Leestijd: 6 minuten

Op een zaterdag eind september ging een groepje duikinstructeurs en een docent van de NOB samen met een paar leden van Duikvereniging T.O.V. Gagnan op excursie naar de KNRM in Katwijk aan Zee. Zij konden daar terecht via instructeur Kim Noordermeer, die bij dit station reddingswerk heeft gedaan. Deze dag was er een gezamenlijke oefening van reddingswerkers en duikers. Duikers redden is net even andere koek. 

Klokslag 9 uur verzamelen de bemanningsleden van de KNRM, de duikers, de toeschouwers en onderzoekers van Delft Dynamics zich in de vergaderruimte van de post. Iedere groep zal voordat de oefening begint iets vertellen over zijn of haar onderdeel: de KNRM, de duiker en de onderzoekers. Schipper Jaco Vooijs houdt een kort welkomstpraatje en vertelt wat de KNRM zoal doet en met welke disciplines ze samenwerken. Daarna is Kim aan de beurt. Zij vertelt aan de aanwezige niet-duikers aan de hand van een korte presentatie de duiksport. Daarin komt onder andere naar voren wat de verschillende duikuitrustingen kunnen zijn en welke duikongevallen er zoal voorkomen.

 

Aan boord op weg naar de helling worden de verschillende specificaties van duikuitrustingen door Kim doorgesproken

 

De medewerker van Delft Dynamics legt het onderzoeksproject uit, waaraan ze werken in samenwerking met de TU Delft. Dat project gaat over het inzetten van drones om drenkelingen te kunnen terugvinden op zee. Sinds korte tijd hebben de reddingsstations langs de Noordzee allemaal een drone. Doel is deze uiteindelijk, tijdens reddingsoperaties te gaan inzetten. Helaas zitten hier nog (te) veel haken en ogen aan. Dat zijn onder andere beperkingen die door de wetgever zijn opgelegd. Maar toch wordt de inzet wel al getest in de praktijk. Delft Dynamics heeft al met verschillende disciplines geoefend, maar nog niet met duikers, dus doen ze deze dag graag mee op deze dag.

 

Actie

Dan de ‘echte’ actie. De hele groep gaat de zee op. De redders van de KNRM trekken allemaal hun overlevingspakken aan en maken de reddingsschepen Edith Grondel en de Float vaarklaar. De drie duikers bouwen hun sets op en trekken hun pakken aan. Op verzoek van de redders dragen ze verschillende pakken om goed te kunnen oefenen. ‘Duiker 1’ draagt een enkel 3 millimeter roze gekleurd natpak, ‘duiker 2’ een enkel 7 millimeter natpak en ‘duiker 3’ een droogpak. De toeschouwers krijgen een reddingsvest om. Als iedereen klaar is, klimt iedereen aan boord en geven Jaco en Kim een briefing over de boot en de duikuitrusting. Dus hoe zit een duikuitrusting nou daadwerkelijk in elkaar? En waarvoor zijn al die knopjes?

 

Een nagebootste reddingsactie van een duiker in de oefening levert veel informatie op

 

Een hand voor jezelf, een hand voor de boot

De boten moeten nog naar het water gereden worden. Tijdens de rit geeft een redder nog uitleg hoe de Edith Grondel te water zal gaan en hoe iedereen aan boord zich moet gedragen tijdens het varen. De hoofdregel is: altijd één hand voor (aan) de boot en één hand voor jezelf. Bij het water aangekomen, wordt de boot gelanceerd. Het varen kan gaan beginnen. Na een paar mijl richting het noorden varen kunnen de duikers te water. Zij worden in het water ‘bijgestaan’ door één redder.

Er moet een afstand zijn van ongeveer 10 meter tussen iedereen in het water, zodat de drone kan gaan opsporen.

 

Na de geslaagde test worden de duikers om beurten uit het water gered. Als eerste de duiker met het dunne 3 millimeter natpak. Zij wordt aan boord gehaald met een net dat kan rollen. Extra leerpunt is dat, tijdens het aan boord rollen, er duikmateriaal blijft haken achter de ballenlijn aan het overlevingspak van één van de redders. Die lijn blaast zijn redvest op en dit levert even extra uitdagingen op. Gelukkig wordt dit probleem snel verholpen en staan er andere bemanningsleden klaar om de redding over te pakken. Aan boord wordt ze op de brancard gelegd. Daarna is het einde oefening.

 

Een ‘geredde duiker’ wordt aan boord gehaald met brancard

 

Duiker 2, met het 7 millimeter natpak wordt onder andere gevonden doordat hij een oranje SMB heeft opgelaten. Hierdoor is hij goed zichtbaar. Bij hem wordt een brancard gebruikt om hem aan boord te takelen. Als laatste wordt de droogpak duiker gevonden. Hij is goed zichtbaar door het boven water steken van gele vinnen en zijn gele SMB. Ook deze duiker wordt aan boord gehaald met het rollende net. Bij de droogpakduiker is er een extra uitdaging om de duikset in het water af te doen. De belemmering is de droogpakslang die onder druk staat. Na wat gestuntel wordt de kraan dichtgedraaid waarna de inflatorslang losgekoppeld kan worden en de duiker aan boord wordt gerold.

 

Bij de droogpakduiker is er een extra uitdaging om de duikset in het water af te doen

Oefening 2: longproblemen

Na een korte evaluatie aan boord gaat oefening twee van start. Alleen duiker 1 met het 3mm natpak gaat opnieuw overboord samen met twee redders. Ze gaan weer verspreidt liggen zodat de drone weer kan gaan zoeken. De Edith Grondel houdt hierbij afstand, de Float ligt dichter bij de mensen in het water en houdt ze in de gaten. Test twee met de drone is ook geslaagd. Nu kan de oefening worden afgerond. De duiker moet een pulmonary toxicity nabootsen.

 

Met de SMB ben je als duiker goed zichtbaar

 

Ze wordt door de twee redders naar de Edith Grondel gebracht om met behulp van het net aan boord te komen. Als eerste wordt de duikuitrusting in het water af gedaan. De duiker houdt zich slap waardoor het voor de redders wat lastiger is om de drenkeling aan boord te krijgen en ook de uitrusting veilig te stellen. Het hoofd van de drenkeling alsmaar bovenwater houden en de ademweg vrijhouden, blijkt toch lastiger dan gedacht. Zeker als redder twee aan de benen van de drenkeling begint te trekken. Eenmaal aan boord, wordt het slachtoffer direct op een brancard gelegd en krijgt zuurstof toegediend. Ook een onderkoelingsdeken mag niet ontbreken. Hierna is de reeks oefeningen klaar.

 

De reddingwerkers oefenen ook met het toedienen van zuurstof na de reddingsactie op de duiker

 

Leerpunten

De hele crew vaart terug naar de kust. Daar worden de boten weer aan wal gebracht en naar de post gereden. Er volgt een debriefing. Hier komt uit naar voren dat het beeldmateriaal voor Delft Dynamics is gelukt en dat de data binnenkort worden gedeeld. De redders en schipper hebben veel geleerd van deze oefeningen. De leerpunten verwerken zij in een verslag en worden geïmplementeerd in hun oefenprogramma.

Voor ons als duikers was het ook leerzaam. Zeker voor duikers die wel eens op de Noordzee komen om bijvoorbeeld te wrakduiken. We leren hoe een redding dan precies werkt en hoe een duiker teruggevonden kan worden. Het was een intensieve en leerzame dag voor alle betrokken partijen. Een toekomstige samenwerking is niet uitgesloten.


Redders op zee

De KNRM, (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) bestaat sinds 1824. De KNRM is tot stand gekomen nadat er in 1824 een scheepsramp was, waarbij een zeldzame reddingspoging was gedaan, waarbij zes redders verdronken. Na dit ongeval ontstond er een georganiseerd reddingswezen met reddingsstations langs de kust. Zij redden mens en dier op zee of in de ruime binnenwateren in Nederland. De KNRM bestaat uit vrijwilligers die 365 dagen per jaar, 24 uur per dag inzetbaar zijn onder alle weersomstandigheden. De KRNM is een onafhankelijk goed doel. Zij ontvangen geen subsidies, maar bestaan enkel en alleen door donaties van donateurs. Ze komen te hulp met reddingsboten en kusthulpverleningsvoertuigen. Daarnaast geven de KNRM-artsen via telecommunicatie medische adviezen aan zieke of gewonde zeevarenden aan boord van koopvaardij- en visserijschepen. De lifeguards houden toezicht op zwemmers en strandbezoekers. Verder geven ze veiligheidsvoorlichting aan watersport en beroepsvaart door preventiecampagnes in Nederland te houden. Ook voor de duiksport hebben ze een paar campagnes gelanceerd.

 

De reddingsboot van de KNRM komt uit de loods