Het is zaterdagmiddag en mooi weer. Mijn buddy en ik waren niet de enigen die het idee hadden om te gaan duiken vandaag. Aan de waterkant en op de parkeerplaats is het druk. Duikers met half opengeritste pakken die nog even de fles optoppen bij de compressor. Als ik rondkijk zie ik dingen die ik op mijn werkplek (het Duikmedisch Centrum van de Koninklijke Marine) nooit zou zien. Niet alleen qua materiaal en procedures, maar vooral wat betreft de gezondheid van de aanwezige duikers. Het is een gevoelig onderwerp. Het lijkt me niettemin goed te bespreken welke invloed de fysieke conditie heeft op het duiken – en welke risico’s duikers lopen.
Dit lijkt een gemakkelijke vraag, maar hij is nog niet zo snel te beantwoorden. Conditie is lastig te meten. Zeker omdat er veel verschillende opvattingen zijn over wat conditie precies is. Is dat het vermogen om lang door te gaan (bijvoorbeeld lange stukken wandelen), of juist het vermogen om zware inspanning te leveren (kortere stukken sprinten)? De algemene opvatting is dat het een combinatie is van allebei. Alle beroepsduikers, dus ook bij Defensie, krijgen jaarlijks aan een conditietest die een mix probeert te zijn tussen maximaal- en duurvermogen. Dan meten we hoeveel zuurstof het lichaam kan opnemen. Meestal wordt daarvoor een ergometer gebruikt: vergelijkbaar met een hometrainer. Per minuut wordt de weerstand verhoogd en de duiker moet net zo lang doorfietsen tot hij echt niet meer kan. Ondertussen meten we de in- en uitgeademde lucht en controleren we het hartritme. Hoe fit iemand ook is, uiteindelijk moet de duiker het opgeven omdat het te zwaar wordt. De maximale zuurstofopname (VO2max) zegt iets over hoe efficiënt iemand omgaat met lichamelijke belasting. Het zal je misschien niet verbazen dat we bij Defensie vaak hele fitte mensen zien met mooie rapportcijfers.
Echt werken
Bijna elke duikorganisatie heeft andere richtlijnen. Omdat er grote verschillen zijn tussen sportduiken en commercieel of militair duiken, kunnen we niet zomaar elkaars regels en richtlijnen overnemen. Maar de gedachte erachter is hetzelfde: een duiker moet fysiek in staat zijn om de taak die onder water van hem of haar wordt verwacht te kunnen uitvoeren. Welke taken van een duiker worden verwacht? In de basisopleiding tot militair duiker heb ik onder meer geleerd dat onder water arbeid verrichten ook echt werken is. In koud water met minimaal zicht was ik bijvoorbeeld erg blij dat ik een stuk ketting doorgehakt kreeg, want anders mocht ik weer terug om nog een poging te doen… Sportduiken is totaal niet te vergelijken met beroepsduiken. Als een recreatieve duik zonder problemen verloopt, kun je met minimale inspanning een prachtige duik maken. Perfect uitgetrimd en meedrijvend met de stroming in water met een lekkere temperatuur. En als je dan na een uur bovenkomt met nog meer dan de helft van je luchtvoorraad, dan voelt dat zelfs als een topprestatie. Maar als ik erover nadenk zijn dat eigenlijk de uitzonderingen, zelfs van mijn sportduiken. Meestal zit er een fysiek inspannend moment in een duik. Over de dijk klimmen met je uitrusting bijvoorbeeld (dan heb je spijt van je dubbelset), of tegen de stroming inzwemmen. Dat is nog wel te plannen en met hulpmiddelen te ondervangen, maar hoe fit moet je zijn voor noodprocedures?
Het gebrek aan conditie noemen we “deconditionering”. Dat kan zich op allerlei manieren uiten. Overgewicht is er een van. Overgewicht ontstaat als je meer voedsel eet dan je verbrandt. Het geeft een grotere kans op decompressieziekte, vooral omdat vetweefsel stikstof beter kan opslaan dan de meeste andere weefsels. En ondanks dat vetweefsel isoleert, geeft een grote omvang meer lichaamsoppervlak waarover een duiker kan afkoelen. In het buitenland heb ik ooit een sportduiker onder water vast zien zitten toen hij door een spelonk probeerde te zwemmen. Daar hebben we hem met drie man doorheen moeten trekken. Achteraf een hilarisch verhaal, maar dit had ook helemaal verkeerd kunnen aflopen. Ook slanke en magere mensen kunnen een slechte conditie hebben en lopen daarmee risico’s tijdens het duiken. Sneller last hebben van de kou is een voor de hand liggende factor. Maar als je moet worden geholpen met het aantrekken van je duikset omdat je anders omvalt – ik heb het zien gebeuren – kun je je afvragen of je jezelf kunt redden als je trimvest niet meer werkt. En als je zo benauwd bent dat je halverwege de dijk moet stoppen om op adem te komen, kun je dan wel tegen de stroming in zwemmen?
Regelmatig sporten, waarbij je zowel duur- als maximaal vermogen traint, is de beste manier om fitheid op te bouwen.
Risico
Iedere duiker moet in staat zijn om zijn of haar buddy in geval van nood van de bodem omhoog te krijgen. En dan niet op het trimvest, maar zwemmend. Je moet in geval van nood niet vertrouwen op het materiaal, maar dat als back-up beschouwen. En het is hard werken om een bewusteloze buddy van honderd kilo naar boven te krijgen. Aan het wateroppervlak begint de redding pas echt. Sleep maar eens een buddy aan de oppervlakte tegen de stroming in terwijl je probeert te beademen. Op de kant krijgen met een beetje golfslag is ook een hele uitdaging. Natuurlijk komen die noodsituaties zeer zelden voor. Het risico accepteren vind ik zeer onverstandig. Want als jij accepteert om meer risico te lopen, dan zadel je daar ook je buddy en andere duikers mee op. Die moeten in actie komen om jou naar boven te krijgen. En ik heb hartverscheurende verhalen gehoord van duikers die machteloos hun buddy (vaak ook goede vriend, partner of echtgenoot) naar de bodem zagen afzinken. En van duikers die zelf in de problemen kwamen bij een zoekactie naar een verdronken duiker.
Hoe fit moet een sportduiker zijn? Dat is een vraag waar de duikwereld zich al zeker vijftig jaar over buigt. Er zijn een paar factoren waar elke duiker over na zou moeten denken. Duiken vraagt aanpassingen van het lichaam op het gebied van hart en longen. Daarom is het belangrijk om goed voor deze organen te zorgen. Regelmatig sporten, waarbij je zowel duur- als maximaal vermogen traint, is de beste manier om fitheid op te bouwen. Bovendien is het goed voor het lichaamsgewicht en levert het ook andere gezondheidsvoordelen op. Er zitten natuurlijk ook nadelen aan sporten. Hardlopen met overgewicht kan leiden tot slijtage van de knieën en heupen als je een verkeerde looptechniek hebt. En trekken aan gewichten in de sportzaal kan leiden tot spierblessures. Mocht je van plan zijn om (meer) te gaan sporten, zorg dan altijd voor tips en adviezen van iemand die er verstand van heeft, zoals een trainer bij de sportvereniging of begeleiding in een sportschool. Daarnaast is het verstandig om, al dan niet onder supervisie van een instructeur, regelmatig de noodprocedures te oefenen. Het geeft je een zekerder gevoel onder water en is een mooie training voor het zwaarste werk dat je tijdens een duik moet kunnen verzetten. Als je veilig een noodopstijging met een bewusteloze buddy op eigen kracht kunt uitvoeren en deze aan de oppervlakte kunt verplaatsen, dan ben je een heel eind op weg naar “fit to dive”.