Hoe zet jij je in voor de Zeeuwse Delta? Wat is jouw rol in deze ontwikkelingen?
‘Als NOB-belangenbehartiger ga je voor goede en diverse duikstekken in de Zeeuwse Delta met een gezonde onderwaternatuur voor heel duikend Nederland. Zo neemt de Nederlandse Onderwatersport Bond deel aan diverse strategische overleggen van Nationaal Park Oosterschelde (NPO), de Grevelingen en het Veerse Meer. We werken samen met andere vertegenwoordigers zoals Natuurmonumenten, Visserijsector, Vogelbescherming, Zeeuwse Milieu Federatie, die veelal zicht hebben boven de waterlijn. De Nederlandse Onderwatersport Bond is samen met de andere vertegenwoordigers sparringpartner voor de overheid zoals Provincie Zeeland, RWS, Gemeentes en Waterschappen. We zijn in deze bijeenkomsten degene die meedenken over de effecten onderwater. Namens de Nederlandse Onderwatersport Bond mag ik deze bijeenkomsten bijwonen en met bestuurslid Peter van Rodijnen en bureaumanager Desmond van Santen kritisch meedenken over beleid en strategie in deze drie duikgebieden. Denk dan bijvoorbeeld aan effecten met betrekking tot het storten van staalslakken in de Oosterschelde, inrichten van een onderwaterreservaat of zandsuppletie voor onder andere Nationaal Park Oosterschelde (NPO). Maar we laten ook onze stem horen voor het verhogen van zuurstofverhogende activiteiten in de Grevelingen en het Veerse Meer, zodat we als duiker minder te maken krijgen met zogenoemde “dead zones” (massale sterfte door zuurstofloosheid). Zo is er een discussie over het herstel van beperkte getijdewerking in de Grevelingen (30-40 centimeter verval). Hiermee kunnen we via een samenwerkingsverband met andere organisaties een gezondere onderwaternatuur realiseren.’
In de zomer van 2024 verscheen een rapport van de Wageningen Universiteit. Wat zijn volgens jou de belangrijkste bevindingen uit het rapport van de WUR? Wat valt het meest op? Waar moet de Nederlandse Onderwatersport Bond echt wat mee doen?
‘Als eerste valt op dat het er niet goed voorstaat met de onderwaternatuur in de Oosterschelde en dat dit breed gedeeld wordt door alle belanghebbenden. Als bedreigingen voor de onderwaternatuur wordt in dit rapport genoemd klimaatverandering, zandhonger, intensief gebruik, visserij, beperkte getijdewerking en geringe vismigratiemogelijkheden.
Uit recent WUR onderzoek monitoring bodemvisserij (DFS) valt op dat er vanaf 1970 een duidelijke toename is van het aantal nieuwe soorten, wat voor ons als duiker positief te noemen is. Maar ook opvallend voor het onderwaterleven in de Oosterschelde is dat na 2010 het aantal aangetroffen soorten juist afneemt, wat niet of minder het geval is in de Westerschelde en de Zeeuwse Voordelta. Dat is uiteraard geen goed nieuws, in de Oosterschelde is dus iets aan de hand.
Het rapport stelt dat door de aanleg van de Grevelingendam, de Philipsdam en de Oesterdam de nutriëntenhuishouding is veranderd. Hiermee zijn de kenmerkende en ecologisch waardevolle zoet-zoutovergangen verloren gegaan. De Oosterschelde heeft nu nagenoeg geen instroom meer van zoetwater wat verstrekkende gevolgen heeft voor onder meer het zoutgehalte, de nutriëntenhuishouding, het temperatuurverloop over de seizoenen en de troebelheid van het water.
De belangrijkste bevinding uit het WUR rapport is het deels herstellen van deze dynamiek zoals de uitwisseling van zoet- en zoutwater en bevorderen van vismigratie door opheffen van blokkades. Dit aangevuld met aanleg van geleidelijke water/landovergangen. Vooral deze laatste kan gevolgen hebben voor onze duiklocaties. De Nederlandse Onderwatersport Bond is hierbij betrokken om uiteraard de bestaande duiklocaties te behouden, denk daarbij aan bijvoorbeeld de toegankelijkheid van het duikwater.’
Welke trends zie jij in de Oosterschelde en de natuur eromheen? Wat zijn kansen en wat zijn bedreigingen?
‘Als je de onderwaternatuur vergelijkt met de jaren negentig dan zie je meer kreeften, sepia’s, velden met kokerwormen en verschillende soorten naaktslakken. Ook zeepaardjes, gehoornde slijmvissen, haaien en roggen worden de laatste jaren regelmatig waargenomen. Daarnaast is het water in mijn optiek helderder geworden, duidelijk positieve trends. Echter platvissoorten zoals schol en tong zie je nu duidelijk minder, evenals het ontbreken van velden met brokkelsterren (voorheen vooral bij de Plompe Toren). Dit komt ook overeen met het WUR onderzoek zoals hiervoor aangegeven.
Voor de Oosterschelde maak ik me – net zoals de Nederlandse Onderwatersport Bond – wel zorgen over het doorgaan van het gebruik van staalslakken. Dat is allemaal wettelijk toegestaan maar we weten de effecten niet op het onderwaterleven op de langere termijn, herstel is ook onmogelijk. Dat zie ik als een mogelijke dreiging. De Nederlandse Onderwatersport Bond is overigens een van vele organisaties die richting Rijkswaterstaat protest aantekenen voor het gebruik van staalslakken. Zolang wetenschappelijk niet duidelijk is wat de effecten van staalslakken zijn op lange termijn blijven we ons hiertegen verzetten. Zo zijn de resultaten van de massale kreeftsterfte in 2023 nog in onderzoek.’
Wat is de invloed van de Oosterscheldekering op de Delta?
‘De Oosterschelde is van oorsprong een open riviermonding met grotendeels zacht zandig sediment en door de Oosterscheldekering is het nu een gebied met veel meer hard substraat. Het rapport stelt dat door menselijke ingrijpen de onderwaternatuur sterk is veranderd en intensief gebruikt wordt voor menselijke activiteiten, waarvan de visserijactiviteiten juist tijdens het groeiseizoen plaatsvindt (tussen maart en oktober). Tegelijkertijd is de Oosterschelde aangewezen als Natura 2000-gebied met de bijbehorende verplichtingen. Alle activiteiten zijn getoetst op deze effecten, maar de cumulatieve effecten van al deze activiteiten zijn niet goed in kaart gebracht (Schotanus et al. 2022). Daarmee zijn de effecten van de optelsom niet goed in beeld en lijkt de kraamkamer van voor de Oosterscheldekering minder effectief te zijn geworden door het intensieve gebruik.’
In het rapport spreekt men van de mogelijkheid een onderwaterreservaat te ontwikkelen in Nationaal Park Oosterschelde. Is dat volgens jou een goede ontwikkeling?
‘Ook als ik zelf in de Oosterschelde duik met Duikteam Zeeland (DTZ) dan denk je, tjonge wat een mooi onderwaterleven hebben we toch. Dat klopt natuurlijk ook als je zeepaardjes ziet, sepia’s en zelfs soms een gladde haai of rog tegenkomt. Is een onderwaterreservaat dan nodig? Ik vind van wel, als we menselijk handelen in bepaalde gebieden in de Oosterschelde kunnen beperken dan kan het een impuls geven aan herstel van de onderwaternatuur. De Nederlandse Onderwatersport Bond maakt deel uit van een provinciale projectgroep waarin met de overheid, natuurbeheerders en de visserijsector wordt onderzocht hoe we de bijzondere onderwaternatuur van de Oosterschelde beter kunnen beschermen. Eén van de oplossingen is om een deel van de Oosterschelde als onderwaterreservaat in te richten.’
Uiteraard willen we wel de huidige duiklocaties te behouden, ik denk ook dat we als Nederlandse Onderwatersport Bond actief bezig zijn om dit te waarborgen. Als belangenbehartiger hou je primair focus op het duiken en een gezonde onderwaternatuur, een van de hoofdpijlers in het beleid van de Nederlandse Onderwatersport Bond voor de komende jaren. Voor de onderwaternatuur zou het mooi zijn als we een set van maatregelen kunnen doorvoeren die herstel van de onderwaternatuur in de Oosterschelde laat zien. Dan kom ik toch terug op de eerder vermelde aanbevelingen uit het rapport die dit kunnen waarborgen. De volgende conclusies uit het rapport zijn daarin belangrijk:
- Binnen de randvoorwaarden van het waarborgen van de veiligheid zou waar mogelijk naar herstel van dynamiek gezocht moeten worden, zowel qua doorstroming vanuit de rivieren als vanaf de Noordzee, omdat dat waarschijnlijk de belangrijkste belemmerende factor is.
- Geleidelijke water/landovergangen kunnen voordelen opleveren voor veel soorten: ondiepe zones waarbij uitwisseling tussen zoet en zout mogelijk zijn vergroten migratiemogelijkheden, opgroei en schuilmogelijkheden.
Daarbij kan een vorm van inrichten van een onderwaterreservaat onderdeel worden van deze verbetermaatregelen, afhankelijk hoe andere belanghebbenden hierin staan.’
Wat kunnen duikers doen om de toekomst optimaal te laten verlopen voor het gebruik van de Delta?
‘Mocht er in de toekomst sprake zijn van een onderwaterreservaat of geleidelijke water/landovergangen komen dan heeft dat natuurlijk ook gevolgen voor ons als duiker. Afhankelijk van welke vorm wordt gekozen, kan het betekenen dat er bepaalde delen van het jaar niet of minder gedoken kan worden op bepaalde duiklocaties. Uiteraard gaat dit altijd in overleg met de Nederlandse Onderwatersport Bond, waarbij de bond de mogelijkheid tot monitoren van het onderwaterleven openhoudt en overlast voor ons als duiker zoveel mogelijk beperkt. Natuurlijk houden we jullie daarvan op de hoogte.
Als duiker kun je overigens ook op een andere manier nu al een belangrijke bijdrage leveren door Stichting Anemoom te helpen bij het monitoren van het onderwaterleven op de diverse duikstekken in de Zeeuwse Delta. Dit kan je doen door mee te doen aan het MOO-project. We hebben daar binnen de Nederlandse Onderwatersport Bond ook een mooie specialisatie onderwaterbiologie voor. Ik kan je deze specialisatie zeker aanraden!’
Wil je alle details uit het onderzoek weten lees dan het WUR rapport via deze link.
Meedoen aan het MOO-project? Ga naar www.anemoon.org/projecten voor meer informatie.