassen, sommige in verbinding met de Maas, andere niet. De ene is inderdaad de moeite waard, de andere niet. Hoewel er een aantal duikende – we zullen het even algemeen samenvatten – biologen zijn, springen de meeste van hen het zoute water in. Een enkele bioloog wil nog wel eens, als er iets interessants gevonden is, in het zoete water springen. De meeste biologen die zich bezighouden met het zoete water doen dit vanaf de oppervlakte of langs de waterkant. Als fervente zoetwaterduikers weten we dat er dan wel eens iets gemist wordt.

Inmiddels zijn zeker de eenvoudigere camera’s met onderwaterhuis betaalbaar en springen er steeds meer duikers met een cameraatje het water in. De een om gewoon een fotootje te maken, de ander om de mooiste foto ooit te maken en weer een ander om te kijken wat er zoal te vinden is onder water. Zo hebben we inmiddels een archiefje met foto’s waarvan pas na heel lang zoeken een zoetwaterbioloog kan vertellen wat er op de foto staat en zelfs foto’s waarvan nog niemand heeft kunnen vertellen wat erop staat. Het staat als een paal boven water dat het zoete water vaak nog onderbelicht is.

 

De paarse poel, een opgelost onderwatermysterie.

Paarse poel

In onze thuisplas, de Boschmolenplas, komen we in de ondiepere delen een paarse poel tegen. Hij ligt diep genoeg om niet verstoord te worden door de wind en kan daardoor wekenlang zichtbaar blijven maar als je niet weet waar en hoe te kijken zou je er ook nog zo overheen kunnen zwemmen. Zeker is dat hij ieder jaar opnieuw verschijnt. Hij ligt verscholen tussen de waterplanten en er groeien zelfs planten in maar of die het overleven…? Als we zeggen ‘paarse poel’ dan bedoelen we letterlijk paars. Van de duikers had niemand enig idee hoe die paarse poel daar nu kwam totdat een boven water bioloog met het verlossende antwoord kwam, zwavelwaterstof. En ja, als je deze plas een beetje in beroering brengt, ruik je rotte eieren.

 

Maar hoe komt die plas daar? Het antwoord is geloofwaardig en eigenlijk ook logisch. Blijkbaar zit er in de diepere lagen van de bodem nog veengrond. Veen ontstaat door… rottend organisch materiaal. Bevat dit materiaal zwavelhoudende stoffen dan kunnen die vrijkomen waardoor waterstofsulfide ontstaat. Dit borrelt langzaam omhoog naar de bodem van de waterplas en voilà, een paarse poel.

 

De paarse alg? Of Vaucheria dichitoma, het echte antwoord blijft uit.

Paarse algen

Enkele jaren geleden, van het ene op het andere jaar, kregen we in onze thuisplas een nieuwe alg erbij. Een onderwaterplantendeskundige determineerde deze alg als Vaucheria dichitoma die geen Nederlandse naam heeft. Deze alg groeit in de diepere delen van de plas, daar waar het voor de meeste onderwaterplanten te diep is. Leuk, geen zandbodem meer maar een algensoort die de bodem bedekt. Op een dag besloten we weer eens een diepe duik te maken. De diepere delen van de plas hebben mooie steile wanden en hier en daar is een wrakje te vinden. Richting de mooie wanden zwem je over deze algen heen. Met het toenemen van de diepte wordt het donkerder onder water en de duiklamp ging aan. Toen openbaarde het spektakel zich. Ja, alweer paars, de toppen van deze alg waren allemaal omgeven door een paars ‘iets’. Tot op heden weten we niet wat het is. Bij uitvergroting van de foto’s lijkt het op allemaal kleine haartjes, daarom denken we zelf dat het weer om een ander soort alg gaat maar dat is speculatie van onze kant.

 

We noemen ze de paarse eitjes, maar het is al meer dan tien jaar onduidelijk wat het echt is.

Paarse eitjes

We blijven nog even in de paarse tinten. Duikend in verschillende plassen in Limburg draaien we af en toe wat stenen om die daarna uiteraard weer netjes terug te leggen. Platwormen, bloedzuigers en in de lente de eitjes van sommige vissoorten zijn vaak onder de stenen te vinden. Tot op een dag tot onze verbazing een, ja alweer, paarse massa tevoorschijn kwam. Allemaal bolletjes die door een witte structuur bijeen gehouden worden. Deze massa vonden we in de zomer in onze thuisplas en de dag erna in een andere plas. Na rondvraag bij verschillende zoetwaterbiologen, plaatsing op internet enzovoorts, weten we nog steeds niet wat er op de foto staat. De enige roze/rode eitjes die wij van het zoete water kennen zijn van de rivierdonderpad maar ‘onze eitjes’ zijn veel kleiner met een totaal andere structuur. Vooralsnog gaan we ervan uit dat dit eitjes zijn, maar ook dat is speculatie van onze kant.

 

Het waternetje, misleid door het zand was het in eerste instantie niet duidelijk dat het om een alg gaat.

Waternetjes

Duikers die de frog kick niet onder controle hebben kunnen stof maken, veel stof. Toch zie je ook in plassen waar weinig of niet gedoken wordt waterplanten wel eens onder het stof zitten. Dieren, golfbeweging of de wind zullen daarvan de oorzaak zijn. In de zomer vonden we ‘waternetjes’, zoals wij ze noemen. Alleen in deze periode hebben we de waternetjes gevonden. Zeskantjes, allemaal aan elkaar geregen tot een netje. Geel van kleur en het leek of deze netjes van zandkorrels gemaakt waren. Na enig speurwerk op internet bleek dit toch een algensoort te zijn, Hydrodictyon reticulatum, Nederlandse naam, ja hoor: waternetje. De gele kleur bleek inderdaad van zandkorrels en ander aangroeisel te zijn. Hoe die zandkorrels op het waternetje komen blijft een raadsel maar in originele staat is het waternetje groen.

 

De onderwaterpaddenstoelen, zelfstandig organisme of onderdeel van de boom, niemand heeft het ons nog kunnen vertellen.

Onderwater paddenstoelen

In onze thuisplas worden takken en zelfs complete bomen onder water gezet. Voor veel dieren biedt dit schuilgelegenheid en plek om zich op vast te hechten. Inmiddels staan er heel wat takken en om de zoveel tijd worden nieuwe takken geplaatst omdat ze simpelweg vergaan. In de lente zijn er eieren van de baars te vinden. Zo af en toe hangt er een snoek of zelfs een meerval tussen de takken. Sommige kokerjuffers hechten zich vast aan de takken en natuurlijk begroeien ze vroeg of laat met mosselen. Vaak verschijnen de slakjes als eerste, verbazingwekkend hoe snel deze op de takken terecht komen. Voordat de begroeiing verschijnt gebeurt er van alles met de tak of de boom. Soms verschijnt er een witte schimmel en soms verschijnen er dingen waarvan we (nog) niet weten wat het is. Bij een pas geplaatste boom vonden we paddenstoelen, zoals wij ze noemen. Ronde structuren op de bast van de boom, anders dan de bast zelf. We hebben even gedacht aan spons maar de structuur van zoetwaterspons is anders en deze groeivorm hebben we voor spons ook nog nooit gezien. Wat het wel is? Het is moeilijk te zeggen en te zien of deze structuren bij de boom horen of dat het een zelfstandig organisme is.

 

Het zoete water geeft haar geheimen niet altijd even gemakkelijk prijs. Voor duikers die zoet water saai vinden, ons archiefje met ‘unknown’ is nog lang niet leeg. Zo af en toe is er een zoetwaterbioloog die het verlossende antwoord heeft en kan een mapje met foto’s een eigen naam krijgen. Vaak staat er dan weer een nieuwe foto met ‘iets’ erop in het mapje ‘unknown’. Zo blijft ook dat mapje altijd rijkelijk gevuld.