De Onverwachte Boompjesslak
Een nieuwe soort Boompjesslak

Het ARISE-project van Naturalis Biodiversity Center streeft ernaar de gehele Nederlandse biodiversiteit opnieuw in kaart te brengen. Daarbij wordt ook geprobeerd een DNA-profiel vast te leggen van alle in Nederland voorkomende meercellige planten en dieren. De auteur van dit artikel, vrijwilliger bij Naturalis en expert op het gebied van de Nederlandse onderwaterfauna, verzamelde in 2020 boompjesslakken voor het ARISE-project. In eerste instantie werd gedacht dat het om een al bekende soort boompjesslak ging: de Kleine boompjesslak Dendronotus frondosus. Met behulp van DNA-onderzoek werd toen al vastgesteld dat het echter een geheel nieuwe, nog niet beschreven soort boompjesslak was. Deze soort is uiteindelijk in 2023 wetenschappelijk beschreven: Dendronotus keatleyae n. sp.. N. sp. staat voor ‘Nova species (Latijn)’ oftewel, nieuwe soort. Deze zeenaaktslak is tot nu toe alleen nog maar bekend van een klein verspreidingsgebied in Noordwest-Europa. Qua uiterlijk komen de Kleine boompjesslak en Dendronotus keatleyae sterk overeen.
Een nieuwe Nederlandse zeenaaktslak verdient ook een Nederlandse naam. Om de communicatie over deze soort met iedereen in het Nederlandstalige gebied eenvoudiger te maken, is voorgesteld om deze soort de volgende Nederlandse naam te geven: de Onverwachte boompjesslak. We kiezen voor deze naam omdat we dachten dat de Nederlandse populatie aan boompjesslakken door het vele wetenschappelijke onderzoek van de recente jaren op dit gebied al helemaal en tot in detail was uitgeplozen. We hadden nooit verwacht dat er nog een soort, de Onverwachte boompjesslak dus, aan onze faunalijst zou worden toegevoegd. Het is de zeventigste soort zeenaaktslak die in Nederland is waargenomen.

Tot nu toe is deze soort alleen nog maar in de buurt van de Eerste pijler van de Zeelandbrug bij Zierikzee in de Oosterschelde aangetroffen. Althans, het betreft dan exemplaren die op basis van DNA-onderzoek, met zekerheid zijn gedetermineerd. Onderwater en op foto’s zijn de Kleine- en de Onverwachte boompjesslak zeer lastig van elkaar te onderscheiden. Typische exemplaren van de nieuwe soort kunnen herkend worden aan kleine gele tot vuilwitte vlekken op de vele uiteinden van de vertakte cerata en de schedes van de rhinoforen. Maar dit kenmerk is variabel en niet altijd goed herkenbaar aanwezig. En hoewel het een recent beschreven soort is lijken de eerste waarnemingen erop te wijzen dat de Onverwachte boompjesslak veel algemener aanwezig is in de centrale Oosterschelde dan de Kleine boompjesslak.
De ontdekking van deze soort geeft opnieuw aan dat de biodiversiteit in de Oosterschelde groter is dan verwacht. Met name door het DNA-onderzoek van het ARISE-project zijn hier al meerdere nieuwe soorten, die nog niet door de wetenschap beschreven zijn ontdekt.
Meer informatie over de Onverwachte boompjesslak en zijn ontdekking is te vinden op www.naturetoday.com en ook op www.blauwtipje.nl en in de Blauwtipje App.
De Ruwe wratslak
Geen nieuwe zeenaaktslak, maar wel een nieuwe wetenschappelijke naam

Er is meer nieuws van het front van de Nederlandse zeenaaktslakken. Het betreft de Ruwe wratslak. Deze soort is in het late voorjaar van 2020 voor het eerst in de Oosterschelde waargenomen. In de jaren daarna is het aantal waarnemingen geëxplodeerd en ook dit jaar zijn er duizenden Ruwe Wratslakken in de Oosterschelde aangetroffen. Ondertussen heeft de soort zich ook in het Grevelingenmeer gevestigd. In eerste instantie gingen we ervanuit dat de wetenschappelijke naam van de Ruwe wratslak Doris ocelligera zou zijn. Dat is een soort die oorspronkelijk wetenschappelijk is beschreven met enkele exemplaren die in Italië zijn verzameld. En onze Ruwe wratslak lijkt daar heel sterk op.
Het ARISE-team van Naturalis Biodiversity Center heeft een paar jaar geleden het DNA van enkele Nederlandse exemplaren van deze soort onderzocht en toen werd al meteen duidelijk dat het DNA-profiel niet overeenkwam met exemplaren van Doris ocelligera die in Zuid-Europa waren verzameld en onderzocht. Voorlopig hadden we toen de wetenschappelijk naam voor de Nederlandse Ruwe wratslakken aangepast naar Doris cf. ocelligera. Cf. is de afkorting van het Latijnse confer, wat ‘lijkt op’ betekent.

Dit voorjaar heeft een Frans onderzoeksgroep een wetenschappelijk artikel gepubliceerd waarin ze hun taxonomisch onderzoek naar een aantal Europese wratslakken heeft beschreven. Zij kwamen ook tot de conclusie dat de populatie aan Europese wratslakken waarvan we oorspronkelijk dachten dat ze tot één soort, Doris ocelligera, behoorden opgesplitst moest worden in twee soorten. De tweede soort hebben ze Doris berghi, genoemd. Niet geheel onverwacht, bleek Doris berghi zoals zij die hebben beschreven hetzelfde DNA-profiel te bezitten als onze Ruwe wratslak. Dus moeten we voorlopig Doris ocelligera van onze faunalijst schrappen en vervangen door Doris berghi. Een nieuwe Nederlandse naam hoeven we voor deze soort niet te verzinnen. Het blijft gewoon de Ruwe wratslak.
Meer informatie over het onderzoek en de beschrijving van de Ruwe wratslak Doris berghi is te vinden in de originele wetenschappelijke publicatie en op de website en in de app van Blauwtipje.nl.
Beide nieuwtjes over de Nederlandse zeenaaktslakken populatie geven aan dat ook in onze kustwateren er soorten aangetroffen kunnen worden die nog niet wetenschappelijk beschreven zijn. En dat is niet alleen van toepassing op zeenaaktslakken. Het ARISE-project heeft er in een paar jaar al heel wat gevonden.
De Kameleongrondel
Een nieuwe exotische vissoort in de Nederlandse kustwateren

Op 15 juni 2024 publiceerde de auteur van dit artikel, Peter H van Bragt, namens Naturalis Biodiversity Center, op NatureToday een Natuurbericht over de ontdekking van een nieuwe vissoort in de zuidwestelijke Delta: de Kameleongrondel Tridentiger trigonocephalus. Sportduikers en -sportvissers hebben meerdere exemplaren van deze van oorsprong Aziatische grondelsoort aangetroffen in het Grevelingenmeer en gevangen in het Europoortgebied.
De kameleongrondel is een grijsbruine vis van maximaal 12 cm. Het heeft kenmerkende lichtere vlekjes op de onderste helft van de kop en twee zwarte lengtestrepen, waarvan één over het midden van de snuit tot de staartvin loopt en de andere langs de basis van de rugvinnen. De vis kan snel van kleur veranderen, waardoor de lengtestrepen minder opvallen. De rugvinnen zijn horizontaal bruin gestreept met lichtere vlekjes en een dunne gele streep op de bovenrand. Het is hier waarschijnlijk door scheepvaart de afgelopen jaren gearriveerd. Een onderzoeksgroep van Wageningen Research University heeft in 2023 al DNA sporen van deze soort in watermonsters van het Europoort gebied aangetroffen. Toen waren er nog geen levende vissen waargenomen.

Elders op de wereld vormt de vis een bedreiging voor de inheemse biodiversiteit. Wereldwijd leeft de soort in zoet, brak en zout water, vaak in verstoorde milieus. Het is nog afwachten hoe de kameleongrondel zich verder in Nederland zal verspreiden, maar de vele verstoorde milieus die we hier hebben bieden veel potentieel. De vis leeft vooral ondiep, verscholen tussen oesters en stenen. Of de soort zich hier ook explosief gaat vestigen, zoals andere exotische grondels al eerder gedaan hebben, is nog de vraag. Maar die kans is helaas reëel aanwezig.
Meer informatie over de Nederlandse waarnemingen van de Kameleongrondel is te vinden op www.naturetoday.com.
De Gladde snavelneut
Een oprukkend exotisch schelpdier nu ook in het Grevelingenmeer

Op 21 juli 2024 publiceerden Marco Faasse en Renate Ollie in samenwerking met Stichting ANEMOON op de website van NatureToday een Natuurbericht over de opmerkelijke verspreiding van de Gladde snavelneut Yoldia limatula, in de Zeeuwse Delta. Het is een eenvoudig te herkennen tweekleppig schelpdier met een zijkant die bolvormig is afgerond en de andere zijkant steekt in de vorm van een snavel spits uit. In 2019 dook de Gladde snavelneut, die oorspronkelijk uit Amerika komt, plotseling op in de Westerschelde, voor de Sloehaven. Er werd toen geconcludeerd dat dit dier een onbewust door de mens ingevoerde niet-inheemse soort was: een exoot. Snel daarna werd de soort ook in de Voordelta en in het Noordzeekanaal aangetroffen. Deze dieren houden van slibrijke bodems, eten op de bodem neergedwarrelde voedseldeeltjes en zijn in staat om het sediment om te woelen. In juni 2024 zijn er plotseling een aantal levende schelpdieren waargenomen bij de duikstek Den Osse in het Grevelingenmeer, op een diepte rond de 15 meter. Daar blijken ze voor te komen en zich redelijk thuis te voelen op zuurstofarme plaatsen die voor de meeste organismen juist dodelijk zijn.
In het Grevelingenmeer, op de locatie waar de Gladde snavelneut is aangetroffen was de bodem volledig zwart en lag de omgeving vol dode dieren. Vooral wormen, maar ook zeeanemonen, kleinere kreeftachtigen en zelfs visjes. In dit troosteloze landschap werden echter veel levende exemplaren van de Gladde snavelneut aangetroffen. Ook zijn, op ter plaatse genomen onderwaterfoto’s, levende dieren te zien met lange sifobuizen. Blijkbaar komt op de betreffende locatie een bloeiende populatie Gladde snavelneuten voor die hier leeft onder de ’s zomers zeer zuurstofarme omstandigheden! We blijken er een nogal obscure exoot bij te hebben. Het is echter nog maar de vraag of we hier blij mee moeten zijn.