Kraakhelder water, rotsen vol juweelanemonen, roggen, haaien, John Dori’s en zeehazen. En een verval van zeven meter met soms een metershoge deining. Alles wat er is te beleven in de Atlantische Oceaan, vind je hier in de beschutting van een binnenzee. Lanvéoc is een klein dorpje van krap duizend inwoners dat ligt op de rug van een berg. Er zijn een kerk, een school en een bakker. Daarvoor hoef je er niet per se naar toe. Het aantrekkelijkste deel van dit dorpje ligt aan de voet van de berg. Daar vind je de boulevard met een strandje, restaurant en een veelgebruikte trailerhelling met daaromheen tientallen scheepjes aan een boei. Hier draai het om in Lanvéoc. Water en ontspanning. Een groep kinderen speelt op de helling en duikt er met veel kabaal vanaf. Anderen zonnen op het strand of gaan kanoën, windsurfen of zwemmen. Op het naastgelegen veld staan tenten van de scouting. De wat ouderen verzamelen zich rond het restaurant aan de boulevard of zitten met een versnapering op een bankje te genieten. Een paradijsje aan de zee.
Natte stoel
De binnenzee waar Lanvéoc aan ligt – de “Rade de Brest” – wordt gevormd door een diepe inham in de Bretonse kust die in het westen nagenoeg wordt afgesloten door het schiereiland Roscanvel. Aan de overkant van het water schitteren de lichtjes van Brest. Het achterland van Lanvéoc, en dan met name de omgeving van het iets zuidelijker gelegen Crozon, is heel groen. Dit deel van Bretagne is een bosrijke omgeving, rijk aan wandel- en mountainbikepaden en schaduwrijke plekjes. Een welkome afwisseling na de inspannende duiken. Want inspannend duiken, dat kunnen we wel zeggen. Hoewel kantduiken hier goed mogelijk is, hebben wij ervoor gekozen om de RIB (voluit: rigid inflatable boat) mee te nemen. Hierdoor kunnen we meerdere duikstekken bereiken, ook die wat verder weg liggen. Het is een aangenaam vervoermiddel om de streek te verkennen. We komen hier al jaren en afwisselend staan we op de camping aan het water of huren we een huis in de omgeving. Voor de boot huren we bij de havenmeester een plekje aan een boei voor de helling. Dat scheelt veel heen en weer rijden met de auto en trailer. Alleen is het wel iedere ochtend de vraag wie de boot gaat halen, want je moet er dus wel heen zwemmen… Voor het wisselen van de flessen en het inladen van andere spullen kunnen we de auto op de helling tot aan de rand van het water rijden. Vergeet niet dat de getijdenwerking groot is. Bij opkomend water moet je niet treuzelen want in no-time heb je hier een natte stoelzitting.
Vanaf de Atlantische Oceaan zwemt een grote groep dolfijnen de Rade de Brest in.
Voor wie een rustige duik wil, is het gebied rondom de trailerhelling op zichzelf al zeer de moeite waard om te verkennen. Op slechts tweeëneenhalve meter diepte vind je hier al kort- en langsnuitzeepaardjes die zich met hun staartjes aan het zeegras vastklampen. Zachtjes wiegen ze mee op het ritme van de golfslag. Niet veel verder kom je zeehazen tegen. Deze naaktslakken variëren sterk in kleur en afmetingen. De kleinste die we zien, is slechts een paar centimeter lang. De grootste heeft het formaat van een werkschoen maat 43! Ongelofelijk groot en mooi om te zien hoe deze zeehaas zich enkele decimeters boven de bodem zwemmend verplaatst. Rond de helling zie je sowieso veel soorten naaktslakken. Als je onder water fotografeert is het een lastige opgave om voor de juiste lens te kiezen: macro of groothoek, de stek biedt voor allebei uitstekende mogelijkheden.
Meerpaal
We pakken de boot om een oude bekende te bezoeken. Elf jaar geleden zagen we hem voor het eerst en we zijn benieuwd of we op dezelfde plek weer een “meet and greet” met de grijze zeehond kunnen hebben. De plek ligt recht tegenover de trailerhelling aan de andere kant van de baai. Daar hebben de Duitsers in de tweede wereldoorlog enorme meerpalen gebouwd voor het slagschip “Bismarck”. Ze zijn nooit gebruikt want het slagschip werd al tijdens zijn eerste patrouille tot zinken gebracht. De holle afmeerpalen staan er nog steeds. Ze zijn te vergelijken met de caissons waarmee wij de zeedijken hebben gedicht in 1945 en 1953. In een van de meerpalen zit een groot gat waardoor het mogelijk is er in en uit te zwemmen.
We gaan naar binnen terwijl we weten dat we onze grote vriend kunnen treffen. Slaapt hij of schiet hij straks ineens als een schicht onder ons door? Doordat er geen of nauwelijks licht naar binnen dringt is het reuze spannend. De diepte in de meerpaal is twintig meter. Vanaf op de bodem tot tien meter diepte hangt er een geheimzinnige witte mist. Het zal wel niets zijn maar veel zin om daar doorheen te zwemmen hebben we niet. We kijken van links naar rechts en weer snel terug. De donkere omgeving absorbeert al snel de lichtbundels van onze duiklampen. Een beetje griezelig is het wel want onze vriend zien we nog niet. In het achterste compartiment stijgen we langzaam op. Aan de oppervlakte horen van veel te dichtbij een groet. Maar het kon ook een grom zijn. Een grote grijze zeehond kijkt liggend vanaf een balk op ons neer. Goeiedag, leuk dat je er nog bent!
Planning
De motor wordt gestart en we varen richting de ingang van de baai. Ons doel is een wrak in Goulet de Brest. Dat is de smalle, trechtervormige zeestraat tussen de open Atlantische Oceaan en de binnenzee. Door de grote getijdenverschillen kan het hier heel hard stromen. Planning is hier van het grootste belang! Informatie over de stromingen en tijd-te-water wordt graag gedeeld door de mensen van duikschool en vulstation “Club Leo” in Camaret sur Mer. Op deze club hangt de plattegrond van het gebied met een overzicht van de wrakken en riffen. We komen hier iedere dag de flessen vullen en bouwen zo een band op met de instructeurs. Het duurt niet lang of we hebben alle duiksites met GPS-coördinaten gekregen. Voor wie zelf geen boot meeneemt is Club Leo de plek om een leuke bootduik te boeken.
Geflankeerd door enerzijds het lichtbaken Mengam en anderzijds de kardinale west boei (die een obstakel markeert) ligt hier een rif met drie rotspilaren waarvan de toppen tot aan de waterspiegel reiken. Afhankelijk van het tij liggen ze er net onder of net boven. We ankeren op een veilige afstand van het lichtbaken en we zijn onder de indruk van de stroming die langs de rotspartij schuurt waarop het baken staat. In feite is dit goed nieuws want hoe meer stroming, hoe rijker de flora en fauna. Door het kraakheldere oceaanwater zien we meters onder ons de rotsen, afgewisseld door zandbodem. We hopen op een mooie duik en komen niet bedrogen uit. De vrolijke kleuren van de juweelanemonen lachen ons toe. Juweelanemonen in allerlei kleuren bedekken ook iedere vierkante centimeter van de granietblokken waaruit het rif bestaat. Baarzen, slijmvisjes, spinkrabben en zee-appels zijn de vaste bewoners van dit rif. We ontdekken ook ronde ornamenten. Hier moet vroeger iets gebouwd zijn wat door de tand des tijds of de kracht van de zee is verkruimeld. Slechts enkele minuten in de duik zie ik al een sidderrog. Deze mooie platvis is te herkennen aan de kop die vrij recht van vorm is. Het bijzondere van deze vis is dat hij z’n prooi vangt door eroverheen te zwemmen en een elektrisch schok van enkele duizenden volts af te geven, waarmee hij de vangst verdooft. Voor een mooi plaatje gebaar ik naar Astrid om vlak achter de rog positie te kiezen. Om een of andere reden wil ze maar niet dichtbij het onderwerp komen… Deze stek leent zich goed om net na of net voor de kentering een driftduik te doen. De diepte is op het rif leuk te noemen en rotsen worden afgewisseld door grof zand en kiezels. Het lijkt erop dat wij de stek niet alleen aangenaam vinden. Tijdens onze drift richting de Atlantische Oceaan zijn we in goed gezelschap van grote aantallen stekelroggen.
Anker uit
Onze tweede duik hier is minder diep en omdat de stroming al is gaan lopen, zoeken we een duikstek in de luwte. Een wrakduik op een ponton in een van de baaien biedt uitkomst. Het is een ponton waar nog steeds een torpedolanceerinstallatie op staat en waar je makkelijk in en uit kunt zwemmen. Met behulp van de GPS varen we naar de locatie en daar aangekomen brengt de StructureScan de bodem driedimensionaal in beeld. Aan de hand van de scan besluiten we waar we het anker uitgooien. Alles volgens het boekje: Astrid maakt het anker gereed en wacht op het sein om het anker overboord te gooien. We laten ons met de stroom over het wrak drijven en kort voor het wrak gaat het anker uit. Astrid voelt zachte trillingen door de ankerlijn, wat betekent dat het anker door een zandbodem trekt. De zachte trillingen gaan over in korte schokken. De ankerketting gaat nu dus over staal heen. De klap kan nu niet lang meer uitblijven! Plots slaat het dreganker vast in het wrak. Ze weet de boot af te remmen door iets meer lijn te geven. Ik geef met de motor een klap vooruit en geef haar daarmee de ruimte om de ankerlijn op twee plaatsen te borgen aan de RIB. Zo, motor uit en rust. Het geluid van kabbelende golven tegen de boot nemen de overhand. Wat kan het op het water toch heerlijk zijn.
In de baai oefent de Franse marine het lanceren van torpedo’s.
De ondiepe ligging en de mooie lichtinval maken het ponton voor veel duikers tot een van de favoriete duikplaatsen in de omgeving. Gelukkig heb ik Isa bij die me assisteert en model staat voor een paar foto’s. Ze volgt me het ponton in en weet keurig haar balans te vinden en weinig stof te maken in de nauwe ruimte. Met gebaren manoeuvreer ik haar naar een plek net boven een luchtcilinder en druk op de ontspanknop van de camera. In mijn ooghoeken blijft het glinsteren en dat kan nooit van mijn flitser zijn. Het is een school steenbolken die hun vaste rondje wilde zwemmen tot wij hun pad blokkeerden. Na in ons zeven millimeter natpak een dik uur te hebben gedoken in water van zeventien graden houden we het voor gezien. Het is al onze tweede duik en de kou gaat nu wel in de botten zitten. Alle bezienswaardigheden trekken je ver over de kougrens heen. Gelukkig lacht het zonnetje ons boven toe en heeft de dag nog een verassing voor ons in petto. Vanaf de Atlantische Oceaan zwemt een grote groep dolfijnen de Rade de Brest in. Links, rechts en zelfs onder de boot door zwemmen de dolfijnen speels met ons mee. Ze hebben er zin in want met regelmaat springen ze hoog uit het water. Aan kou denken we niet meer.
Harde klappen
De haven van Brest en de landtong ten westen van Lanvéoc worden intensief gebruikt door de Franse marine. In de hele omgeving van Rade de Brest kun je niet om de militaire aanwezigheid heen. Waar je ook kijkt zie je vliegtuigen, helikopters, bunkers, oude fregatten en zelfs atoomonderzeeërs. Een basis voor deze onderzeeërs ligt letterlijk om de hoek bij Lanvéoc. Met grote regelmaat is het een komen en gaan van deze subs. Wanneer ze in de baai zijn, is dat goed te merken aan de bewegingen op het water en in de lucht. Het krioelt dan van RIB’s met gewapende militairen die iedereen op afstand van de onderzeeërs houden. Best indrukwekkend die subs. Zeker als je weet dat er in de baai wordt geoefend met het lanceren van torpedo’s. Tijdens het duiken hebben we duidelijk de harde klappen van het lanceren gehoord en het langdurige gesis van de bellenbaan van de torpedo.
Het is maar en greep uit onze belevenissen hier van de afgelopen jaren. De hele streek heeft enorm veel mogelijkheden en ieder jaar is het opnieuw een feestje. De actieradius met de RIB wordt met het jaar groter en ik weet zeker dat we daar nog veel avonturen zullen beleven. En dan niet alleen op en in het water. Ook op het land rij je binnen een paar minuten naar een leuke stek. Wandelen, mountainbiken, surfen, duiken, terrasje pakken. Bretagne heeft het allemaal. Vive la France!
_______________________________________________
BRETAGNE is het grote schiereiland van Frankrijk en de meest westelijke provincie. De regio grenst aan de noordkant aan Het Kanaal en aan de zuidkant aan de Atlantische Oceaan. De omliggende eilanden meegerekend heeft Bretagne meer dan 2500 kilometer kust. In het noorden en westen is de kust ruig en wild, met meestal kleine stranden in baaien tussen de rotsen. De ruige regio Finistère waar Brest in ligt, wordt sterk beïnvloed door de getijden en de zeewind. Het is een prachtig gebied met rotsformaties waar de golven op los beuken.
REIS: Met de auto rij je in een dag naar Bretagne. Deels tolwegen. Hou in het vakantieseizoen rekening met de zwarte zaterdagen, dan staan met name bij de tolpoorten lange files.
BESTE REISTIJD: Van voorjaar tot najaar. Door de Warme Golfstroom die langs Bretagne voert, is de temperatuur er erg zacht. Ook heeft Bretagne, vergeleken met het noorden van Frankrijk, meer zonuren en veel minder neerslag. Echte storm komt alleen in de herfst en lente voor en is een attractie op zich.
VACCINATIES: niet nodig.
ELEKTRICITEIT: 220 V.
VALUTA: Euro.
TAAL: Frans. Bretons (een Keltische taal).
SOORT DUIKEN: Bootduiken, kantduiken, stromingsduiken. Let op de Franse regels voor de keuring van flessen: jaarlijks een visuele inspectie en om de drie jaar een druktest.