Leestijd: 5 minuten

Locomotieven, scheepswrakken en geweerpatronen; in Cornwall kun je het onder water gewoon tegenkomen! En ook het onderwaterleven is prachtig. Van juweelanemonen, langoesten en naaktslakken tot John Dori’s, hondshaaien, pollak en de koekkoekslipvis. Als je geluk hebt kun je zelfs een walvishaai spotten. We volgen Roel en Astrid van der Mast die met hun rubberboot de zee rond Penwith en Lizard verkennen.

Al jaren loer ik op dat ene wrak aan de noordzijde van Cornwall. Het is de St. Chamond ofwel het ‘Train Wreck’. Het schip is ruim honderd meter lang. In 1918 is ze getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot U-60 en nu ligt het wrak op een diepte van 26 meter. Het schip is flink uiteengeslagen maar de vracht – die bestaat uit vijf stoomlocomotieven – is nog goed herkenbaar. Om onze RIB (Rigid Inflatable Boat, een rubberboot met harde bodem) aan de noordzijde van Cornwall te water te laten, maken we gebruik van de trailerhelling in Hayle. Dat blijkt een brede maar bijzonder steile helling te zijn. Of onze auto is te licht. Als we met de trailer uit het water rijden, ruiken we de koppelingsplaten… In Hayle kun je drie uur aan weerszijden van hoogwater gebruik maken van de helling en is de vaarweg naar open zee bevaarbaar. Voor de deur ligt namelijk een drempel op de zeebodem waarop grote brekers kunnen staan.

 

Vlag in de wind

We verkennen de vaarweg en zien dat deze met een boog naar open zee loopt. Van hier uit is het nog enkele mijlen varen door Carbis Bay, tot vlak achter St. Ives waar de St. Chamond ligt. St Ives is een artistiek en druk vissersplaatsje waar in de havenmonding een grijze zeehond de binnenkomende vissersschepen in de gaten houdt, in de hoop een visje te kunnen scoren. De coördinaten van het wrak hebben we weer van andere duikers gekregen en eenmaal ter plaatse gooien we het anker uit. Langs de ankerlijn daal ik af en zie halverwege al de contouren van het schip. Onderaan de lijn blijkt ons anker achter de reusachtige krukas te zitten. Geïnteresseerd zwem ik over de krukas en schroefas en geniet van het geweldige zicht, tot ik besef dat de locomotieven niet bij de schroef zullen liggen maar in het vrachtruim, de andere kant op. Geholpen door de stroming vlieg ik richting de laadruimte waar de stoomlocomotieven opdoemen. Ze liggen op hun zijkant. Er staat zo veel stroming dat ik niet stil hangend foto’s kan maken. Ik zet mijn reel op de rem en probeer zo, wapperend als een vlag in de wind, wat foto’s te schieten. De tijd op deze diepte vliegt voorbij. Er ligt nog een zwaar traject terug naar het anker in het verschiet. Dus heb ik maar een paar foto’s kunnen maken als ik aan de terugweg begin. Eenmaal aan boord voeg ik de coördinaten van de locomotieven (50.14.850N, 005.29.908W) en de schroef (50.14.846N, 005.29.929W) toe aan mijn aantekeningen. Zo hoop ik de volgende keer nauwkeuriger te kunnen ankeren.

 

Al in de jaren negentig begonnen we door Groot Brittannië te toeren. Met de tent trokken we langs de kust en genoten van de mooie plekken langs de oceaan. De stranden, golven, kliffen, een gemakkelijke taal en vriendelijke mensen trokken ons erg aan. Subtropisch Hertogdom Cornwall, slechts 650 km vanaf Dover, had de beste papieren. We zijn eraan verslaafd. Tegenwoordig nemen we vaak een camper. Dat geeft veel vrijheid want wild kamperen is toegestaan. Het duiken splitsen we in tweeën: kantduiken en zoals we dit seizoen hoofdzakelijk doen, per boot! De actieradius wordt met gebruik van een boot een stuk groter omdat diverse duikstekken dicht bij de kant niet per auto te bereiken zijn. De gebieden die we nu per boot aandoen zijn het schiereiland Penwith, de meest westelijke punt, en het schiereiland Lizard dat de meest zuidelijke punt van Engeland is.

Kiezelstrand

In het tweede deel van de vakantie verblijven we in Porthkerris, aan een zeer rustige baai in het zuidelijke puntje van Lizard. De wind waait hier meestal aflandig zodat het langs de kust aangenaam vertoeven is. We hebben een ruim appartement gehuurd bij Porthkerrisdivers en een ankerboei voor de boot. Aan de waterkant staan een duikshop, compressorgebouw, toilet, doucheruimte en het Porthkerris Beach café met zijn ‘tasty snacks and meals’ zoals bonen op toast… Geen gedoe meer met dagelijks naar de haven rijden en de boot te water laten. Aan de andere kant: er is geen steiger, alleen een steil kiezelstrand. Dat betekent dat we onze uitrusting wat ongemakkelijk naar de boot moeten zeulen. We besluiten om alleen de flessen en de koelbox uit de boot te nemen en rest in de boot op te slaan.

 

Het voordeel van deze plek is dat er een geweldig huisrif is. Drawna Rock, die enkele meters uit de kust boven water uitsteekt en uit meerdere pinnacles bestaat, herbergt een enorme hoeveelheid prachtig zeeleven. Juweelanemonen, langoesten, kreeft, naaktslakken, John Dori’s, hondshaaien, pollak, koekkoekslipvis; het is er allemaal te vinden. Heb je geluk dan kun je hier ook de basking sharks (walvishaaien) spotten. Vrienden sluiten zich, ook met boot, bij ons aan en samen maken we eerst een verkenningsduik op Drawna Rock. Hoewel je op deze stek de hele dag zou moeten kunnen duiken, komen we toch op een punt waar het aardig hard stroomt. We verzamelen ons in de luwte achter een rots en spreken af dat we laag over de bodem en dicht tegen de rots blijven zwemmen. We passeren wat langoesten in rotsspleten en dan vallen we in een gebied met canyons: hoge rotsen begroeid met kelp met daartussen smalle zandpaden.

 

Geweerpatronen

Vanuit Porthkerris varen we links de hoek om en na een paar mijl hebben we de plek bereikt waar het wrak van de Volnay moet liggen. Op de coördinaten in het boek ‘100 divesites in Cornwall’ vangen we – zoals verwacht – op onze structurescan geen beeld op van een wrak. We scannen het gebied op het gemak af omdat de stroming hier verwaarloosbaar is. Er is geen haast om op tijd in het water te liggen. Na enige tijd zien we twee enorme boilers op de scan, plotten deze positie in de GPS en besluiten op dit punt het anker uit te gooien. De Volnay heeft in 1917 bij de Manacles een contactmijn geraakt en is daarbij zwaar beschadigd. Gehavend maar nog steeds in drijvende toestand heeft zij de baai van Porthallow weten te bereiken en is daar voor anker gegaan. Later is de Volnay op deze plek alsnog gezonken. Wie een beetje geluk heeft kan bij de boiler nog delen van de lading vinden. Het schip vervoerde onder meer hulzen, cordiet en geweerpatronen.

 

We dalen af aan de ankerlijn en zien op een meter of vijftien de contouren van wat ooit de Volnay geweest is. Het zicht op deze plek is iets minder dan verder uit de kust. Maar vanaf deze diepte zie ik toch al de bleke ijszeesterren, vis, winches, delen van een boordkraan en uiteraard de twee grote, mooi begroeide boilers onder mij op 21 meter. Het wrak is lang en breed en, zoals we eigenlijk altijd doen, borgen we de lijn van een reel aan het anker en zwemmen deze uit, om zo op het eind van de duik de ankerlijn weer eenvoudig terug te kunnen vinden. Mariken, mijn buddy voor deze duik, maakt haar eerste wrakduik en kijkt haar ogen uit als we geweerpatronen vinden. Deze ogen worden nog groter als zij, op het eind van het traject, de reel in haar handen gedrukt krijgt…

  • Krukas St. Chamond.
  • Hondshaai bij Drawna Rock.

Grillig

Hoe verder je uit de kust gaat, hoe helderder het water is en hoe rijker de flora en fauna. De rotsformatie Manacles bestaat uit diverse pilaren en de bijbehorende schepen die de rotsen niet konden ontwijken. Het bekendste wrak hier is de Mohegan. In 1898 heeft ze Vase Rock geraakt en is ter plekke gezonken. Dik 140 meter lang ligt ze tussen de 15 en 29 meter diepte. Ze heeft genoeg potentie om er diverse duiken op te maken. We scannen het schip en krijgen aan de oppervlakte al een beeld van hoe het er onder water ongeveer uit ziet. Ook hier droppen we het anker op de boilers, hijsen de duikvlag, plaatsen de ankerboei en maken ons klaar voor onder water. Ik hoor een plons nog voordat iemand het water raakt en het was niet het anker. Het blijkt mijn duiklamp te zijn die nog niet aan mijn vest geborgd was. De scan gaf al aan dat de bodem grillig was. Kelp, rotsen, wrakdelen. De kans dat ik de lamp zou terugvinden is nul. Gelukkig is het water superhelder en zien we in een duik een groot deel van de Mohegan. Afsluiters, lieren, boilers, dodemansduim, gorgonen, blennies, en congeralen in de buizen van de boilers. De hele duik is adembenemend! Maar liever had ik mijn duiklamp teruggevonden.

 

Als de vakantie voorbij is hebben we in drie weken tijd 22 mooie maar vooral ook inspannende duiken gemaakt. Als we de balans opmaken van wat de leukste vorm van bootduiken is in dit gebied, dan kiezen we voor het steeds te water laten van de boot vanaf een trailerhelling. Op deze manier genieten we 360 graden van Cornwall!

 

Dit artikel bestaat uit twee delen. Het eerste deel vind je hier.

___________________________________________________