Cylinders en kranen mogen los van elkaar worden verkocht. De nu gangbare schroefdraad voor kranen is beschreven in een NEN norm. Binnen die norm worden drie draadsoorten beschreven: M25x2 voor de meeste duikcilinders, M18x1,5 voor kleinere cilinders en de oudere conisch kleine draad E17. Nieuwe cilinders zijn duidelijk voorzien van een markering die de schroefdraad weergeeft. Ook op de kranen staat duidelijk welke draadsoort het betreft. Hoe kunnen er dan ongelukken gebeuren door een verkeerde kraan/cilindercombinatie?
Oude draad
Voordat in 1992 de NEN EN 144-1 werd gepubliceerd, werden in Nederland ook veel cilinders met cilindrische draad BSPP ¾” (British Standard Pipe Parallel) gemaakt. Deze cilindrische draad wordt in de wandelgangen ‘gasdraad’ genoemd. Een bijbehorende BSPP ¾” kraan past prima in zo’n cilinder. Daarnaast werd in ons land ook een conische schroefdraad toegepast. Deze draad is in duikkringen beter bekend onder de naam ‘grootconisch’ en heeft niet vaak tot ongevallen geleid. Een cilindrische kraan past namelijk niet in de conische draad van de duikfles. Het gebeurde bij deze kraan wel dat de flesdraad uitsleet, of dat de kraanhals beschadigde door een te groot aanhaalmoment. Onder andere om deze reden is men overgegaan op cilindrische schroefdraad met o-ring afdichting. In Frankrijk werden in de jaren tachtig cilinders en kranen geproduceerd in het SI-stelsel (Système International d’unités). Dit SI-stelsel wijkt af van het metrische stelsel. Later heeft Frankrijk de metrische maatvoering overgenomen. Kranen uit het oude SI-stelsel werden gemarkeerd met de tekst 25 x 2 SI of met 25 x 200 SI. De nieuwe metrische kranen met M 25 x 2 ISO. Verder vinden ook cilinders met de Amerikaanse NPSM draad hun weg naar Europa. NPSM staat voor National Pipe Straight Mechanical en is een fractie groter dan de M25x2.
Verkeerde combinatie
Ongevallen ontstaan als gevolg van een verkeerde combinatie van cilinder en kraan. Cilinders en kranen worden apart gekocht, oud en nieuw door elkaar, op internet of op reis, en kranen en flessen zijn niet altijd duidelijk gemarkeerd. Kranen en cilinders vormen op het eerste oog een goede combinatie. Omdat veel amateur duikers de gevaren van een onjuiste passing niet kennen, worden kranen soms met zwaar gereedschap in een cilinder gedraaid. De draad kan dan beschadigen en een onzekere verbinding vormen. Als de cilinder op druk wordt gebracht blijkt in de praktijk dat rond de 150-180 bar de kraan door de kracht van het gas met geweld uit de cilinder wordt geblazen. Veel van de ongelukken hebben plaatsgevonden omdat een nieuwe M25x2 kraan in een (oude) cilinder met 3/4“ BSPP werd gedraaid. De kraan zal pas na zes tot acht omwentelingen weerstand geven waardoor de monteur denkt dat de kraan goed zit. Met een grote moersleutel wordt de kraan verder vastgedraaid. Zodra de kraan na de laatste twee of drie omwentelingen afdicht op de rand bestaat het idee dat de kraan goed is gemonteerd. Niets is minder waar..
Schroefdraad meten
Als we een kraan op een cilinder plaatsen moet van beide onderdelen de schroefdraad bekend zijn. Om vast te stellen of we te maken hebben met een metrische M25x2 kraan of met een ¾”BSPP kraan kunnen we met een schuifmaat eenvoudig de uitwendige diameter meten. De M25x2 kraan meet 25 mm en de BSPP ¾” kraan meet 26,4 mm. Moeilijker is het om de juiste draad in de cilinder vast te stellen. De juiste en te meten maat in de duikcilinder wordt bepaald door de buitenmiddellijn van de schroef (bij M25x2 25 mm) te verminderen met 1,08 maal de spoed. Bij M25x2 is de spoed 2mm (dat wil zeggen dat bij elke omwenteling de schroefdraad 2 mm in axiale richting is gestegen). Dus als we in de fles 22,84 mm meten kán het M25x2 zijn. We moeten nog wel de spoed van de draad in de cilinder met zekerheid vaststellen. De spoed meten we met een schroefdraadmeter. Als de draadkam 2.0 in de schroefdraad past hebben we te maken met een spoed van 2.0 mm. De kernmiddellijn van de cilinderdraad van de cilindrische BSPP ¾” cilinder is 24,64. De spoed van de cilindrische oude ¾”draad is 1,81 mm en dit wordt op de draadkam weergegeven als 14GPI (14 gangen per inch). Als je snel wil weten wat voor kraan je in je handen hebt dan kun je de spoed ook meten door de insert (waarmee je er een DIN kraan van maakt) in de draad van de kraan te drukken. Als het goed aansluit heb je een BSPP ¾”kraan (foto 1). Zie je een verspringing dan kun je met een M25x2 kraan te maken hebben (foto 2).
Verklein de kans
Het beste laat je metingen aan de vakman over. Ongelukken zijn vaak terug te voeren op ondeskundig gebruik. Verklein de kans op ongevallen:
- Als je een nieuwe kraan in een cilinder laat plaatsen, verzeker je ervan dat de draden bij elkaar horen en zijn weergegeven op de cilinder en de kraan (foto 3);
- Als op een kraan of cilinder geen schroefdraad gegevens zijn weergegeven, laat de cilinder leeglopen en laat een inspectie van de draad uitvoeren;
- Controleer of de schroefdraad van uw kraan niet is versleten of beschadigd
- Als een kraan ooit in een cilinder met een verkeerde draad is gemonteerd, vernietig zowel de cilinder als de kraan omdat de draadsterkte kan zijn aangetast;
- Laat controle uitsluitend uitvoeren door een geschoold vakman.